Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- van 13 april 2016
- van 14 december 2016 (met herstelvonnis van 21 december 2016)
- van 29 november 2017
- van 28 maart 2018.
2.De verdere beoordeling
Van de stelling dat er meer omzet in de verdeling moet worden betrokken dan in de door [K] overgelegde jaarrekening is opgenomen, draagt [H] de bewijslast. [K] betwist wel dat er omzet buiten de boeken is gehouden, maar licht onvoldoende toe waarom er sprake is van doorhalingen in het kasoverzicht en het lijstje met contante betalingen voor de motoren. Van de juistheid van de door [K] overgelegde jaarstukken kan dan ook niet (zonder meer) – ook niet met de nadere door [K] gegeven toelichting – worden uitgegaan.
“Acht u de conclusie van de rechter dat er geen motoren tot het vennootschapsvermogen behoorden juist?”
handelsrente zal worden toegewezen vanaf de datum van dagvaarding, met uitzondering van die over de buitengerechtelijke kosten. Daarover is de ‘gewone’ wettelijke rente verschuldigd.
- € 20.147,61 saldo jaarrekening 2015 (-/- € 3.418,63)
- € 2.661,27 helft van de erkende/toegewezen debiteuren (geïnde facturen)
- € 260,- btw
- € 1.010,66buitengerechtelijke incassokosten
- € 24.079,54
4.517,50(6,5 punten × tarief € 695,-)
- € 1.538,96 door [H] betaalde facturen
- € 5.500,- onttrokken gereedschap en materialen
- € 500,--motorlift
- € 7.538,96