Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
21 november 2017 aanvullend schriftelijk geantwoord. Bij het schriftelijk antwoord heeft [gedaagde] een tegenvordering ingediend.
2.De feiten
“i am sending you an factuur for the bathroom on the [adres 1] and please read the confirmation factuur ??? And I have a question, when you pay me some old factuurs ??? Regards [eiser] ”
“ [eiser] why you don’t going to THE work at [adres 2] ”.[eiser] antwoordt vervolgens: “
[gedaagde] . The answer to this question is very simple. Until now, I did not get any money for old invoices, and promised to pay me that some.(…).[gedaagde] antwoordt daarop:
(…) I also don’t have money to pay you. I’m still waiting for money. (…) Maybe is better to divorce. If i have THE money i Will paid. IT is up to you.”
(…)“ Ik ga nu een opsomming maken van projecten:
- [adres 3] , de poort naar de tuin. Schade want uiteindelijk hebben wij een andere partij het laten uitvoeren. Schade post € 2275,00 excl. BTW
- [adres 4] . Diverse schilderpunten en niet goed sluitende voordeur. (…). Schade post € 950,00 excl. BTW
- [adres 5] . Niet afmonteren elektra, verschillende kleuren en merk verf. (…). Schade post € 750,00 excl. BTW
- [adres 6] . Stucwerk vertoont scheuren, beschadigingen aan glas in de ramen. (…). Schade post € 1500,00 excl. BTW
- [adres 2] . De lekkages waren niet voldoende gerepareerd (…). (…). Schade post € 1500,00.
- [adres 1] . Gebruiken van de verkeerde voorgeschreven tegels andere afmetingen. Gevolg ik heb € 2.000,00 excl. BTW moeten toeleggen.
3.De vordering
4.Het verweer en de tegenvordering
16 december 2016 aan mevrouw Zadelaar.
5.De beoordeling
de vordering
19 december 2016 niet door [gedaagde] wordt betwist dat hij opdracht heeft gegeven voor de werkzaamheden. Ten slotte wijst de kantonrechter op de bij productie 6 (aan zijde van [eiser] ) overgelegde conversatie waaruit volgt dat in ieder geval opdracht is gegeven voor de werkzaamheden aan [adres 4] . Ook voor die opdracht is door [gedaagde] bij conclusie van antwoord gesteld dat hij daarvoor geen opdracht aan [eiser] had gegeven. De stelling van [gedaagde] dat hij geen opdrachten heeft verstrekt, is gelet hierop ongeloofwaardig. De tien facturen die zien op de werkzaamheden van [eiser] waarop geen nader verweer door [gedaagde] is gevoerd, moeten dan ook worden voldaan. De vordering ligt in zoverre voor toewijzing gereed.
1 april 2016, 19 april 2016 en 19 juli 2016 en bedragen respectievelijk € 238,50, € 730,52 en € 2.383,70. [eiser] heeft betwist dat er verkeerde tegels zijn gebruikt (de opdrachtgever wilde andere tegels dan het showmodel) en voorts dat [gedaagde] een korting heeft moeten geven. [gedaagde] heeft vervolgens de nadere uiteenzetting van [eiser] niet betwist en ook niet onderbouwd op welke wijze schade is geleden. Het verweer van [gedaagde] wordt dan ook verworpen zodat ook de drie facturen die zien op het werk in [adres 1] moeten worden voldaan. De vordering ligt in zoverre voor toewijzing gereed.