Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
BeoogdOuderdomspensioen van ƒ 11.328,-- (€ 5.140,42) en
BeoogdPartnerpensioen van ƒ 7.930,-- (€ 3.598,47).
3.De vordering
A. zal bepalen dat SRLEV jegens [eiser] toerekenbaar tekort is geschoten / haar precontractuele zorgplicht heeft geschonden en/of onrechtmatig heeft gehandeld en mitsdien aansprakelijk is voor de hierdoor bij [eiser] opgetreden schade en hierbij te bepalen dat SRLEV deswege gehouden is tot vergoeding van die schade, die [eiser] heeft geleden of nog zal lijden, nader op te maken bij Staat en te vereffenen volgens de wet;
B. SRLEV zal veroordelen tot betaling aan [eiser] van een bedrag van € 1.250,--, te vermeerderen met btw, wegens gemaakt buitengerechtelijke kosten,
alsmede tot betaling van de proceskosten en de nakosten.
In totaal is een bedrag van € 59.312,-- aan premie betaald voor voormelde verzekeringen, als volgt uit te splitsen: