beschikking
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling privaatrecht
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rekestnummer: C/15/265510 / HA RK 17-194
Beschikking van 1 maart 2018
[verzoekster],
wonende te [woonplaats]
verzoekster,
advocaat mr. I.C. Timmermans te Amsterdam,
1.
[verweerder],
wonende te [woonplaats]
2. stichting,
NOORDWEST ZIEKENHUISGROEP, GEMINI ZIEKENHUIS,
gevestigd te Alkmaar,
3. de onderlinge waarborgmaatschappij
CENTRAMED B.A.,
gevestigd te Zoetermeer,
verweerders,
advocaat mr. S.M. Steegmans te Utrecht.
Partijen zullen hierna “verzoekster” of “ [verzoekster] ” respectievelijk “ verweerders” of “ [verweerder] ”, “het ziekenhuis” en “Centramed” worden genoemd.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift van 19 oktober 2017 met producties 1 tot en met 23;
- het verweerschrift van 1 december 2017 met producties 1 tot en met 11;
- de mondelinge behandeling van 7 december 2017, alwaar zijn verschenen: mevrouw [verzoekster] bijgestaan door mr. Timmermans voornoemd en vergezeld van haar partner de heer [betrokkene] en de heer [betrokkene] en namens verweerders mr. S.M. Steen (waarnemend voor mr. Steegmans);
- de pleitnota van mr. Timmermans;
- de pleitnota van mr. Steen;
- het faxbericht van 19 december 2017 van mr. Steegmans, waaruit blijkt dat verweerders kunnen instemmen met de benoeming van orthopedisch chirurg de heer drs. [-----] als deskundige, zoals door mr. Timmermans namens verzoekster voorgesteld tijdens de mondelinge behandeling.
2. De beoordeling
2.1. Het verzoekschrift strekt ertoe dat de rechtbank een voorlopig deskundigenbericht zal bevelen.
2.2. Verzoekster stelt – kort samengevat – dat verzoekster op 26 augustus 2013 door een val haar rechterenkel heeft gebroken. Zij heeft zich diezelfde dag gemeld bij het Gemini ziekenhuis. Vervolgens is zij op 27 augustus 2013 door [verweerder] geopereerd. Bij deze operatieve ingreep is ter plaatse van de breuken materiaal ter fixatie ingebracht, waaronder twee stelschroeven (hierna: het osteosynthesemateriaal) en is de enkel van verzoekster voor de duur van 6 weken gegipst. Op het moment dat de rechterenkel van verzoekster werd gegipst, vertoonde deze open wondjes.
Verzoekster stelt dat [verweerder] niet heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die een redelijk bekwaam en redelijk behandelend arts verwacht had mogen worden. Verzoekster heeft ten gevolge hiervan schade geleden. Volgens verzoekster is dan ook sprake van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de gesloten behandelingsovereenkomst.
Verzoekster stelt dat bij de operatie op 27 augustus 2013 en daarna fouten zijn gemaakt. Zo is volgens verzoekster:
- bij het gipsen te weinig gelet op de aanwezigheid van een open wond;
- ten aanzien van de opgetreden infectie geen adequaat behandel- en vervolgbeleid toegepast en is de diepere aanwezigheid en uitbreiding van de infectie te laat gesignaleerd;
- heeft na het starten met een beperkte antibioticakuur op 30 januari 2014 onvoldoende nacontrole, nabehandeling en nazorg plaatsgevonden, waardoor de infectie persisteerde en in alle hevigheid kon toenemen en geen aanvullend antibioticabeleid is gestart.
Ten gevolge van bovengenoemde is een aanzienlijke delay ontstaan in het genezingsproces. Het genezingsproces van verzoekster is gefrustreerd door de infectie die maandenlang heeft gepersisteerd en heeft geleid tot infectie van het osteosynthesemateriaal en later tot osteomyelitis. Als gevolg daarvan heeft verzoekster extra behandelingen moeten ondergaan, waaronder de ingrijpende operatie, bestaande uit een athroscopische bovenste spronggewricht artrodese op 21 oktober 2014 in het AMC. Deze artrodese heeft geleid tot blijvende beperkingen bij [verzoekster] .
2.3. Verweerders voeren aan dat zij niet aansprakelijk zijn. Zij verzetten zich er echter niet tegen dat de rechtbank een deskundige benoemt, met inachtneming van de in het verweerschrift en ter zitting gemaakte opmerkingen.
2.4. Na de mondelinge behandeling hebben verweerders schriftelijk bericht in te stemmen met het benoemen van drs. A.L. van der Zwan als deskundige, zoals door verzoekster ter zitting was voorgesteld.
2.5. Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen voorts, samen met de rechter, de aan de deskundige te stellen vragen doorgelopen, zoals opgenomen in de laatste versie aan de zijde van [verzoekster] , aangehecht aan de pleitaantekeningen. Partijen zijn daarover alleen nog verdeeld op het punt of de foto’s, genoemd in voorgestelde vraag 3, ook door de deskundige bij zijn onderzoek betrokken mogen worden (zoals [verzoekster] wil, maar Centramed niet) en de vetgedrukte aanduiding in de voorgestelde vragen 8, 9 en 10, die volgens Centramed te sturend is. De rechtbank zal de formulering van vragen 8, 9 en 10 aanpassen, in de zin zoals hierna in de beslissing vermeld. Ter zitting is er over de foto’s door verzoekster op gewezen dat het eerste blad van haar productie 5 de datering per foto vermeldt. Verweerders hebben in reactie wel naar voren gebracht dat de foto’s zelf geen datering bevatten, maar de rechtbank heeft geen reden te twijfelen aan de juistheid van het overzicht en zal van die juistheid uitgaan. Verweerders voeren verder aan dat de foto’s geen onderdeel uitmaken van het medisch dossier en daarom in eerste instantie buiten de deskundigenbeoordeling zouden moeten blijven. De rechtbank zal vraag 3 zo herformuleren dat de deskundige in eerste instantie gevraagd wordt te antwoorden op basis van het medisch dossier, zonder de foto’s van productie 5, en daarna in een subvraag gevraagd wordt of de foto’s tot een andere beantwoording zouden leiden en zo ja, in welke zin.
2.6. Volgend discussiepunt is het al dan niet horen door de deskundige van [verweerder] . Centramed wil dat onderdeel van het onderzoek door de deskundige zal zijn dat de deskundige (als hij [verzoekster] hoort) [verweerder] hoort. Centramed kan niet in dit standpunt worden gevolgd. Het beginsel van hoor en wederhoor dat de deskundige in acht moet nemen, ziet op de communicatie met en informatieverstrekking aan partijen, zoals in de hierna genoemde Leidraad wordt uiteengezet. Voor medisch onderzoek geldt verder het bepaalde onder 11.3 van de Leidraad. Tot de taak van de deskundige behoort het geven van medisch oordeel, op basis van een medisch dossier en/of patiëntonderzoek. Het horen van betrokkenen in het kader van waarheidsvinding behoort tot de taak van de rechter.
2.7. Verder zijn partijen het er over oneens of de deskundige ook gevraagd moet worden schadevragen te beantwoorden. [verzoekster] heeft dit niet verzocht, maar Centramed acht dit om redenen van efficiëntie wel wenselijk. Centramed stelt voor om in de vraagstelling aan de deskundige duidelijk op te nemen dat de vragen naar de eventuele gevolgen van het handelen in het ziekenhuis alleen hoeven te worden beantwoord als de deskundige meent dat er op enig moment sprake is geweest van onzorgvuldig handelen van het Gemini ziekenhuis c.q. [verweerder] jegens verzoekster. Indien de deskundige toekomt aan de behandeling van de vragen naar de eventuele gevolgen van het handelen in het ziekenhuis, is Centramed bereid om deze kosten te dragen. De rechtbank zal dit voorstel volgen. De deskundige zal worden gevraagd in voorkomend geval en voor zover hij dat kan, bij de eindnota de kosten voor beantwoording van de schadevragen te specificeren en Centramed zal de kosten van deze vragen volledig moeten dragen. Aldus is proces-economie en efficiëntie gediend, zonder extra kosten voor verzoekster.
2.8. Met inachtneming van al het vorenstaande zal de rechtbank overgaan tot benoeming van [-----] als deskundige. Aan deze deskundige zullen de in de beslissing vermelde vragen worden voorgelegd.
2.9. Tot slot zijn partijen verdeeld over wie het voorschot voor het door [verzoekster] verzochte onderzoek moet deponeren. De rechtbank ziet in de aanloop naar de onderhavige procedure aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt van de wet, dat het voorschot op de kosten van de deskundige in beginsel door de verzoekende partij moet worden gedeponeerd. Hiertoe overweegt de rechtbank het volgende. Nadat [verzoekster] bij brief van 14 augustus 2015 het ziekenhuis en [verweerder] aansprakelijk stelde, heeft Centramed eerst voorgesteld op gezamenlijke kosten een deskundige te benoemen. Dit is in overeenstemming met wat de gedragscode Goma onder punt 18 en 19 voorschrijft. Maar uit de correspondentie daarna blijkt dat Centramed als principe-eis, tegen de gemotiveerde en hierboven juist bevonden bezwaren van [verzoekster] in, erin heeft volhardt dat [verweerder] door de deskundige gehoord zou worden. Ook is Centramed niet ingegaan op tegenvoorstellen van [verzoekster] voor de te benoemen deskundige. Gezien deze eenzijdig georiënteerde opstelling van Centramed restte [verzoekster] geen andere optie dan een (als door overleg nog wel afwendbare uiterste stap aangekondigd) verzoekschrift in te dienen. Hieraan mogen voor [verzoekster] geen nadelige financiële consequenties zitten. Partijen zullen daarom in lijn met het uitgangspunt van de Goma ieder de helft van het voorschot moeten dragen. Omdat verzoekster met een toevoeging procedeert, zal echter aan haar haar deel van het voorschot niet worden opgelegd.
2.10. De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. Daartoe behoort het verstrekken van het medische dossier. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.11. Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen: