ECLI:NL:RBNHO:2018:3971

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 mei 2018
Publicatiedatum
14 mei 2018
Zaaknummer
6429163
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht door weersomstandigheden en luchtverkeersbeheer

In deze zaak heeft de passagier een vordering ingesteld tegen Austrian Airlines wegens compensatie voor vertraging van een vlucht op 22 april 2017. De passagier had een vervoersovereenkomst met Austrian Airlines voor een vlucht van Amsterdam via Wenen naar Imam Khomeini Airport in Iran. De vlucht arriveerde met een vertraging van 25 minuten, waardoor de passagier haar aansluitende vlucht miste en meer dan 3 uur later op de eindbestemming aankwam. De passagier vorderde een schadevergoeding van € 600,00, plus buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente, op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004.

Austrian Airlines betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk beperkte capaciteit op de luchthaven van Wenen en ongunstige weersomstandigheden. De kantonrechter oordeelde echter dat Austrian Airlines niet voldoende bewijs had geleverd dat deze omstandigheden de vertraging rechtvaardigden. De rechter stelde vast dat de luchtvaartmaatschappij niet had aangetoond dat de vertraging het gevolg was van een besluit van de luchtverkeersleiding of dat er sprake was van buitengewone omstandigheden die niet konden worden voorkomen.

De kantonrechter heeft de vordering van de passagier toegewezen, inclusief de wettelijke rente en een deel van de buitengerechtelijke kosten, en de proceskosten voor rekening van Austrian Airlines gesteld. De rechter concludeerde dat de passagier recht had op compensatie op basis van de Europese regelgeving, aangezien de luchtvaartmaatschappij niet had voldaan aan de vereisten om zich te beroepen op buitengewone omstandigheden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 6429163 \ CV EXPL 17-9736
Uitspraakdatum: 16 mei 2018
Beschikking in de zaak van:
[passagier],
wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder te noemen: de passagier
gemachtigde: mr. C. Altinok-Uyar
tegen
Austrian Airlines A.G.,
gevestigd te Wenen
verwerende partij
verder te noemen: Austrian Airlines
gemachtigde: mr. E.C. Douma

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 30 oktober 2017;
  • het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 6 december 2017;

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft met Austrian Airlines een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Austrian Airlines de passagier diende te vervoeren op 22 april 2017 van Amsterdam via Wenen naar Imam Khomeini Airport (Iran), hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht vanuit Amsterdam had als geplande aankomsttijd 08:55 uur (lokale tijd), maar is met een vertraging van 25 minuten geland om 09:20 uur (lokale tijd). De passagier heeft hierdoor haar aansluitende vlucht van Wenen naar Imam Khomeini Airport met vertrektijd 09:45 uur (lokale tijd) gemist. Zij is vervolgens omgeboekt naar een andere vlucht en is meer dan 3 uur later op de eindbestemming aangekomen dan volgens het oorspronkelijke vluchtschema was gepland.
2.3.
De passagier heeft compensatie van Austrian Airlines gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
Austrian Airlines heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
De passagier verzoekt Austrian Airlines te veroordelen tot betaling van:
- € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 april 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 april 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten.
3.2.
De passagier baseert haar vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof).
3.3.
De passagier stelt dat Austrian Airlines vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is haar te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van
€ 600,00. Daarnaast maakt de passagier aanspraak op betaling door Austrian Airlines van de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.
3.4.
Austrian Airlines betwist de vordering. Zij voert daartoe – samengevat – aan dat het toestel dat de onderhavige vlucht zou uitvoeren om 07:00 uur (lokale tijd) gereed stond om te vertrekken vanaf Amsterdam maar hier gedurende een bepaalde tijd geen toestemming voor kreeg nu er sprake was van beperkte capaciteit op de luchthaven van Wenen. Tevens mocht het toestel bij het naderen van Wenen niet landen en werd het naar een wachtcircuit gedirigeerd vanwege de weersomstandigheden te Wenen. Austrian Airlines heeft ter onderbouwing hiervan diverse producties overgelegd, waaronder een weerrapport van Wunderground, het vluchtrapport van de onderhavige vlucht en de ‘Standard IATA Delay Codes’. De beperkingen van het luchtverkeersbeheer moeten volgens Austrian Airlines worden aangemerkt als buitengewone omstandigheid als bedoeld in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening. Volgens Austrian Airlines heeft zij alle redelijke maatregelen getroffen om de buitengewone omstandigheid te voorkomen maar kan zij geen invloed uitoefenen op de beslissingen van het luchtverkeersbeheer of de weersomstandigheden.

4.De beoordeling

4.1.
Austrian Airlines is gevestigd in het buitenland. Het geschil heeft derhalve internationale aspecten, zodat allereerst moet worden onderzocht of de Nederlandse rechter bevoegd is van de vordering kennis te nemen. De kantonrechter stelt vast dat hij op grond van het bepaalde in artikel 26 van de Brussel I bis-Verordening (nr. 1215/2012) bevoegd is om van de onderhavige vordering kennis te nemen, nu Austrian Airlines in de onderhavige procedure is verschenen en de bevoegdheid niet heeft betwist.
4.2.
Op grond van artikel 5 lid 3 van de Verordening is Austrian Airlines niet verplicht de passagier te compenseren zoals bedoeld in artikel 7 van de Verordening indien zij kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden. Austrian Airlines stelt dat hier sprake is van buitengewone omstandigheden omdat de vertraging van de passagier het gevolg was van de door het luchtverkeersbeheer ingestelde instructies voor onderhavige vlucht, zowel bij het vertrek vanaf Amsterdam als bij aankomst te Wenen.
4.3.
In de punten 14 en 15 van de considerans van de Verordening staat dat omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening zich onder meer kunnen voordoen in geval van weersomstandigheden die de uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen en wanneer een besluit van de luchtverkeersleiding voor een specifiek toestel op een specifieke dag een langdurige vertraging, een vertraging van een nacht of de annulering van één of meer vluchten van dat vliegtuig veroorzaakt.
4.4.
Niet in geschil is dat in het vluchtrapport bij ‘delay information’ de code 82 staat. In tegenstelling tot hetgeen Austrian Airlines in haar verweerschrift aangeeft, staat in productie 3 onder code 82 het volgende:
ATFM due to ATC STAFF/EQUIPMENT EN-ROUTE, reduced capacity caused byindustrial action or staff shortage, equipment failure, military exercise orextraordinary demand due to capacity reduction in neighbouring area
4.5.
Beperkte capaciteit betekent dat er – ondanks de begrenzingen – wel degelijk vliegverkeer mogelijk was van en naar de luchthaven. Er was geen sprake van een gesloten luchthaven. Austrian Airlines heeft verder geen reden kunnen geven voor deze beperkte capaciteit noch nadere uitleg gegeven wat er onder beperkte capaciteit wordt verstaan. Naar het oordeel van de kantonrechter is dus niet vast komen te staan dat sprake is geweest van een besluit van de luchtverkeersleiding dat specifiek was gericht aan het toestel waarmee de vlucht in kwestie werd uitgevoerd.
4.6.
Ook het beroep van Austrian Airlines op de weersomstandigheden en de daarop volgende instructies van de luchtverkeersleiding kan haar niet baten. De kantonrechter oordeelt dat Austrian Airlines onvoldoende heeft aangetoond dat sprake was van weersomstandigheden die de oorspronkelijke uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderden. Dat er sprake was van een windstootsnelheid van 44,4 kilometer per uur wil nog niet zeggen dat er sprake was van een buitengewone omstandigheid. Het (enige) door Austrian Airlines overgelegde weerrapport van ‘Wunderground’ biedt daartoe onvoldoende informatie. Het is aan de luchtvaartmaatschappij om voldoende gegevens ter onderbouwing te verstrekken, opdat de kantonrechter een oordeel kan vormen. Anders dan door Austrian Airlines wordt aangevoerd, volgt uit de overgelegde stukken niet, althans onvoldoende, dat de luchtverkeersleiding een besluit heeft genomen die de oorspronkelijke uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderden. Daar komt nog bij dat algemene beperkingen opgelegd door de luchtverkeersleiding naar het oordeel van de kantonrechter inherent zijn aan het voeren van een luchtvaartonderneming.
4.7.
Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat niet is voldaan aan de vereisten van punt 14 of 15 van de considerans van de Verordening en dat derhalve Austrian Airlines geen beroep toekomt op van een buitengewone omstandigheid. De kantonrechter komt daarom niet toe aan de beantwoording van de vraag of Austrian Airlines voldoende redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging te voorkomen. De vordering tot betaling van de hoofdsom zal, gelet op de duur van de vertraging van de vlucht, worden toegewezen.
4.8.
De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
4.9.
De passagier heeft een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. Nu de onderhavige vordering geen betrekking heeft op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is, zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. De kantonrechter acht voldoende aannemelijk gemaakt dat de passagier buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht dan wel heeft laten verrichten en dat hiervoor kosten zijn gemaakt. De omvang van de buitengerechtelijke incassokosten dient te worden getoetst aan de tarieven zoals vervat in het Besluit in plaats van aan de tarieven van het rapport Voorwerk II, nu de tarieven neergelegd in voornoemd Besluit geacht worden redelijk te zijn. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief. De kantonrechter zal de vordering of het gevorderde bedrag dan ook toewijzen tot het wettelijke tarief, te weten € 108,90 en voor het overige afwijzen.
4.10.
De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten is niet toewijsbaar nu de passagier niet heeft gesteld op welke datum de buitengerechtelijke incassokosten zijn betaald.
4.11.
De proceskosten komen voor rekening van Austrian Airlines, omdat zij ongelijk krijgt. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.
4.12.
Op verzoek van de passagier zal een certificaat betreffende een beslissing in de Europese procedure voor geringe vorderingen (formulier D van bijlage IV van de verordening) aan deze beschikking worden gehecht.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt Austrian Airlines tot betaling aan de passagier van € 600,00 te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 22 april 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt Austrian Airlines tot betaling aan de passagier van € 108,90 aan buitengerechtelijke kosten;
5.3.
veroordeelt Austrian Airlines tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagier tot en met vandaag worden begroot op € 223,00 aan griffierecht en € 100,00 aan salaris gemachtigde vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking;
5.4.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gewezen door mr. J. Candido, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open.