ECLI:NL:RBNHO:2018:3272
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van achterstallig loon en loonspecificatie in verband met onderbetaling tijdens dienstverband
In deze zaak heeft [eiseres] een vordering ingesteld tegen King Parking wegens onderbetaling van loon tijdens haar dienstverband van 25 oktober 2015 tot 6 mei 2017. [Eiseres] was in dienst op basis van een nul-urencontract en had een overeengekomen uurloon van € 8,50 netto, dat na zes maanden zou stijgen naar € 9,00 netto. Na beëindiging van het dienstverband heeft [eiseres] geconstateerd dat zij niet het juiste loon had ontvangen, en heeft zij King Parking aangesproken op de onderbetaling. King Parking heeft in een e-mail bevestigd dat er een bedrag van € 841,29 aan [eiseres] verschuldigd was, maar heeft later betwist dat het gevorderde bedrag van € 4.591,75 correct was, en stelde dat de berekening uitging van een werkweek van 36 uur in plaats van 40 uur.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat King Parking inderdaad te weinig loon heeft betaald, maar dat de hoogte van het te weinig betaalde loon afhankelijk is van de werkweek die als uitgangspunt moet worden genomen. De rechter heeft geoordeeld dat de fulltime werkweek in de branche 40 uur bedraagt, en dat het daarbij passende minimumloon moet worden gehanteerd. Op basis van deze overwegingen heeft de kantonrechter de vordering van [eiseres] gedeeltelijk toegewezen, waarbij King Parking werd veroordeeld tot betaling van € 533,81 bruto, vermeerderd met wettelijke rente, en tot afgifte van een loonspecificatie over de periode van oktober 2015 tot en met maart 2017.
De tegenvordering van King Parking, waarin werd verzocht om terugbetaling van een bedrag dat onverschuldigd zou zijn betaald, werd afgewezen. De proceskosten werden voor rekening van King Parking gesteld, omdat zij grotendeels ongelijk kreeg in de vordering.