Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
STICHTING GEMEENSCHAPPELIJKE OPENBARE BIBLIOTHEEK HOORN
1.Het procesverloop
2. De feiten
“Directeur bibliotheek Hoorn weg
”. In dit artikel is onder meer het volgende vermeld:
Tegenover hetNoordhollands Dagblad
stelt bestuursvoorzitter [naam 1] dat het contact tussen [verweerster] en het personeel in de loop der tijd steeds moeizamer verliep. ‘Er ontstond veel emotie en besluiteloosheid’, aldus [naam 1] . (…)
3.Het verzoek
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling
noblesse oblige). Hierbij weegt mee dat niet aannemelijk is geworden dat de interim-manager op grote weerstand van [verweerster] is gestuit en dat zij haar medewerking aan de overdracht heeft geweigerd, zoals Bibliotheek Hoorn heeft aangevoerd. Het eerste (overdrachts)gesprek met de interim-manager is weliswaar op verzoek van [verweerster] verschoven van 22 december 2017 naar de dag na haar vakantie (8 januari 2018), maar het gesprek dat toen heeft plaatsgevonden was een open gesprek over de situatie, de opdracht van de interim-manager en de verdeling van taken voor dat moment. Dat blijkt uit het memo van [naam 4] d.d. 25 januari 2018. De omstandigheid dat [verweerster] het op 12 januari 2018 aan haar verstrekte verslag van het evaluatiegesprek van 20 december 2017 niet heeft willen ondertekenen en vervolgens niet met haar bevindingen en/of een reactie is gekomen, zoals Bibliotheek Hoorn voorts heeft aangevoerd, rechtvaardigt niet de conclusie dat haar geen redelijke gelegenheid meer behoefde te worden geboden om zich te verbeteren. Met haar handelwijze heeft Bibliotheek Hoorn [verweerster] niet in voldoende mate in de gelegenheid gesteld haar functioneren te verbeteren. Het ontbindingsverzoek op de d-grond is reeds daarom niet toewijsbaar.
New Hairstyle). Ook met de gevolgen van de ontbinding kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. De billijke vergoeding heeft echter geen specifiek punitief karakter en bij het begroten daarvan kan dus geen rol spelen welk bedrag voor de werkgever een punitief, dat wil zeggen ‘bestraffend’ effect heeft.