Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift van 16 november 2017 met 10 producties
- het verweerschrift met twee producties
- de mondelinge behandeling van 13 maart 2018 waar zijn verschenen; [verzoeker], bijgestaan door mr. Snijder voornoemd; namens DL mr. Boer, advocaat thans in dienst van Nationale Nederlanden advocaten.
- ter gelegenheid van de mondelinge behandeling is van de zijde van [verzoeker] overgelegd: de aantekeningen ten behoeve van de zitting van mr. Snijder; de aantekeningen van [verzoeker]; de begeleidende brieven van 24 maart 2014, januari 2010 en 30 oktober 2008 behorend bij productie 9 bij verzoekschrift.
2.De feiten
3.Het geschil
€ 3.570,00 te vermeerderen met 6% kantooropslag en btw, of althans een in goede justitie te bepalen vergoeding, te vermeerderen met de griffierechten.
4.De beoordeling
€ 255,- is betrokken maakt DL hiertegen bezwaar. Ook maakt DL bezwaar tegen de kantoorkosten. Door digitalisering zijn deze kosten inmiddels relatief beperkt geworden, aldus DL. DL ziet de reden van 6% kantoorkosten bovenop een fors uurtarief niet in. Een begroting van maximaal € 2.856,- wordt door DL redelijk geacht.
€ 4.606,70 (€ 3.570,- vermeerderd met 21% BTW en het betaalde griffierecht van € 287,-).