ECLI:NL:RBNHO:2018:2769

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 april 2018
Publicatiedatum
4 april 2018
Zaaknummer
6244386 \ EJ VERZ 17-290
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • S.B. Rip
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verlenging ontruimingstermijn huur bedrijfsruimte afgewezen wegens huurschuld

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Chocolate King B.V. op 15 augustus 2017 een verzoekschrift ingediend om de ontruimingstermijn van de door haar gehuurde bedrijfsruimte te verlengen met een jaar. Chocolate King, die de bedrijfsruimte gebruikt voor de productie van chocolade, heeft een huurschuld van € 9.301,12. De verhuurder, [verweerder], heeft de huur opgezegd per 31 augustus 2017 en verzet zich tegen de verlenging van de ontruimingstermijn. Tijdens de mondelinge behandeling op 28 maart 2018 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de belangen van de verhuurder zwaarder wegen dan die van de huurder, vooral gezien de aanzienlijke huurschuld. De kantonrechter heeft het verzoek van Chocolate King afgewezen en de ontruiming vastgesteld op 1 augustus 2018. Tevens is Chocolate King veroordeeld in de proceskosten van de verhuurder.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Alkmaar
Zaaknr/repnr.: 6244386 \ EJ VERZ 17-290 (H.K.)
Uitspraakdatum: 25 april 2018
Beschikking op een verzoek ex art. 7:230a, lid 1 BW
in de zaak van:
de besloten vennootschap Chocolate King B.V.
gevestigd en kantoorhoudende te Heiloo
verzoekster
verder te noemen: Chocolate King
gemachtigde: I.V. van Eck (DAS), advocaat te Alkmaar
tegen
[verweerder]
wonende te [woonplaats]
verweerder
verder te noemen: [verweerder]
gemachtigde: mevr.mr. I.V. van Eck, juridisch medewerkster bij D.A.S. Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V. te Zaandam.

1.Het procesverloop

1.1.
Chocolate King heeft op 15 augustus 2017 een verzoekschrift ingediend, met producties 1-8.
Daar heeft [verweerder] bij verweerschrift op gereageerd met producties 1-7.
Vervolgens zijn door beide partijen nog nadere producties ingediend, waaronder een overzicht van door beide partijen ingediende stukken.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft in deze --gelijktijdig met de comparitie in de civiele rolprocedure onder rolnr. 6378507 \ CV EXPL 17-7319 -- plaatsgevonden op 28 maart 2018, alwaar Chocolate King is verschenen bij haar directeur [naam 1], en [verweerder] in persoon; partijen werden bijgestaan door hun gemachtigden.
De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Beide partijen hebben pleitnotities overgelegd.

2.De uitgangspunten

2.1.
[verweerder] verhuurt op grond van een schriftelijke huurovereenkomst ex art. 7:230a van het Burgerlijk Wetboek (BW) sinds 1 april 2009 aan Chocolate King de bedrijfsruimte De Hoefsmid 32 (achterste gedeelte) te Heiloo.
2.2.
Chocolate King gebruikt deze ruimte als productieruimte ten behoeve van het ontwikkelen en produceren van chocolade producten.
2.3.
De huur is aangegaan voor een periode van drie jaar, tot en met 31 maart 2012 met de mogelijkheid van telkens een verlenging met één jaar.
2.4.
Bij aanvang van de huurovereenkomst heeft Chocolate King een waarborgsom voldaan van € 8.211,--.
2.5.
Bij brief van 31 januari 2017 heeft de beheerder [naam 2] de huur namens [verweerder] opgezegd per 1 september 2017, met het verzoek aan Chocolate King het pand per 31 augustus 2017 op te leveren.
2.6.
In de civiele procedure onder rolnr. 6378507 \ CV EXPL 17-7319 heeft [verweerder] een vordering ingesteld tegen Chocolate King in verband met een huurachterstand. Bij vonnis van heden is Chocolate King in die zaak onder meer veroordeeld tot betaling van € 9.301,12 wegens huurschuld, gerekend tot en met 31 augustus 2017, inclusief btw.

3.Het geschil

3.1.
Het verzoek van Chocolate King strekt ertoe te bepalen dat de termijn, waarin de verplichting om na het einde van de huur de bij haar in gebruik zijnde bedrijfsruimte te ontruimen geschorst is, te verlengen met één jaar, kosten rechtens.
3.2.
Aan haar verzoek heeft Chocolate King – zakelijk samengevat – de volgende stellingen ten grondslag gelegd.
Er is stilzwijgende overeenstemming tussen partijen bereikt, dat de afgesproken huurkorting voor de periode van 1 september 2014 tot en met 31 augustus 2015 ook nadien zou blijven gelden. Vanwege een vermeende huurschuld en een discussie over de tussenmeters voor de nutsvoorziening, heeft [verweerder] de huurovereenkomst met Chocolate King opgezegd tegen 31 augustus 2017. Chocolate King is het niet eens met de opzegging. Zij heeft groot belang bij voortzetting van de huurovereenkomst. Zij is een productiebedrijf en zij heeft haar machinepark aangepast aan de gehuurde bedrijfsruimte. Zij verwijst naar de in deze procedure overgelegde foto’s. Beëindiging van het gebruik van het pand brengt de bedrijfsvoering van Chocolate King rechtstreeks in gevaar, nu juist op het moment dat het financieel iets beter gaat met het bedrijf. Het is Chocolate King niet gelukt om vervangende bedrijfsruimte te vinden. Zij heeft getracht om de bij haar in gebruik zijnde bedrijfsruimte van [verweerder] te kopen, maar hij is niet akkoord gegaan met het aanbod van Chocolate King.
Chocolate King heeft in de rolprocedure betwist dat sprake is van een huurschuld van € 22.142,46. Als al sprake is van een huurschuld dan is deze aanzienlijk kleiner. Bovendien heeft Chocolate King een waarborgsom voldaan van € 8.211,--.
3.3.
Het verweer van [verweerder] strekt tot afwijzing van het verzoek, kosten rechtens en subsidiair, bij toewijzing, veroordeling van Chocolate King tot betaling van een maandelijkse gebruiksvergoeding van € 3.131,48, inclusief btw.
Hiertoe heeft [verweerder] – zakelijk samengevat – het volgende aangevoerd.
Zijn belangen worden bij toewijzing van het verzoek ernstiger geschaad dan de belangen van Chocolate King bij afwijzing. Er heeft zich inmiddels een geïnteresseerde koper gemeld voor de bedrijfsruimte. [verweerder] heeft geen vertrouwen meer in Chocolate King. Er is sprake van een forse huurachterstand van € 22.142,46 en [verweerder] vreest dat bij een voortgezet gebruik van de bedrijfsruimte door Chocolate King de huurachterstand nog groter zal worden. Het door Chocolate King gestelde ten aanzien van de nutsvoorzieningen heeft niets van doen met de onderhavige procedure.

4.De beoordeling

4.1.
Chocolate King heeft aangegeven het bij haar in gebruik zijnde pand nodig te hebben voor haar bedrijfsvoering, zodat zij niet instemt met ontruiming van de bedrijfsruimte en schorsing van de ontruimingstermijn verzoekt. Op grond van art. 7:230a lid 4 BW dient een belangenafweging plaats te vinden. De verzochte ontruimingsschorsing wordt slechts toegewezen, indien de belangen van de huurder door de ontruiming ernstiger worden geschaad dan die van de verhuurder bij voortzetting van het gebruik. Desalniettemin wordt het verzoek afgewezen indien de verhuurder aannemelijk maakt dat van hem (onder andere) wegens wanbetaling niet gevergd kan worden dat de huurder langer het recht op het gebruik van de zaak behoudt.
4.2.
Chocolate King heeft gemotiveerd gesteld evident belang te hebben bij voortzetting van het gebruik van het pand, maar in dit geval geeft het belang van [verweerder] om het pand te verkopen naar het oordeel van de kantonrechter de doorslag. Het zwaarwegendste argument hiervoor is de forse huurachterstand van € 9.301,12, gerekend tot en met augustus 2017. In de rolprocedure is Chocolate King bij vonnis van heden tot betaling van dit bedrag veroordeeld. Deze achterstand is aan te merken als wanbetaling aan de zijde van Chocolate King. Het feit dat door Chocolate King een waarborgsom is betaald, maakt dit oordeel niet anders, omdat de waarborgsom niet is bedoeld voor betaling van huurschuld.
4.3.
Het verzoek van Chocolate King dient derhalve te worden afgewezen en de kantonrechter zal het tijdstip van ontruiming in redelijkheid vaststellen op 1 augustus 2018.
4.4.
Gelet op de uitslag van de procedure dient Chocolate King in de proceskosten te worden veroordeeld. Voor wat betreft het salaris gemachtigde wordt 1 salarispunt toegekend, rekening houdend met de gecombineerde behandeling van de onderhavige zaak met voormelde rolprocedure.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst het verzoek van Chocolate King af;
5.2.
stelt het tijdstip van de ontruiming van de bij Chocolate King in gebruik zijnde bedrijfsruimte aan De Hoefsmid 32 (achterste gedeelte) te Heiloo vast op 1 augustus 2018;
5.3.
stelt vast deze beschikking op grond van art. 7:230a lid 7 BW tevens geldt als een veroordeling van Chocolate King om uiterlijk 1 augustus 2018 tot ontruiming van voormelde bedrijfsruimte over te gaan;
5.4.
veroordeelt Chocolate King in de proceskosten, die tot heden voor [verweerder] worden vastgesteld op een bedrag van € 200,-- voor salaris van de gemachtigde van [verweerder].
Deze beschikking is gegeven door mr. S.B. Rip, kantonrechter, bijgestaan door J.A.J. Kreijger en op 25 april 2018 in het openbaar uitgesproken.
De griffier
De kantonrechter