In deze zaak vorderen passagiers compensatie van EasyJet na de annulering van vlucht EZY8868 op 26 juni 2014, die hen van Schiphol naar Gatwick Airport zou vervoeren. De passagiers hebben een vervoersovereenkomst met EasyJet gesloten, maar de vlucht werd geannuleerd vanwege stakingen van het Franse luchtverkeersbeheer. De passagiers zijn later aangekomen op hun eindbestemming en hebben compensatie gevorderd op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. EasyJet heeft de vordering betwist en zich beroepen op buitengewone omstandigheden, maar de kantonrechter oordeelt dat EasyJet niet kan aantonen dat de annulering het gevolg was van deze omstandigheden. De passagiers hebben bewijs geleverd dat er een toestel beschikbaar was voor de vlucht, en de annulering werd gezien als een operationele keuze van EasyJet. De kantonrechter heeft de vordering van de passagiers toegewezen, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De proceskosten zijn voor rekening van EasyJet, omdat zij grotendeels ongelijk kreeg.