Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[huurder1],
[huurder2],
DE ONBEKENDE HUURDERS C.Q. ONDERHUURDERS,
1.De procedure
- het verzoekschrift
- de mondelinge behandeling d.d. 26 maart 2018.
2.De feiten2.1. [B.] heeft bij notariële akte d.d. 31 oktober 1997 aan verzoekster een eerste recht van hypotheek verleend op de onroerende zaak, te weten het woonhuis met schuur, ondergrond, tuin, erf en verdere aanhorigheden te [adres], kadastraal bekend gemeente [nummer], groot een are eenenzestig centiare (01.61 are), (hierna ook: het registergoed).
3.Het verzoek
4.De beoordeling
4.2. Ter zitting heeft mr. Schram namens verzoekster naar voren gebracht dat de veiling van het registergoed is gepland op 16 april 2018 en de termijn voor onderhandse biedingen afloopt op 1 april 2018. Verzoekster is niet bereid af te wachten of het belanghebbenden gaat lukken een hypotheek te regelen. Uit de hypotheekakte heeft verzoekster niet kunnen opmaken dat [B.] ten tijde van het verlijden van die akte gehuwd was met belanghebbende sub 2. In de hypotheekakte staat immers dat [B.] ongehuwd is, aldus verzoekster.
5.De beslissing
5.2. veroordeelt belanghebbenden om het registergoed te ontruimen met al de hunnen en al het hunne en om het registergoed met afgifte van de sleutels aan verzoekster ter vrije beschikking te stellen,