ECLI:NL:RBNHO:2018:2702

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 maart 2018
Publicatiedatum
30 maart 2018
Zaaknummer
C/15/265510 / HA RK 17-194
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek in medische aansprakelijkheidszaak met betrekking tot behandeling van enkelbreuk en infectie

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 1 maart 2018 een beschikking gegeven in een civiele procedure tussen verzoekster en verschillende verweerders, waaronder het Noordwest Ziekenhuisgroep en Centramed B.A. Verzoekster, die op 26 augustus 2013 haar rechterenkel brak, stelt dat de medische behandeling door de betrokken artsen niet aan de zorgvuldigheidseisen voldeed, wat leidde tot een infectie en verdere complicaties. De rechtbank heeft de procedure in gang gezet na een verzoekschrift van verzoekster, waarin zij om een deskundigenonderzoek vroeg. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 december 2017 zijn beide partijen vertegenwoordigd door hun advocaten en is er gesproken over de benoeming van een deskundige. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om drs. A.L. van der Zwan als deskundige aan te stellen en heeft de partijen opgedragen om de kosten van het deskundigenonderzoek te delen, met uitzondering van verzoekster, die met een toevoeging procedeert. De rechtbank heeft ook benadrukt dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek en dat het medisch dossier moet worden verstrekt. De deskundige zal vragen beantwoorden over de medische behandeling en de gevolgen van eventuele tekortkomingen in de zorgverlening. De rechtbank heeft de partijen ook geïnformeerd over de procedurele stappen die moeten worden gevolgd na het indienen van het deskundigenrapport.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling privaatrecht
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rekestnummer: C/15/265510 / HA RK 17-194
Beschikking van 1 maart 2018
in de zaak van
[verzoekster],
wonende te [woonplaats]
verzoekster,
advocaat mr. I.C. Timmermans te Amsterdam,
tegen
1.
[verweerder],
wonende te [woonplaats]
2. stichting,
NOORDWEST ZIEKENHUISGROEP, GEMINI ZIEKENHUIS,
gevestigd te Alkmaar,
3. de onderlinge waarborgmaatschappij
CENTRAMED B.A.,
gevestigd te Zoetermeer,
verweerders,
advocaat mr. S.M. Steegmans te Utrecht.
Partijen zullen hierna “verzoekster” of “ [verzoekster] ” respectievelijk “ verweerders” of “ [verweerder] ”, “het ziekenhuis” en “Centramed” worden genoemd.

1. De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift van 19 oktober 2017 met producties 1 tot en met 23;
- het verweerschrift van 1 december 2017 met producties 1 tot en met 11;
- de mondelinge behandeling van 7 december 2017, alwaar zijn verschenen: mevrouw [verzoekster] bijgestaan door mr. Timmermans voornoemd en vergezeld van haar partner de heer [betrokkene] en de heer [betrokkene] en namens verweerders mr. S.M. Steen (waarnemend voor mr. Steegmans);
- de pleitnota van mr. Timmermans;
- de pleitnota van mr. Steen;
- het faxbericht van 19 december 2017 van mr. Steegmans, waaruit blijkt dat verweerders kunnen instemmen met de benoeming van orthopedisch chirurg de heer drs. [-----] als deskundige, zoals door mr. Timmermans namens verzoekster voorgesteld tijdens de mondelinge behandeling.

2. De beoordeling

2.1. Het verzoekschrift strekt ertoe dat de rechtbank een voorlopig deskundigenbericht zal bevelen.
2.2. Verzoekster stelt – kort samengevat – dat verzoekster op 26 augustus 2013 door een val haar rechterenkel heeft gebroken. Zij heeft zich diezelfde dag gemeld bij het Gemini ziekenhuis. Vervolgens is zij op 27 augustus 2013 door [verweerder] geopereerd. Bij deze operatieve ingreep is ter plaatse van de breuken materiaal ter fixatie ingebracht, waaronder twee stelschroeven (hierna: het osteosynthesemateriaal) en is de enkel van verzoekster voor de duur van 6 weken gegipst. Op het moment dat de rechterenkel van verzoekster werd gegipst, vertoonde deze open wondjes.
Verzoekster stelt dat [verweerder] niet heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die een redelijk bekwaam en redelijk behandelend arts verwacht had mogen worden. Verzoekster heeft ten gevolge hiervan schade geleden. Volgens verzoekster is dan ook sprake van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de gesloten behandelingsovereenkomst.
Verzoekster stelt dat bij de operatie op 27 augustus 2013 en daarna fouten zijn gemaakt. Zo is volgens verzoekster:
- bij het gipsen te weinig gelet op de aanwezigheid van een open wond;
- ten aanzien van de opgetreden infectie geen adequaat behandel- en vervolgbeleid toegepast en is de diepere aanwezigheid en uitbreiding van de infectie te laat gesignaleerd;
- heeft na het starten met een beperkte antibioticakuur op 30 januari 2014 onvoldoende nacontrole, nabehandeling en nazorg plaatsgevonden, waardoor de infectie persisteerde en in alle hevigheid kon toenemen en geen aanvullend antibioticabeleid is gestart.
Ten gevolge van bovengenoemde is een aanzienlijke delay ontstaan in het genezingsproces. Het genezingsproces van verzoekster is gefrustreerd door de infectie die maandenlang heeft gepersisteerd en heeft geleid tot infectie van het osteosynthesemateriaal en later tot osteomyelitis. Als gevolg daarvan heeft verzoekster extra behandelingen moeten ondergaan, waaronder de ingrijpende operatie, bestaande uit een athroscopische bovenste spronggewricht artrodese op 21 oktober 2014 in het AMC. Deze artrodese heeft geleid tot blijvende beperkingen bij [verzoekster] .
2.3. Verweerders voeren aan dat zij niet aansprakelijk zijn. Zij verzetten zich er echter niet tegen dat de rechtbank een deskundige benoemt, met inachtneming van de in het verweerschrift en ter zitting gemaakte opmerkingen.
2.4. Na de mondelinge behandeling hebben verweerders schriftelijk bericht in te stemmen met het benoemen van drs. A.L. van der Zwan als deskundige, zoals door verzoekster ter zitting was voorgesteld.
2.5. Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen voorts, samen met de rechter, de aan de deskundige te stellen vragen doorgelopen, zoals opgenomen in de laatste versie aan de zijde van [verzoekster] , aangehecht aan de pleitaantekeningen. Partijen zijn daarover alleen nog verdeeld op het punt of de foto’s, genoemd in voorgestelde vraag 3, ook door de deskundige bij zijn onderzoek betrokken mogen worden (zoals [verzoekster] wil, maar Centramed niet) en de vetgedrukte aanduiding in de voorgestelde vragen 8, 9 en 10, die volgens Centramed te sturend is. De rechtbank zal de formulering van vragen 8, 9 en 10 aanpassen, in de zin zoals hierna in de beslissing vermeld. Ter zitting is er over de foto’s door verzoekster op gewezen dat het eerste blad van haar productie 5 de datering per foto vermeldt. Verweerders hebben in reactie wel naar voren gebracht dat de foto’s zelf geen datering bevatten, maar de rechtbank heeft geen reden te twijfelen aan de juistheid van het overzicht en zal van die juistheid uitgaan. Verweerders voeren verder aan dat de foto’s geen onderdeel uitmaken van het medisch dossier en daarom in eerste instantie buiten de deskundigenbeoordeling zouden moeten blijven. De rechtbank zal vraag 3 zo herformuleren dat de deskundige in eerste instantie gevraagd wordt te antwoorden op basis van het medisch dossier, zonder de foto’s van productie 5, en daarna in een subvraag gevraagd wordt of de foto’s tot een andere beantwoording zouden leiden en zo ja, in welke zin.
2.6. Volgend discussiepunt is het al dan niet horen door de deskundige van [verweerder] . Centramed wil dat onderdeel van het onderzoek door de deskundige zal zijn dat de deskundige (als hij [verzoekster] hoort) [verweerder] hoort. Centramed kan niet in dit standpunt worden gevolgd. Het beginsel van hoor en wederhoor dat de deskundige in acht moet nemen, ziet op de communicatie met en informatieverstrekking aan partijen, zoals in de hierna genoemde Leidraad wordt uiteengezet. Voor medisch onderzoek geldt verder het bepaalde onder 11.3 van de Leidraad. Tot de taak van de deskundige behoort het geven van medisch oordeel, op basis van een medisch dossier en/of patiëntonderzoek. Het horen van betrokkenen in het kader van waarheidsvinding behoort tot de taak van de rechter.
2.7. Verder zijn partijen het er over oneens of de deskundige ook gevraagd moet worden schadevragen te beantwoorden. [verzoekster] heeft dit niet verzocht, maar Centramed acht dit om redenen van efficiëntie wel wenselijk. Centramed stelt voor om in de vraagstelling aan de deskundige duidelijk op te nemen dat de vragen naar de eventuele gevolgen van het handelen in het ziekenhuis alleen hoeven te worden beantwoord als de deskundige meent dat er op enig moment sprake is geweest van onzorgvuldig handelen van het Gemini ziekenhuis c.q. [verweerder] jegens verzoekster. Indien de deskundige toekomt aan de behandeling van de vragen naar de eventuele gevolgen van het handelen in het ziekenhuis, is Centramed bereid om deze kosten te dragen. De rechtbank zal dit voorstel volgen. De deskundige zal worden gevraagd in voorkomend geval en voor zover hij dat kan, bij de eindnota de kosten voor beantwoording van de schadevragen te specificeren en Centramed zal de kosten van deze vragen volledig moeten dragen. Aldus is proces-economie en efficiëntie gediend, zonder extra kosten voor verzoekster.
2.8. Met inachtneming van al het vorenstaande zal de rechtbank overgaan tot benoeming van [-----] als deskundige. Aan deze deskundige zullen de in de beslissing vermelde vragen worden voorgelegd.
2.9. Tot slot zijn partijen verdeeld over wie het voorschot voor het door [verzoekster] verzochte onderzoek moet deponeren. De rechtbank ziet in de aanloop naar de onderhavige procedure aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt van de wet, dat het voorschot op de kosten van de deskundige in beginsel door de verzoekende partij moet worden gedeponeerd. Hiertoe overweegt de rechtbank het volgende. Nadat [verzoekster] bij brief van 14 augustus 2015 het ziekenhuis en [verweerder] aansprakelijk stelde, heeft Centramed eerst voorgesteld op gezamenlijke kosten een deskundige te benoemen. Dit is in overeenstemming met wat de gedragscode Goma onder punt 18 en 19 voorschrijft. Maar uit de correspondentie daarna blijkt dat Centramed als principe-eis, tegen de gemotiveerde en hierboven juist bevonden bezwaren van [verzoekster] in, erin heeft volhardt dat [verweerder] door de deskundige gehoord zou worden. Ook is Centramed niet ingegaan op tegenvoorstellen van [verzoekster] voor de te benoemen deskundige. Gezien deze eenzijdig georiënteerde opstelling van Centramed restte [verzoekster] geen andere optie dan een (als door overleg nog wel afwendbare uiterste stap aangekondigd) verzoekschrift in te dienen. Hieraan mogen voor [verzoekster] geen nadelige financiële consequenties zitten. Partijen zullen daarom in lijn met het uitgangspunt van de Goma ieder de helft van het voorschot moeten dragen. Omdat verzoekster met een toevoeging procedeert, zal echter aan haar haar deel van het voorschot niet worden opgelegd.
2.10. De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. Daartoe behoort het verstrekken van het medische dossier. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.11. Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.

3. De beslissing

De rechtbank
3.1. beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
I DISCLOSURE STATEMENT

1.Persoonlijke gegevens

Waar bent u werkzaam? (indien u bij meerdere organisaties werkzaam bent gaarne alle noemen)
Heeft u aan uw beroep gerelateerde nevenfuncties en zo ja, welke?
Wat kwalificeert u voor het uitbrengen van een expertiserapport in de onderhavige zaak? (te noemen zijn met name opleiding en professionele ervaring)
Heeft u in het verleden reeds als expertiserend deskundige opgetreden en zo ja, hoe vaak en in wiens opdracht? (Met “in wiens opdracht” wordt bedoeld: in opdracht van de eisende partij, van de aangesproken partij of van de rechter; het is uiteraard niet nodig namen te noemen.)

2.Medisch wetenschappelijke opvattingen

a. Bestaan er over het onderwerp van de expertise medisch-wetenschappelijk uiteenlopende opvattingen?
Indien uw antwoord op vraag 2a bevestigend luidt:
Kunt u in hoofdlijnen uiteenzetten in welk opzicht de meningen uiteenlopen (voor zover mogelijk met verwijzing naar literatuur)?
Welke is uw eigen opvatting?
Kunt u aangeven of een deskundige met een andere opvatting in het onderhavige geval tot een ander oordeel was gekomen dan waartoe u komt?
Als inderdaad een deskundige met een andere opvatting in het onderhavige geval tot een ander oordeel was gekomen: kunt u aangeven wat dat oordeel zou zijn geweest?
II.
MEDISCHE BEOORDELING
Acht u zich vrij in deze kwestie te rapporteren?
Beschikt u over voldoende gegevens om deze casus te kunnen beoordelen? Zo nee, wilt u aangeven welke gegevens u graag nog zou ontvangen alvorens te rapporteren?
Wilt u op basis van het medisch dossier een beschrijving geven van:
a) de
relevante voorgeschiedenisvan mevrouw [verzoekster] (op uw vakgebied) voor het ongeval;
b) de
anamnesena het ongeval op 26 augustus 2013;
c) de
diagnostiekna het ongeval op 26 augustus 2013;
d) het
beloopen de
ingezette medische behandelingenbij mevrouw [verzoekster] na de val op 26 augustus 2013? Wilt u daarbij ingaan op de verschillende behandeldata binnen het Gemini ziekenhuis (de Noordwest Ziekenhuisgroep);
e) de
huidige medische situatievan mevrouw [verzoekster] (voor zover dat door u is te beoordelen)
3.1.
Kunt u aangeven of uw antwoord op een of meer van de vragen 3a) t/m 3e) anders luidt indien u naast het medisch dossier ook de foto’s betrekt, die zijn opgenomen in productie 5 van het verzoekschrift? Zo ja, wilt u aangeven hoe uw antwoord luidt met inachtneming van die foto’s.
4. Kunt u aangeven wat het verloop van de door mevrouw [verzoekster] opgelopen enkelfactuur onder normale omstandigheden is?
5. Kunt u aangeven wat de oorzaak, de beperkingen en de prognose is van een wondinfectie (in het algemeen) bij soortgelijk letsel als bij mevrouw [verzoekster] en bij een volgens de (toentertijd geldende) medische standaarden uitgevoerde behandeling?
6. Hoe oordeelt u over de opgenomen
anamneseop de verschillende behandeldata? Hoe oordeelt u over de diagnose/differentiaal diagnose? Wilt u daarbij ingaan op de moment van behandeling gangbare inzichten binnen uw vakgebied?
7. Hoe oordeelt u, volgens de (toentertijd) gangbare inzichten, over de bij mevrouw [verzoekster] uitgevoerde
behandelingen,
nabehandelingenen
controlesop de verschillende behandeldata? Wilt u daarbij ingaan op de klachten en verschijnselen bij mevrouw [verzoekster] ?
8. Had [verweerder] op enig moment moeten denken aan een
infectie van de rechterenkelvan mevrouw [verzoekster] ? Zo ja, waarom en welk moment? Wat is naar uw mening de oorzaak van de opgetreden infectie? Kunt u tevens aangeven of een behandeling en zo ja welke behandeling op welk moment was geïndiceerd volgens de (toentertijd) gangbare inzichten? Kunt u uw antwoorden toelichten?
9. Had [verweerder] op enig moment moeten denken aan een
infectie van het osteosynthesemateriaalin de rechterenkel van mevrouw [verzoekster] ? Zo ja, waarom en welk moment? Wat is naar uw mening de oorzaak van de opgetreden infectie? Kunt u tevens aangeven of een behandeling en zo ja welke behandeling op welk moment was geïndiceerd volgens de (toentertijd) gangbare inzichten? Kunt u uw antwoorden toelichten?
10. Had [verweerder] op enig moment moeten denken aan een
botinfectie (osteomyelitis)in de rechterenkel van mevrouw [verzoekster] ? Zo ja, waarom en welk moment? Wat is naar uw mening de oorzaak van de opgetreden infectie? Kunt u tevens aangeven of een behandeling en zo ja welke behandeling op welk moment was geïndiceerd volgens de (toentertijd) gangbare inzichten? Kunt u uw antwoorden toelichten?
11. Acht u onderzoek op een ander vakgebied aangewezen, en zo ja welk?
12. Zijn er nog andere punten die u in het kader van deze expertise naar voren wilt brengen?
Alleen indien uw antwoord op een van bovenstaande vragen inhoudt dat er ten aanzien van de betrokkene op en/of na 27 augustus 2013 op enig moment in het ziekenhuis niet is gehandeld in lijn met de (toentertijd) gangbare inzichten binnen uw vakgebied, wordt u
verzocht ook de volgende vragen te beantwoorden.
13. Wat zijn naar uw mening de gevolgen voor het beloop, het behandelresultaat en de prognose (op uw vakgebied) van het door u (mogelijk) aangegeven onzorgvuldig medisch handelen? Wilt u deze gevolgen, in de zin van klachten, op uw vakgebied zo concreet mogelijk weergeven? Wilt u bij de beantwoording van deze vraag rekening houden met het door betrokkene op 26 augustus 2013 doorgemaakte ongeval?
13. Is er een kans dat ook bij gangbaar handelen (op en/of na 27 augustus 2013) de door u (eventueel) vastgestelde klachten bij betrokkene zouden zijn opgetreden? Zo ja, wilt u gemotiveerd aangeven hoe groot u die kans acht en indien mogelijk uitdrukken in een percentage, eventueel rekening houdend met een marge?
13. Is er thans sprake van een medische eindsituatie? Zo nee, verwacht u nog een verbetering dan wel een verslechtering ten opzichte van de huidige toestand?
13. Wilt u aangeven op welk ander vakgebied de gevolgen (mogelijk) nader door een andere specialist dienen te worden onderzocht?
13. Welke behandelingen of therapieën op uw vakgebied zijn medisch geïndiceerd voor het letsel van betrokkene?
3.2.
benoemt tot deskundige:
[-----],
orthopedisch chirurg,
werkzaam bij Onze Lieve Vrouwe Gasthuis,
correspondentieadres: postbus 95500, 1090 HM Amsterdam,
het voorschot
3.3.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van € 5.082,- inclusief BTW ,
3.4.
bepaalt dat partijen ieder de helft van het voorschot dienen te dragen, maar legt aan verzoekster geen voorschot op omdat zij met een toevoeging procedeert;
3.5.
bepaalt dat verweerders de helft van het voorschot dienen over te maken binnen twee
wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
3.6.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
het onderzoek
3.7.
bepaalt dat verzoekster haar procesdossier in afschrift aan de deskundige dient te doen toekomen,
3.8.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
3.9.
wijst de deskundige er op dat:
  • de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
  • de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
3.10.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,
het schriftelijk rapport
3.11.
draagt de deskundige op om uiterlijk drie maanden na deze beslissing een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie met, in geval de deskundige aan de beantwoording van vragen 13 tot en met 17 is toegekomen,
voor zover mogelijk een sub-specificatie van de kosten voor beantwoording van de vragen 13 tot en met 17.
3.12.
wijst de deskundige er op dat:
  • uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
  • dat de deskundige verzoekster in de gelegenheid moet stellen om gebruik te maken van haar inzage- en blokkeringsrecht als bedoeld in art. 7:464 lid 2 onder b BW en, indien verzoekster als eerste kennis wenst te nemen van het deskundigenrapport, een concept van dat rapport aan verzoekster (eventueel onder gesloten couvert via zijn advocaat) moet toesturen en verzoekster daarbij een termijn van twee weken moet bieden om aan te geven of verzoekster gebruik wil maken van haar blokkeringsrecht (waarbij verzoekster zich van commentaar op het concept moet onthouden),
  • dat, indien verzoekster binnen die termijn mededeelt gebruik te maken van haar blokkeringsrecht, de deskundige de werkzaamheden onmiddellijk moet staken en dit aan de rechtbank moet mededelen,
  • dat, indien verzoekster geen gebruik maakt van haar inzage- of blokkeringsrecht, de deskundige het concept van het deskundigenrapport aan de advocaten van partijen moet toezenden
3.13.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.E. van der Veen en in het openbaar uitgesproken op 1 maart 2018. [1]

Voetnoten

1.DL/PV