ECLI:NL:RBNHO:2018:5425
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verdeling van zorg- en opvoedingstaken met betrekking tot minderjarige en vaststelling van kinderbijdrage
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 27 juni 2018, is een beschikking gegeven over de verdeling van zorg- en opvoedingstaken tussen de ouders van de minderjarige [minderjarige]. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.P.M. Voskuil-van Dijk, heeft verzocht om een wijziging van de bestaande zorgregeling en een hogere kinderbijdrage van € 550,- per maand. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.H.C. Houben, heeft verweer gevoerd en verzocht om een lagere kinderbijdrage van € 235,- per maand. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders in het verleden onvoldoende rekening hebben gehouden met het belang van de minderjarige en dat er een gebrek aan communicatie is. De rechter heeft besloten dat de minderjarige om de week bij de vader verblijft van vrijdag 16.45 uur tot maandagochtend, en dat de vakanties in onderling overleg worden verdeeld. Tevens is bepaald dat de vader € 235,- per maand aan de moeder moet betalen als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het verzoek van de moeder om een hogere bijdrage afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs was voor haar verzoek. De rechter heeft partijen aangespoord om hulp te zoeken voor verbetering van hun communicatie en samenwerking in het ouderschap.