ECLI:NL:RBNHO:2018:4939

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 juni 2018
Publicatiedatum
13 juni 2018
Zaaknummer
C/15/275068 FT RK 18.788
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering voorlopige voorziening in het kader van schuldsanering en ontruiming

Op 11 juni 2018 heeft de schuldenaar een verzoek ingediend bij de Rechtbank Noord-Holland voor de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. Tevens verzocht de schuldenaar om een voorlopige voorziening op basis van artikel 287b van de Faillissementswet (Fw) in verband met een aanstaande ontruiming van zijn woning, die door de stichting Woonwaard Noord-Kennemerland was aangezegd voor 14 juni 2018. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kantonrechter eerder had geoordeeld dat de schuldenaar de woning onterecht bedrijfsmatig en commercieel onderverhuurde, wat leidde tot een ontruimingsvonnis.

De gevraagde voorlopige voorziening was bedoeld om artikel 305 Fw van toepassing te verklaren. De rechtbank verduidelijkt dat een moratorium alleen kan worden verleend als het ontruimingsvonnis uitsluitend is gebaseerd op een tekortkoming in de nakoming van een financiële verplichting, zoals een huurachterstand. Aangezien het ontruimingsvonnis is gebaseerd op andere tekortkomingen, werd de voorlopige voorziening geweigerd.

Door de afwijzing van de voorlopige voorziening is het belang van het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling komen te vervallen, waardoor de rechtbank dit verzoek als ingetrokken beschouwt. De beslissing om het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling te behandelen, zal op een later moment plaatsvinden. De rechtbank heeft op 13 juni 2018 in het openbaar uitspraak gedaan.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND voorlopige voorziening

Afdeling privaatrecht
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer: C/15/275068 FT RK 18.788
beschikking van 13 juni 2018
op het verzoek van:
[schuldenaar],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen schuldenaar,
tegen
de stichting Stichting Woonwaard Noord-Kennemerland,
gevestigd te Alkmaar,
hierna te noemen Woonwaard Noord-Kennemerland,
gemachtigde: Snijder Gerechtsdeurwaarders.

1.Het verzoek en de beoordeling

1.1.
Op 11 juni 2018 is ter griffie het verzoek ingekomen van schuldenaar tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. Tevens heeft schuldenaar de rechtbank verzocht een voorlopige voorziening ex artikel 287b Faillissementswet (Fw) te geven in verband met de namens Woonwaard Noord-Kennemerland tegen 14 juni 2018 aangezegde ontruiming van de door schuldenaar bewoonde woning.
1.2.
De rechtbank stelt op basis van de stukken vast dat de kantonrechter bij vonnis in kort geding schuldenaar heeft veroordeeld om de woning te ontruimen en ontruimd te houden en te verlaten op grond van de omstandigheid –kort gezegd– dat schuldenaar de woning gedurende langere tijd bedrijfsmatig en commercieel onderverhuurt. Dit maakt dat schuldenaar tekortschiet in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst.
1.3.
De gevraagde voorlopige voorziening strekt mede tot het van toepassing verklaren van artikel 305 Fw. Uit de samenhang met artikel 305, tweede lid, Fw volgt dat een moratorium slechts kan worden verleend indien het ontruimingsvonnis uitsluitend is gebaseerd op een tekortkoming in de nakoming van een financiële verplichting voorvloeiende uit de huurovereenkomst, zoals een huurachterstand. Nu daarvan geen sprake is, althans het ontruimingsvonnis is enkel gebaseerd op andere tekortkomingen, zal de verzochte voorlopige voorziening ex artikel 287, vierde lid, Fw worden geweigerd.
1.4.
Nu door afwijzing van de voorlopige voorziening ex artikel 287, vierde lid Fw het belang van de voorlopige voorziening ex artikel 287b Fw is komen te vervallen, beschouwt de rechtbank laatst genoemd verzoekschrift als ingetrokken.
1.5.
Op het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling zal thans nog niet worden beslist. De mondelinge behandeling van dit verzoek zal plaatsvinden op
[datum] te [tijdstip] uur. Indien schuldenaar een minnelijke schuldregeling met zijn schuldeisers tot stand brengt, dient hij dit zo spoedig mogelijk aan de rechtbank te melden en daarbij het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling in te trekken.

2.De beslissing

De rechtbank:
2.1.
weigert de gevraagde voorziening.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Wouters, rechter, en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier uitgesproken op 13 juni 2018.