3.4.Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt op grond van de feiten en omstandigheden, die zijn vervat in de hierna te noemen bewijsmiddelen, tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.
De hierna vermelde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen. Het geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 5°, van het Wetboek van Strafvordering, is slechts gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.
De verklaring die verdachte ter terechtzitting van 5 april 2018 heeft afgelegd, houdt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende in:
Ik heb [slachtoffer] gedurende een langere periode meerdere keren per week op haar mond gekust. Het kan kloppen dat dit in april 2016 voor het eerst was. Ik wist hoe oud [slachtoffer] was. Het zou kunnen dat ik haar heb gezegd dat zij het niet tegen haar moeder moest zeggen. Ik heb inderdaad spijt getoond in een WhatsAppgesprek omdat ik mij heel schuldig voelde.
Een proces-verbaal van verhoor (pagina 27 e.v.). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 20 april 2017 door benadeelde [slachtoffer] , geboren [geboortedatum] , wonende [adres] ten overstaan van verbalisanten afgelegde verklaring:
V: Kun je nu, en probeer dat in volgorde van tijd te doen, vertellen wat er tussen jou en [verdachte] is gebeurd?
A: Vorig jaar in februari kwamen [verdachte] en zijn vriendin [persoon] naast ons wonen. De band tussen mij en [verdachte] werd sterker.
V: Wanneer was het dat hij jou voor het eerst heeft gezoend en wat waren de
omstandigheden waarin dit gebeurde?
A: De eerste keer was rond april mei 2016. Hij kwam naar me toe en gaf me een kus op de mond. Ik voelde zijn tong in mijn mond.
V: Hoe zoende hij jou die eerste keer?
A: Hij tongzoende mij.
V: Bij welke situaties heeft [verdachte] jou gezoend en wat waren dat voor zoenen?
A: Meestal als we de honden gingen uitlaten. In de keuken bij [verdachte] thuis. Het
gebeurde ook wel eens in de tuin. Het waren tongzoenen.
V: Weet jij hoe lang de periode heeft geduurd dat jullie met elkaar hebben gezoend en
wanneer dat was?
A: Het heeft ongeveer 5 maanden geduurd, vanaf april mei. 27 september 2016 was de
laatste keer in het ziekenhuis.
V: Als je alles terug denkt, hoe vaak hebben jullie met elkaar gezoend?
A: Niet elke dag, maar wel een paar keer week, 5 maanden lang.
Een proces-verbaal van aangifte (pagina 20 e.v.). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 3 april 2017 door aangever [aangever] ten overstaan van verbalisanten afgelegde verklaring:
Op 6 oktober 2016 vertelde [slachtoffer] dat zij met [verdachte] had gezoend. Hij had tegen [slachtoffer] gezegd dat zij er niets over mocht zeggen tegen mij. Ik kreeg een appje van [verdachte] dat hij het niet had mogen doen en dat hij spijt had.
Een geschrift, inhoudende een de geprinte tekst van een WhattsApp gesprek (pagina 26). Dit geschrift houdt onder meer in:
WhatsApp-chat met [verdachte] Buur.txt
(de rechtbank begrijpt: een WhatsApp gesprek tussen verdachte [verdachte] en aangever [aangever] )
07-10-16, 08:52 - To the moon and back»: [slachtoffer] is 13 en jij bent 28!! Jij had dit nooit mogen laten gebeuren en jij bent begonnen met tongen!!!! wordt er misselijk van!!! En is niet 1 keer gebeurd!!
07-10-16, 08:53 - [verdachte] Buur: Het had ook nooit mogen gebeuren mam het spijt mij echt heel erg en [slachtoffer] zocht mij ook op
07-10-16, 08:53 - [verdachte] Buur: We zijn heel stom geweest
07-10-16, 08:54 - [verdachte] Buur: ik had de wijste moeten zijn