Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Amberrosia Koggenland,
1.Het procesverloop
2.De feiten
Op basis van de huidige beperkingen ten aanzien van het persoonlijk en sociaal functioneren acht ik betrokkenen niet in staat om te werken.”
Op basis van de huidige beperkingen ten aanzien van het persoonlijk en sociaal functioneren acht ik betrokkenen niet in staat om te werken. Er zijn eventueel wel arbeidsmogelijkheden bij een andere werkgever.”
BedrijfsartsOp 1-2-2018 sprak ik [naam 1] telefonisch.Als ik zeg dat ik haar op dit moment volledig arbeidsongeschikt acht is hij het met me eens.
(…) In de rapportage geeft de verzekeringsarts aan dat mevrouw niet in staat is om te werken. U vraagt zich af of mevrouw op dit moment wel in staat is om contact te onderhouden met de werkgever (bijvoorbeeld langskomen voor een kopje koffie of gesprek). Ik heb met u afgesproken dit te zullen navragen bij mevrouw [naam 2] .
Betrokkene is in staat om passende werkzaamheden te verrichten met een tijdelijke arbeidsduurbeperking.(…)Op basis van de huidige klachten en beperkingen acht in betrokkene in staat om passende werkzaamheden te verrichten met een tijdelijke arbeidsduurbeperking. Aangezien terugkeer bij de eigen werkgever niet mogelijk is, dient (…) naar mijn mening zo spoedig mogelijk een re-integratietraject tweede spoor te worden opgestart.“
Beschouwing: Er is sprake van een arbeidsconflict. Werkgever heeft geprobeerd haar te ontslaan zonder reden en tijdens ziekte. Dat is afgewezen door de rechter.Werkgever probeert haar dermate onder druk te zetten dat zij zelf ontslag neemt of dermate lang ziek blijft dat herstel langdurig uitblijft.Werkgever neemt voortdurend contact op, stuurt dwingende uitnodigingen voor een gesprek, vindt dat zij de hele dag binnen moet blijven totdat het vanzelf overgaat.Met andere woorden werkgever houdt zich niet aan advies Bedrijfsarts, en is duidelijk bezig het herstel te hinderen en het ziekteverzuim te verlengen.(…)Oordeel: Arbeidsongeschikt Laatst verrichte werk door ziekte en/of gebrek.”
- Het eigen werk van betrokkene is, op basis van de huidige belastbaarheid, niet passend.- Het eigen werk van betrokkene bij de eigen werkgever kan niet met aanpassingen passend gemaakt worden.- Betrokkene kan geen passend werk bij de eigen werkgever uitvoeren.(…)- Een vervolgtraject 2de spoor wordt geadviseerd.”
3.Het verzoek
Amberrosia stelt verder dat de arbeidsrelatie ernstig verstoord is, omdat [verweerster] weigert met Amberrosia (telefonisch) contact te hebben en daardoor de re-integratie wordt belemmerd. [verweerster] geeft geen blijk van bereidheid tot het verrichten van re-integratiewerkzaamheden. Amberrosia verzoekt, nu volgens haar sprake is van ernstig verwijtbaar handelen, om geen rekening te houden met de opzegtermijn.
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling).
5.18. Ondanks het verzoek van [verweerster] om haar de noodzakelijke rust te geven en het advies van het UWV, waarmee Amberrosia bekend was, dat geen contact met de werkgever mogelijk was, heeft Amberrosia haar toch diverse (ondiplomatieke) e-mailberichten gestuurd, tot twee maal toe een (onterechte) loonstop toegepast, vaak gebeld en is zij blijven aandringen op een wekelijks (telefoon)gesprek. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Amberrosia door deze handelwijze [verweerster] onnodig onder druk gezet, hetgeen Amberrosia valt te verwijten. Niet valt in te zien waarom Amberrosia een te voeren gesprek niet enige tijd kon uitstellen of ervoor kon zorgdragen dat een gesprek onder goede randvoorwaarden kon plaatsvinden, bijvoorbeeld in aanwezigheid van een onpartijdige derde persoon. Weliswaar heeft Amberrosia gesteld dat zij het advies van de bedrijfsarts heeft opgevolgd, echter uit de overgelegde adviezen van de bedrijfsarts volgt niet dat de bedrijfsarts rechtstreeks contact tussen Amberrosia en [verweerster] heeft geadviseerd. Uit het oordeel van de verzekeringsarts van het UWV, zoals vermeld in de e-mail van 28 maart 2018, blijkt juist dat dergelijk contact niet mogelijk was. Verder heeft Amberrosia [verweerster] op 21 april 2018 tijdens haar kantinedienst bij de voetbalclub van haar zoon opgebeld. Ook dit is in strijd met het oordeel van de verzekeringsarts. Daar komt bij dat Amberrosia herhaaldelijk heeft gedreigd met een loonstop en zelfs tot tweemaal toe de loonbetaling onterecht heeft stopgezet. De kantonrechter acht het zeer aannemelijk dat dit heeft geleid tot verhoging van de spanningen bij [verweerster] , met negatieve gevolgen voor haar herstel. Dit wordt bevestigd door de evaluatie van de bedrijfsarts van 18 mei 2018.
5.20. Over de hoogte van de toe te kennen billijke vergoeding overweegt de kantonrechter het volgende. De billijke vergoeding moet – naar haar aard – in relatie staan tot het ernstig verwijtbare handelen of nalaten van de werkgever. Bij het bepalen van de omvang van de billijke vergoeding komt het verder aan op een beoordeling van alle omstandigheden van het geval (zie: HR 30 juni 2017, ECLI:NL:HR: 2017:1187 (New Hairstyle)). Ook met de gevolgen van het ontslag kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. De billijke vergoeding heeft echter geen specifiek punitief karakter en bij het begroten daarvan kan dus geen rol spelen welk bedrag voor de werkgever een ‘bestraffend’ effect heeft.
6.De beslissing
b. te vermeerderen met 8% vakantietoeslag, te betalen op de bij de wet aangegeven tijdstippen;