ECLI:NL:RBNHO:2018:5347

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 april 2018
Publicatiedatum
25 juni 2018
Zaaknummer
5773922 / CV EXPL 17-2141
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep op buitengewone omstandigheden door luchtvaartmaatschappij in compensatiezaak

In deze zaak hebben de passagiers, eisers, een vordering ingesteld tegen United Airlines INC, gedaagde, vanwege een vertraging van meer dan drie uur van vlucht UA71 van Amsterdam naar Newark op 28 december 2016. De passagiers vorderden compensatie op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij vertragingen. United betwistte de vordering en deed een beroep op buitengewone omstandigheden, namelijk slechte weersomstandigheden die de uitvoering van de vlucht verhinderden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vertraging het gevolg was van een besluit van de luchtverkeersleiding, dat specifiek gericht was aan het toestel van de vlucht. De rechter oordeelde dat United voldoende aannemelijk had gemaakt dat zij alle redelijke maatregelen had genomen om de vertraging te voorkomen. Daarom werd de vordering van de passagiers afgewezen en werden zij veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 5773922 / CV EXPL 17-2141
Uitspraakdatum: 18 april 2018
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier 1] ,

2.
[passagier 2] ,beiden wonende te [woonplaats] ,
eisers,
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers,
gemachtigde: mr. A.J. Colenbrander en mr. C.J.J.W. Schmidt,
tegen
de buitenlandse rechtspersoon United Airlines INC,
gevestigd te Wilmington, Delaware (Verenigde Staten) en mede kantoorhoudende te te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer,
gedaagde,
hierna te noemen: United,
gemachtigde: mr. M. Lustenhouwer.

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 24 februari 2017 een vordering tegen United ingesteld. United heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna United een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met United een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan United de passagiers diende te vervoeren van Amsterdam naar Newark (Verenigde Staten) met vlucht UA71 op 28 december 2016, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht heeft meer dan drie uur vertraging opgelopen.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van United gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
United heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen, na wijziging van eis, dat United, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 27 januari 2017, althans vanaf 16 februari 2017, althans de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 108,90 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 16 februari 2017, althans vanaf de dag der dagvaarding;
- de proceskosten en nakosten.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat United vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening. De passagiers hebben ingevolge art. 7 lid 2 van de Verordening het compensatiebedrag gehalveerd tot een bedrag van € 300,00 per passagier.

4.Het verweer

4.1.
United betwist de vordering. Zij doet een beroep op buitengewone omstandigheden. Onderhavige vlucht is onderdeel van de rotatie Newark-Amsterdam-Newark. De vlucht van Newark naar Amsterdam (UA70) is tijdig vertrokken en 29 minuten voor schema in Amsterdam gearriveerd. De onderhavige vlucht (UA71) zou om 09:15 uur lokale tijd vertrekken. Schiphol had op dat moment echter te kampen met zeer slechte weersomstandigheden (dichte mist en “freezing rain”).
4.2.
Een belangrijke taak van de luchtverkeersleiding is separatie van het (lucht)verkeer om zo botsingen te voorkomen. Bij slecht zicht dient om veiligheidsredenen meer tijd of ruimte te worden gehouden tussen de aankomende vertrekkende toestellen. De luchtverkeersleiding zal daarom de separatieafstand vergroten waardoor er minder toestellen kunnen vertrekken dan gepland. Hierdoor treden vertragingen op. De onderhavige vlucht kreeg vanwege het slechte weer om 09:15 uur (lokale tijd) geen toestemming om te mogen vertrekken. Om 09:57 uur (lokale tijd) werd de push back clearance gegeven en is het toestel van de gate vertrokken. Uiteindelijk is het besluit genomen dat het toestel moest terug keren naar de gate. Om 12:02 uur (lokale tijd) stond het toestel terug aan de gate. De “return time” besloeg 125 minuten. Het toestel kreeg vervolgens om 12:30 uur (lokale tijd) opnieuw toestemming om te vertrekken. Het toestel is om 12:42 uur (lokale tijd) opgestegen.
4.3.
De onderhavige vlucht is met een vertraging van drie uur en 15 minuten aangevangen als gevolg van slechte weersomstandigheden op Schiphol en de daarop genomen beslissing van de luchtverkeersleiding. Tijdens de vlucht is de vertraging iets ingelopen. Het toestel is in Newark aangekomen met een vertraging van drie uur en één minuut.
4.4.
United betwist wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten aan de passagiers verschuldigd te zijn.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is van de vordering kennis te nemen. De Verordening is van toepassing op onderhavig geschil.
5.2.
Vast staat dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur zijn aangekomen op de eindbestemming Newark. Op grond van de Verordening is United gehouden de passagiers hiervoor te compenseren, tenzij United kan aantonen dat de vertraging het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden in de zin van artikel 5, lid 3, van de Verordening, die ondanks het treffen van alle redelijke maatregel niet voorkomen konden worden.
5.3.
Ten aanzien van het beroep van United op de aanwezigheid van buitengewone omstandigheden geldt (in algemene zin) het volgende. In de punten 14 en 15 van de Considerans van de Verordening staat dat dergelijke omstandigheden zich onder meer kunnen voordoen in geval van weeromstandigheden die de uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen en wanneer een besluit van de luchtverkeersleiding voor een specifiek toestel op een specifieke dag een langdurige vertraging, een vertraging van een nacht of de annulering van één of meer vluchten van dat vliegtuig veroorzaakt.
5.4.
Op 28 december 2016 was rondom de luchthaven Schiphol sprake van slechte weersomstandigheden, in de zin van zeer dichte mist. Volgens de oorspronkelijke planning zou vlucht UA71 om 09:15 uur (lokale tijd) vertrekken vanaf Schiphol. Het toestel stond om deze tijd gereed voor vertrek. Uit productie 3 bij conclusie van antwoord blijkt dat het toestel waarmee de vlucht in kwestie werd uitgevoerd pas om 09:57 uur (lokale tijd) toestemming van de luchtverkeersleiding kreeg om van de gate te vertrekken, de zogeheten push back clearance. Het toestel kreeg vervolgens geen toestemming om op te stijgen. Als gevolg van de slechte weersomstandigheden is het toestel teruggekeerd naar de gate. Om 12:02 uur (lokale tijd) stond het toestel terug aan de gate. Uit productie 4 bij antwoord blijkt dat het toestel om 12:30 uur opnieuw toestemming kreeg om van de gate te vertrekken. Het toestel is vervolgens om 12:42 uur (lokale tijd) opgestegen.
De passagiers zaten vanaf 09.15 uur aan boord van het toestel dat vervolgens om 12.02 uur teruggekeerd is naar de gate. Het is niet waarschijnlijk dat de passagiers niet op de hoogte zijn gebracht van de redenen van terugkeer en de slechte weersomstandigheden.
5.5.
United heeft naar het oordeel van de kantonrechter voldoende aannemelijk gemaakt dat het besluit van de luchtverkeersleiding het toestel terug te laten keren naar de gate specifiek was gericht aan het toestel waarmee de vlucht in kwestie (UA71) werd uitgevoerd. Gelet hierop is voldaan aan de vereisten van de punten 14 en 15 van de Considerans van de Verordening en is sprake van een buitengewone omstandigheid.
5.6.
De vraag die vervolgens beantwoord dient te worden is of United alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging van de vlucht te voorkomen. Nadat het toestel om 09:57 uur (lokale tijd) push back clearance van de luchtverkeersleiding kreeg heeft het toestel gedurende lange tijd in de wachtrij gestaan om op te stijgen. De passagiers zaten aan boord van het toestel. United had hierdoor niet de mogelijkheid om de passagiers van boord te halen en hen een alternatief aan te bieden om zo een vertraging te voorkomen. In alle redelijkheid kon er niet meer van United worden verwacht. United heeft alle redelijke maatregelen genomen om de vertraging zo gering mogelijk te houden.
5.7.
Gelet op bovenstaande zal de vordering van de passagiers worden afgewezen. De overige verweren van United behoeven derhalve geen bespreking meer.
5.8.
De passagiers zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor United worden vastgesteld op een bedrag van € 200,00 aan salaris van de gemachtigde van United.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. de Vries kantonrechter en op 18 april 2018 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter