ECLI:NL:RBNHO:2018:587

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 januari 2018
Publicatiedatum
25 januari 2018
Zaaknummer
15/800303-17
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezit en verspreiding van kinderporno door verdachte met meerdere feiten tegen minderjarigen

Op 18 januari 2018 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit en de verspreiding van kinderporno. De zaak kwam voort uit een onderzoek dat begon met de aanhouding van de verdachte, die in de periode van 1 januari 2017 tot en met 26 juli 2017 in het bezit was van een aanzienlijke hoeveelheid kinderpornografisch materiaal. Dit materiaal bestond uit 374 bestanden, waaronder foto's en video's, waarbij kinderen betrokken waren die kennelijk jonger dan 18 jaar waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het in bezit hebben van dit soort materiaal.

Daarnaast werd de verdachte beschuldigd van het versturen van afbeeldingen van zijn ontblote geslachtsdeel naar minderjarigen, waarbij hij wist dat deze minderjarig waren. De rechtbank heeft de tenlastelegging in vier feiten verdeeld, waarbij elk feit betrekking had op de verspreiding van schadelijke afbeeldingen aan minderjarigen. De verdachte heeft tijdens de zitting bekend dat hij deze afbeeldingen heeft verzonden, maar stelde dat hij dacht dat de minderjarigen ouder waren dan zij in werkelijkheid waren.

De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan alle ten laste gelegde feiten en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes maanden onvoorwaardelijk en zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en een verbod op gedragingen die gericht zijn op internetomgevingen waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, evenals met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder een vermoedelijke neurocognitieve stoornis.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/800303-17 (P)
Uitspraakdatum: 18 januari 2017
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
4 januari 2018 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum verdachte] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres]
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [PI] .
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.G.T. Kramer en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. G. Kaaij, advocaat te Heerhugowaard, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Feit 1:
hij in of omstreeks de periode van 01 juli 2016 tot en met 26 juli 2017 in de gemeente Alkmaar, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, telkens afbeeldingen, - en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een laptop (Sony Vaio) en/of een SD kaart en/of een GSM (Samsung Galaxy) - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid, aangeboden, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsnaam [bestandsnaam 1] )
het betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsnaam [bestandsnaam 2] )
en/of
het door een dier oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het door een dier likken, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt likken, in de mond nemen, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een dier en/of het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van een dier (bestandsnaam film [bestandsnaam 3] )
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(bestandsnaam [bestandsnaam 4] )
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(bestandsnaam [bestandsnaam 5] )
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Feit 2:
hij op of omstreeks 21 juni 2017 in de gemeente Deventer, in elk geval in Nederland, een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, zijnde een foto van zijn, verdachtes, ontblote stijve penis, (via Whatsapp) heeft vertoond aan een minderjarige, te weten, [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum] 2003 ), van wie hij weet dat deze jonger is dan zestien jaar;
Feit 3 :
hij op een of meer verschillende tijdstippen op of omstreeks 01 juni 2017 en/of 02 juni 2017 te IJmuiden, gemeente Velsen, in elk geval in Nederland, (telkens) (een) afbeelding(en) waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, zijnde (een) foto('s) van zijn, verdachtes, ontblote (stijve) penis, (via Whatsapp) heeft vertoond aan een minderjarige, te weten, [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum] 2003), van wie hij weet dat deze jonger is dan zestien jaar;
Feit 4:
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2017 tot en met 30 juni 2017 in de gemeente Groningen, in elk geval in Nederland, (telkens) (een) afbeelding(en) waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, zijnde (een) foto('s) van zijn, verdachtes, ontblote (stijve) penis, (via Skype) heeft vertoond aan een minderjarige, te weten, [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum] 2004 ), van wie hij weet dat deze jonger is dan zestien jaar.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van feit 1 heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat bewezen kan worden dat verdachte gedurende de tenlastegelegde periode een gewoonte heeft gemaakt van het in bezit hebben van kinderporno.
3.2.
Standpunt van de verdediging
Ten aanzien van feit 1:
De verdediging heeft zich wat betreft het bezit van het bij verdachte aangetroffen kinderpornografische beeldmateriaal gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, met dien verstande dat naar de mening van de verdediging de tenlastegelegde periode beperkt dient te blijven tot de periode van 1 januari 2017 tot en met 26 juli 2017. Volgens de verdediging kan niet worden bewezen dat verdachte van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt. Van grootschaligheid is volgens de verdediging met de onderhavige hoeveelheid aangetroffen beeldmateriaal geen sprake. Daarnaast is de periode van bezit beperkt.
Ten aanzien van feit 3 :
De raadsman van verdachte heeft ten aanzien van dit feit vrijspraak bepleit, nu verdachte niet wist dat aangeefster nog geen zestien jaar was. Aangeefster heeft immers in het chatgesprek met verdachte (via WhatsApp) gezegd dat zij zestien jaar is. Hierop heeft verdachte mogen vertrouwen, aldus de raadsman.
Ten aanzien van de feiten 2 en 4:
De verdediging heeft zich ten aanzien van deze feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
3.3.1.
Bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen [1]
Ten aanzien van feit 1:
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit, behoudens ten aanzien van het maken van een gewoonte van dit misdrijf (zie hierna) – zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
  • het proces-verbaal van bevindingen door verbalisanten [verbalisant] , gedateerd 27 juli 2017 (dossierpagina’s 66 en 67);
  • het proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant] , gedateerd 27 juli 2017 (dossierpagina’s 61 en 62);
  • het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal door verbalisant [verbalisant] , gedateerd 31 augustus 2017 (dossierpagina’s 78 t/m 83).
Partiële vrijspraak film 2 en foto 9
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte met betrekking tot film 2 en foto 9 is ten laste gelegd, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Door de Hoge Raad zijn, met het oog op het ophelderen van onduidelijkheid over de wijze waarop - in het bijzonder - het grootschalige bezit van kinderporno kan of moet worden ten laste gelegd, enkele uitgangspunten geformuleerd (HR 20 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BS1739 en HR 24 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1497).
Die uitgangspunten komen hierop neer dat de steller van de tenlastelegging zich bij voorkeur zou moeten beperken tot het concreet beschrijven van een selectie van een gering aantal (representatieve) afbeeldingen.
Het beeldmateriaal behorend bij de in de tenlastelegging genoemde bestandsnamen is slechts gedeeltelijk in het hiervoor als bewijsmiddel genoemde proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal, gedateerd 31 augustus 2017 (dossierpagina’s 78 t/m 83) beschreven. Film 2 en foto 9 zijn daarin niet concreet beschreven. Deze bestanden zijn enkel terug te vinden in de bij voornoemd proces-verbaal gevoegde collectiescan (dossierpagina’s 86 (film 2) en 87 (foto 9)).
Deze collectiescan biedt slechts een algemene, categoriale beschrijving van hetgeen qua seksuele gedragingen op het beeldmateriaal zichtbaar is. Daarbij worden in de regel meerdere foto’s en/of films tot een bepaalde categorie samengebracht. De beschrijving die vervolgens wordt gegeven, is een algemene, al deze foto’s en/of films omvattende beschrijving. Uit die beschrijving en uit de collectiescan valt niet af te leiden of deze beschrijving ten aanzien van iedere afzonderlijke foto of film geheel van toepassing is.
Het voorgaande brengt met zich dat het dossier onvoldoende bewijs bevat in hoeverre de ten laste gelegde gedragingen inderdaad op film 2 en foto 9 zichtbaar zijn. Voor film 2 komt daar nog bij dat op dossierpagina 83 is vermeld dat er 1 dierenpornografische film is aangetroffen en dat op deze film is te zien dat een koe aan het geslacht van een volwassen man likt. Dit komt niet overeen met de collectiescan waarin is aangekruist dat een minderjarige betrokken is bij deze seksuele handeling.
Gewoonte
De rechtbank is – in weerwil van hetgeen door de verdediging is bepleit – van oordeel dat de strafverzwarende omstandigheid ‘gewoonte’ bewezen kan worden verklaard. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
Verdachte is gedurende zeven maanden in het bezit geweest van kinderpornografische afbeeldingen en films. Gedurende deze periode heeft verdachte zich bezig gehouden met het via internet downloaden van dit materiaal. Op de laptop, de daarin geplaatste SD-kaart en de mobiele telefoon van verdachte zijn in totaal 374 kinderpornografische bestanden, te weten foto’s (265) en films (109) aangetroffen. Nu aldus vaststaat dat verdachte regelmatig, over een langere periode en in grote hoeveelheden kinderpornografische afbeeldingen en films in zijn bezit heeft gehad, is de rechtbank van oordeel dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal.
Ten aanzien van feit 2:
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
  • het proces-verbaal van aangifte door [aangever] gedateerd 4 juli 2017 (dossierpagina’s 13 en 14).
Ten aanzien van feit 3 :
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 3 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen:
I. De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 4 januari 2017 afgelegd, inhoudende:
Ten aanzien van feit 3 beken ik dat ik foto’s van mijn ontblote stijve penis heb gemaakt en deze via WhatsApp naar een meisje heb gestuurd. Ik ben de man die te zien is op de foto’s in het dossier. Ik heb die foto’s verzonden. Ik dacht dat het meisje 14 of 15 jaar was. Ik weet dat mensen zich op internet, of via de telefoon, soms anders voordoen dan zij in werkelijkheid zijn.
II. Een proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] , gedateerd 13 juli 2017 (dossierpagina’s 22 t/m 24):
Ik ben geboren op [geboortedatum] 2003. Ik woon in IJmuiden, gemeente Velsen.
Vanaf 1 juni 2017 had ik via WhatsApp contact met een persoon die zich Andre noemde. Andre vertelde dat hij jongere meisjes leuker vond.
Op 2 juni 2017 stuurde Andre een naaktfoto van zichzelf, zittend in een stoel met zijn piemel in zijn hand. Later op 2 juni 2017 stuurde Andre een close-up van zijn piemel.
Op 1 juni 2017 heb ik Andre bericht dat ik een meisje ben.
Op 2 juni 2017, voordat Andre de foto’s stuurde, heb ik Andre bericht dat ik op school was. Dit ging via WhatsApp.
Bewijsoverweging
De rechtbank acht op grond van deze bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte wist dat aangeefster nog geen zestien jaar was.
Het ter terechtzitting besproken gegeven, inhoudende dat verdachte in het chatgesprek met aangeefster op een gegeven moment vroeg wat haar leeftijd is en dat aangeefster toen antwoordde dat zij 16 is, brengt de rechtbank niet tot een ander oordeel. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij zich ervan bewust is dat mensen zich op internet, of via de telefoon, soms anders voordoen dan zij in werkelijkheid zijn. Hij ging ervan uit dat hij te maken had met een schoolgaand meisje. Nu verdachte, gelet hierop, op geen enkele wijze geprobeerd heeft te achterhalen of te verifiëren of de door aangeefster geantwoorde leeftijd van 16 jaar juist was, heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank minst genomen bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat aangeefster nog geen zestien jaar was.
De rechtbank acht derhalve bewezen dat verdachte minst genomen voorwaardelijk opzet heeft gehad op de omstandigheid dat aangeefster jonger dan zestien jaar was.
Ten aanzien van feit 4:
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 4 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
  • het proces-verbaal van aangifte door [aangever 2] , gedateerd 12 juli 2017 (dossierpagina’s 41 t/m 45);
  • het proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant] , gedateerd 3 augustus 2017 (dossierpagina’s 49 en 50).
3.3.2.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Feit 1:
hij in de periode van 1 januari 2017 tot en met 26 juli 2017 in de gemeente Alkmaar gegevensdragers, te weten een
laptop (Sony Vaio) en een SD kaart en een GSM (Samsung Galaxy), bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien
jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit heeft , welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het vaginaal en anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt;
(bestandsnaam [bestandsnaam 1] )
het aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt;
(bestandsnaam Foto 3 [bestandsnaam 2]
en het naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en waarbij door het camerastandpunt en de onnatuurlijke pose nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel en de billen van deze persoon in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling;
(bestandsnaam [bestandsnaam 4] )
en hij van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Feit 2:
hij op 21 juni 2017 in de gemeente Deventer een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, zijnde een foto van zijn, verdachtes, ontblote stijve penis, via WhatsApp heeft vertoond aan een minderjarige, te weten [slachtoffer 1] (geboren op een datum, gelegen vóór [geboortedatum] 2003), van wie hij weet dat deze jonger is dan zestien jaar;
Feit 3 :
hij op tijdstippen op 2 juni 2017 te IJmuiden, gemeente Velsen, telkens een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, zijnde foto's van zijn, verdachtes, ontblote stijve penis, via WhatsApp heeft vertoond aan een minderjarige, te weten [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum] 2003), van wie hij weet dat deze jonger is dan zestien jaar;
Feit 4:
hij op tijdstippen in de periode van 1 januari 2017 tot en met 30 juni 2017 in de gemeente Groningen telkens een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, zijnde foto's van zijn, verdachtes, ontblote (stijve) penis, via Skype heeft vertoond aan een minderjarige, te weten [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum] 2004), van wie hij weet dat deze jonger is dan zestien jaar.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder de in de tenlastelegging van feit 1 opgenomen bestandsnamen:
  • film 1: [bestandsnaam 1] ;
  • foto 3 : [bestandsnaam 2]
verbeterd gelezen als:
  • film 1: [bestandsnaam 1]
  • foto 3 : [bestandsnaam 2]
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
Ten aanzien van feit 2:
Een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, vertonen aan een minderjarige van wie hij weet, dat deze jonger is dan zestien jaar.
Ten aanzien van de feiten 3 en 4, telkens:
Een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, vertonen aan een minderjarige van wie hij weet, dat deze jonger is dan zestien jaar, meermalen gepleegd.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht en met een proeftijd van drie jaren. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd aan het voorwaardelijk deel de door de reclassering in de rapportage van 12 december 2017 geadviseerde bijzondere voorwaarden te verbinden.
6.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de duur van een op te leggen onvoorwaardelijke gevangenisstraf te beperken tot ten hoogste vijf maanden. Daarnaast kan aan verdachte een lange voorwaardelijke gevangenisstraf worden opgelegd, met een lange proeftijd, en met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd.
6.3.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede door de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het bezit van kinderporno, waarvan hij een gewoonte heeft gemaakt, en aan het tonen van seksuele afbeeldingen aan minderjarigen beneden de leeftijd van zestien jaar, die schadelijk zijn te achten voor hen.
Het behoeft geen betoog dat kinderporno bijzonder verwerpelijk is, met name omdat bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Verdachte moet daarvoor mede verantwoordelijk gehouden worden, nu hij door zijn handelen heeft bijgedragen aan de instandhouding daarvan.
Verdachte is in het bezit geweest van een aanzienlijke collectie kinderpornografisch materiaal. Het merendeel van die collectie, te weten 65%, bestond uit materiaal waarbij kinderen (schijnbaar) jonger dan 12 jaar waren betrokken. Voorts acht de rechtbank van belang dat het materiaal niet alleen bestond uit geposeerde afbeeldingen – hetgeen op zich ook strafwaardig is – maar dat op een groot gedeelte van het materiaal, zowel foto’s als films, verregaande seksuele handelingen zichtbaar zijn, waaronder penetratie van soms zeer jonge kinderen.
Naast het bezit van kinderporno heeft verdachte naar drie minderjarigen foto‘s van zijn ontblote (stijve) geslachtsdeel gestuurd. Volgens verdachte hebben de minderjarigen hem uit nieuwsgierigheid uit eigen beweging benaderd en hebben zij hem tot het sturen van dergelijke foto’s aangezet of uitgelokt. De minderjarigen hebben volgens verdachte een eigen verantwoordelijkheid. Verdachte toont hiermee naar het oordeel van de rechtbank aan geen inzicht te hebben in het kwalijke van zijn handelen en in het gegeven dat alleen hij, als volwassene, daarvoor verantwoordelijk is. Daar komt bij dat jeugdige personen beschermd moeten worden tegen het tonen van foto’s als de onderhavige.
Gezien de aard en ernst van de feiten is enkel een vrijheidsbenemende straf aan de orde.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- het op naam van verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 27 juli 2017, waaruit blijkt dat verdachte weliswaar geen blanco strafblad heeft, maar niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk feit;
- het Pro Justitia (neuropsychologisch) rapport van 16 november 2017, opgesteld door drs. G.J.W. Pol, GZ-psycholoog. Dit rapport houdt – voor zover hier van belang – het volgende in:
Samenvattend zijn uit het onderhavige neuropsychologische onderzoek aanwijzingen naar voren gekomen voor het bestaan van cognitieve functie-stoornissen, in de zin van een trage cognitieve verwerkingssnelheid, een aandachtsstoornis en zogeheten frontale ofwel executieve stoornissen bestaande uit een beperkt werkgeheugen, een beperkte cognitieve flexibiliteit, een beperkt abstraherend vermogen, een beperkt vermogen om vooruit te plannen en een gebrekkige impulscontrole. (…)
(…) Hoewel er al met al onvoldoende aanleiding is om bij betrokkene te kunnen spreken van een dementie, kan niet worden uitgesloten dat er bij hem onderliggend sprake is van een beginnend dan wel geleidelijk progressief fronto-temporaal dementieel ontwikkelingsproces.
(…)
(…) Voor wat betreft de genoemde gedragsstoornissen kan worden opgemerkt dat betrokkene in verhouding tot voorheen nog meer anti-sociaal ontremd lijkt te zijn geraakt, dat zijn seksuele oriëntatie meer lijkt te zijn verschoven naar minderjarigen en dat zijn vermogen zich in te leven in anderen nog meer afgenomen lijkt te zijn.
- het Pro Justitia (psychologisch) rapport van 20 november 2017, opgesteld door drs. H.E.W. Koornstra, psycholoog. Dit rapport houdt – voor zover hier van belang – het volgende in:
Er is sprake van een ziekelijke stoornis in de zin van een neurocognitieve stoornis (een vermoedelijk vroeg-dementerend beeld) en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Hiervan was sprake ten tijde van het hem ten laste gelegde.
In onderhavig onderzoek (…) is duidelijk geworden dat inmiddels sprake is van een degeneratief cognitief beeld waarbij sprake is van ontremming en toenemend disfunctioneren. Betrokkene is niet (meer) in staat zijn gedrag adequaat te remmen en hiertoe volledig afhankelijk van derden. Gezien bovenstaand beeld en het duidelijke verband met de hem ten laste gelegde feiten, wordt geadviseerd hem de hem ten laste gelegde feiten, slechts in verminderde mate toe te rekenen. (…)
De klinische inschatting van de kans op recidive wordt als hoog ingeschat. (…) Afgaande op het delict gedrag dat nog ten tijde van onderhavige onderzoek weer door betrokkene opgestart werd, moge duidelijk zijn dat er geen enkel leereffect te verwachten is van straf en behandeling zinloos lijkt. (…) Concreet wordt derhalve geadviseerd het toezicht aan te scherpen en voor de maximaal mogelijke termijn te laten duren om enige grip te houden op zijn gedrag.
De rechtbank neemt dit advies over en acht verdachte voor de bewezenverklaarde feiten verminderd toerekeningsvatbaar. De rechtbank neemt ook het advies over ten aanzien van de duur van het toezicht, welke duur in deze zaak op grond van de wet maximaal drie jaren bedraagt.
- de inhoud van het reclasseringsadvies van 12 december 2017, opgemaakt door W. Kunst, werkzaam bij Reclassering Nederland. Dit rapport houdt onder meer het volgende in:
Er is sprake van een (beginnend) delictpatroon en het recidiverisico wordt als hoog ingeschat. (…) Betrokkene legt grotendeels de verantwoordelijkheid buiten zichzelf en bagatelliseert onderhavige verdenking, wat als risicofactor gezien kan worden. (…) Vanuit het onderzoek van de Pro Justitiarapporteur is gebleken dat een behandeling geen effect heeft op gedragsbeïnvloeding, vanwege het ontbreken aan enig zelf reflecterend en empathisch vermogen, waardoor dit niet is geïndiceerd. Dit standpunt wordt door de behandelaar van GGZ Noord-Holland-Noord gedeeld. Intensieve begeleiding vanuit de reclassering wordt wel geïndiceerd met als doel om de bijzondere voorwaarden te monitoren. (…)
Voorgesteld wordt een toezicht op bijzondere voorwaarden op te leggen.
Invulling van het toezicht: Het toezicht zal zich richten op de controle van de bijzondere voorwaarden en het motiveren van betrokkene om zich hieraan te houden. Binnen het toezicht wordt de heer [verdachte] gewezen op de gevolgen van het gebruik maken van sociale media. Er wordt geprobeerd om enige grip te houden op het gedrag van cliënt en waar mogelijk betrokkene de mogelijkheden zijn acties te volharden af te nemen. Het is echter gebleken dat het geen recidive verminderende werking heeft. (…)
Geadviseerd wordt een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Hierbij worden de volgende bijzondere voorwaarden geadviseerd:
-
meldplicht: de heer [verdachte] moet zich melden bij Reclassering Nederland op
het volgende adres: Drechterwaard 102,1824 DX, te Alkmaar. Hierna moet de heer [verdachte] zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
-
andere voorwaarden het gedrag betreffende: de heer [verdachte] onthoudt zich, op welke wijze dan ook, van: gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen, gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin over seksuele handelingen met kinderen wordt gecommuniceerd, het op digitale wijze verspreiden van beeld en videomateriaal van seksuele handelingen met kinderen en met zichzelf.
De reclassering behoudt zich het recht, in het kader van toezicht, controle uit te laten oefenen op computer(s) en andere apparatuur van betrokkene waarop afbeeldingen (kunnen) worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd.
De rechtbank zal dit advies volgen.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat een gedeelte daarvan vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van drie jaren, opdat verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit. Daarnaast zal de rechtbank bijzondere voorwaarden verbinden aan het voorwaardelijk deel van de opgelegde straf, een en ander zoals geadviseerd door de reclassering.

7.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 240a en 240b van het Wetboek van Strafrecht.

8.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.3.2. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
twaalf (12) maanden.
Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
zes (6) maanden nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van drie jaren.
Stelt als algemene voorwaarden dat verdachte:
  • zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
  • zich binnen vijf dagen na afloop van de detentie zal melden bij Reclassering Nederland op het volgende adres: Drechterwaard 102 te Alkmaar. Hierna moet verdachte zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
  • zich onthoudt, op welke wijze dan ook, van gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen, gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin over seksuele handelingen met kinderen wordt gecommuniceerd, het op digitale wijze verspreiden van beeld en videomateriaal van seksuele handelingen met kinderen en met zichzelf.
Geeft opdracht aan de reclassering om toezicht te houden op de naleving van de voormelde voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden, zolang deze instelling dit, in overleg met de officier van justitie, noodzakelijk oordeelt.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.H.B. Littooy, voorzitter,
mr. N.O.P. Roché en mr. S. Jongeling, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. R.S.E. Bruinen,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 januari 2018.

Voetnoten

1.De door de rechtbank als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.