3.3.Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde feiten op grond van het volgende.
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 24 mei 2017, dossierpagina 48, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende als de verklaring van [slachtoffer] :
Op zondag 21 mei 2017 om 13:00 uur parkeerde ik mijn motor vlakbij de hoofdingang van de Market Dome. De Markt Dome is het centrale gebouw op het terrein van Center Parcs, gevestigd aan de Vondellaan 60, te Zandvoort. Ik had mijn motor ter degen afgesloten met het stuurslot en een remschijfslot.
Om 16:00 uur die dag kwam ik terug bij mijn motor. Ik zag dat er krasschade om het contactslot van mijn motor zat. Ik probeerde de sleutel in het contactslot te steken. Ik voelde dat dit niet ging. Ik keek in het contactslot. Ik zag dat daar iets van afgebroken pen in zat.
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 21 mei 2017, dossierpagina 52, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende als de verklaring van [slachtoffer] :
Op zondag 21 mei 2017 omstreeks 13:30 uur, heb ik de motor geparkeerd op het parkeerterrein van Center Parcs, Vondellaan te Zandvoort. De motor stond aan de linkerzijde van het parkeerterrein.
Ik heb de motor afgesloten middels het stuurslot, een kettingslot door het voorwiel en een slot door het achterwiel, welke bevestigd is aan een lantaarnpaal. Ik heb gecontroleerd dat de motor was afgesloten. De sloten van de motor functioneren goed.
Toen ik vandaag zondag 21 mei 2017 omstreeks 16:00 uur de motor weer in gebruik wilde nemen zag ik dat de motor niet meer op de plaats stond waar ik de motor had achtergelaten.
Ik heb sporen ontdekt welke te maken kunnen hebben met de diefstal van de motor, er liggen 2 doorgeslepen schakels van het slot.
Het door [verbalisant] , hoofdagent van Politie Eenheid Noord-Holland, op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 juni 2017, dossierpagina’s 70 – 72, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Middels een vordering verstrekking camerabeelden heb ik, verbalisant, camerabeelden ontvangen van Center Parcs te Zandvoort.
p. 70
Camera betaalautomaat, 2017/05/21, 15:05
Ik zie komende vanaf de Vondellaan en gaande in de richting van de hoofdingang van Centerparcs een persoon aankomen. Ik kan deze persoon als volgt omschrijven:
- Man
- 30/40 jaar oud
- Licht getint
- Licht tot matig gezet postuur
- Zwart/kort haar
- Wit T-shirt
- Spijkerbroek
- Witte sneakers
- Paarse rugzak
Hierna te noemen als NN1.
p. 70 – 71
Links onderin het camerabeeld zie ik een motor geparkeerd staan. Het betreft hier een donkerkleurige motor. Met de voorkennis van de gedane aangifte in registratie PL1100-2017106039 betreft dit de in die aangifte genoemde Kawasaki Ninja, groen van kleur.
Ik zie dat NN1 links onderin het camerabeeld een draaiende beweging met zijn rechterpols maakt ter hoogte van het contactslot van de motor. Ik zie dat NN1 kort hierna zijn gezicht weer naar de camera toe draait. Hierop heb ik meerdere processen-verbaal van herkenning gekregen waarbij telkens dezelfde persoon herkend werd. NN1 betreft: [verdachte] .
p. 71
Vervolgens zie ik [verdachte] gedurende enkele minuten afwisselend draaiende bewegingen met zijn pols (en gehele bovenlichaam) maken ter hoogte van het contactslot van de motor. Daarnaast zie ik [verdachte] enkele malen trekken. Het draaien en trekken herken ik vanuit mijn ervaring als politieambtenaar als een modus operandi om middels een schroef/pen in het contactslot te draaien en deze daarna eruit te trekken om de motorfiets daarna weg te kunnen nemen.
Camera chloorhok, 2017/05/21, 15:14:30
(…) Terwijl [verdachte] op en over het hekje stapt zie ik een rugzak in zijn linkerhand. Ik zie dat DIJKSTRA naar een motor loopt die tegen een lantaarnpaal aldaar staat. In registratie PL1100-2017103647 lees ik dat motor van aangever/benadeelde [slachtoffer] daar tegen een lantaarnpaal bevestigd was middels het stuurslot, een kettingslot door het voorwiel en een slot door het achterwiel welke bevestigd was aan de lantaarnpaal. Vanaf 15:17 zie ik dat [verdachte] wederom draaiende bewegingen met zijn rechterpols (en logischerwijs gevolgd door zijn onderarm en elleboog) maakt ter hoogte van het contactslot van de motor. Op 15:18:25 zie ik dat [verdachte] twee keer trekt en de tweede keer lijkt het alsof [verdachte] iets meetrekt. Ik concludeer dit aan de hand van de rechterarm van [verdachte] . De beweging de eerste keer verschilt duidelijk ten opzicht van de tweede keer waarbij de arm verder omhoog en naar achteren komt. Hierna zie ik ook dat het zogenaamde draaien en trekken stopt ter hoogte van het contactslot.
p. 71 – 72
Camera chloorhok, 2017/05/21, 15:25
Ik zie dat [verdachte] een donkerkleurig vest met lange mouwen heeft aangetrokken. Verder is [verdachte] nog steeds te herkennen aan zijn witte T-shirt, afstekende huidskleur, haardracht en postuur. Ik zie dat [verdachte] meteen naar het voorwiel van de motor loopt en niet meer duidelijk te zien is. Dit wordt veroorzaakt door een geparkeerd voertuig wat het zicht daar belemmert. Als [verdachte] om 15:27:30 weer omhoog komt en weer zichtbaar in beeld is, zie ik dat hij een witte helm op zijn hoofd heeft. In het proces-verbaal van aangever van aangever/benadeelde [slachtoffer] is te lezen dat hij samen met een vriend was en deze een witte helm door een kettingslot van het voorwiel had achtergelaten bij de motor van [slachtoffer] . Om 15:29:30 zie ik dat [verdachte] de witte helm weer heeft afgezet en richting de heg loopt. Ik zie [verdachte] hier iets bij de heg doen en erna weer terug naar de motor lopen. Om 15:30:30 zie ik [verdachte] een draaiende beweging ter hoogte van het contactslot van de motor maken en de witte helm vanaf de grond op zijn hoofd zetten. Hierna zie ik dat [verdachte] op de motor stapt en ermee wegrijdt. Kennelijk is de hiervoor waargenomen draaiende beweging een startende beweging van de motor geweest.
Het door [verbalisant] , brigadier van politie Eenheid Noord-Holland, op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal herkenning persoon door opsporingsambtenaar d.d. 23 mei 2017, dossierpagina 80, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op dinsdag 23 mei 2017 omstreeks 15.40 uur was ik vanuit mijn functie als wijkagent op het vakantiepark Centerparcs Park Zandvoort, Vondellaan 60 te Zandvoort. Een van de beveiligingsmedewerkers van het park liet mij videobeelden zien, waarop een poging diefstal van een motor en vervolgens diefstal van een andere motor waren te zien.
De persoon op de videobeelden herken ik als: [verdachte] , geboren op [geboortedatum] .
Ik, verbalisant, ken de bovengenoemde persoon ambtshalve. Ik ken verdachte van gesprekken die ik met hem heb gevoerd vanuit mijn functie als wijkagent. Ik herkende [verdachte] aan zijn postuur, uiterlijk, gezicht en hoge haarlijn. Ik herkende de persoon onmiddellijk toen ik de videobeelden zag. Over zijn identiteit was mij door anderen geen informatie verstrekt.
Het door [verbalisant] , hoofdagent van politie Eenheid Noord-Holland, op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal herkenning persoon door opsporingsambtenaar d.d. 2 juni 2017, dossierpagina 83, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op woensdag 24 mei 2017 zag ik een aandachtvestiging van recherche Zandvoort, waarin afbeeldingen werden getoond van een persoon en de volgende informatie werd gegeven:
Ik, verbalisant, kreeg in verband met een gepleegde diefstal bij Center Parcs, gelegen aan de Vondellaan 60 te Zandvoort, een aantal schermafdrukken van de beveiligingscamera’s aldaar te zien. De persoon die te zien was zou de diefstal gepleegd hebben.
De persoon op de afbeeldingen herken ik als: [verdachte] , geboren op [geboortedatum] .
Ik, verbalisant, ken de bovengenoemde persoon ambtshalve. Tijdens mijn werkzaamheden bij de Politie Kennemerland ben ik een aantal keer met verdachte in aanmerking (
de rechtbank begrijpt: aanraking) gekomen. Zo heb ik de verdachte verschillende keren op de dagelijkse briefing zien staan. Daarnaast zie ik verdachte regelmatig in Zandvoort
lopen. Ik heb tijdens mijn werkzaamheden ook een keer met verdachte staan praten. Ik herken verdachte aan zijn gezicht, opvallend hoge haargrens en zijn postuur. Ik herkende de persoon onmiddellijk toen ik de afbeeldingen zag. Over zijn identiteit was mij door anderen geen informatie verstrekt.
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 10 juli 2017, dossierpagina 109 – 110, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende als de verklaring van [slachtoffer] :
p. 109
Proces-verbaalnummer: PL1500-2017194501-1.
Ik doe aangifte van diefstal van mijn bromfiets. Op donderdag 06 juli omstreeks 22:00 uur heb ik mijn bromfiets afgesloten neergezet op de Grent te Noordwijk. Mijn bromfiets was terdege afgesloten door middel van het stuurslot.
Ik heb mijn bromfiets nog wel op vrijdag 07 juli 2017 omstreeks 02:15 uur zien staan. Ik ben toen de kroeg uitgegaan en heb een taxi gepakt omdat ik iets teveel had gedronken. De bromfiets moet dus zijn weggenomen tussen vrijdag 07 juli 02:15 uur en vrijdag 07 juli omstreeks 15:30 uur in de middag.
p. 109 - 110
Samen met mijn bromfiets zijn de volgende goederen gestolen:
- Bromfiets-voertuigen, Piaggio, Vespa sprint, kenteken DGR34L
- Portemonnee, grijs, merk onbekend (1 stuk)
- Pas-bankbescheiden, Rabobank (1)
- Pas-bankbescheiden, ING (1)
Het door [verbalisant] , brigadier van Politie Eenheid Noord-Holland, op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 oktober 2017, dossierpagina’s 115, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
p. 115
Naar aanleiding van de diefstal bromfiets op 7 juli 2017 aan de Grent te Noordwijk zijn de bewakingscamera’s die gericht staan op de Grent uitgekeken.
14:46:04 uur:
(de rechtbank begrijpt: 13:46:04 uur)
Verdachte loopt naar het steegje naast de “19”. Kijkt het steegje in, kennelijk ook om te zien of daar personen aanwezig zijn. Bijlage foto 2. Loopt dan terug naar de bromfiets, loopt achter langs en gaat rechts naast de bromfiets staan en voert daar iets uit. Wat hij daar precies doet is niet waar te nemen. Bijlage foto 3.
13:46:42:
Te zien is dat verdachte met kracht iets los trekt van de bromfiets. Na twee keer lukt dat hem kennelijk. Niet te zien is wat hij van de bromfiets aftrekt. Bijlage foto 3. Hierna knielt de verdachte naast de bromfiets, maar ook nu is niet te zien wat hij precies aan het uitvoeren is. Bijlage foto 4.
13:47:14 uur:
Verdachte buigt voorover over de bromfiets. Stapt vervolgens op de bromfiets en rijdt daarmee weg in de richting van het Palaceplein. Bijlage foto 5, 6 en 7
Het door [verbalisant] , brigadier van politie Eenheid Noord-Holland, op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal herkenning persoon door opsporingsambtenaar d.d. 9 augustus 2017, los bijgevoegd, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op woensdag 9 augustus 2017 zag ik een aandachtsvestiging van politie eenheid Den Haag, basisteam Noordwijk, waarin een afbeelding werd getoond van een persoon en waarbij de informatie werd gegeven dat de afgebeelde persoon verdachte is van een diefstal van een snorfiets in registratie: PL1500-2017194501.
De persoon op de afbeelding herken ik als: [verdachte] , geboren [geboortedatum] .
Ik, verbalisant, ken de bovengenoemde persoon ambtshalve. Ik ken verdachte van de vele gesprekken en ontmoetingen die ik met hem heb gevoerd vanuit mijn functie als wijkagent. Ik herkende [verdachte] aan zijn postuur, uiterlijk, manier van lopen, gezichtsuitdrukking en hoge haarlijn. Mijn laatste ontmoeting met [verdachte] heeft plaats gevonden op 23 juni 2017. Ik heb [verdachte] toen aangehouden naar aanleiding van een mishandeling. Ik herkende de persoon onmiddellijk toen ik de afbeelding zag. Ik ben vervolgens de volledige opnames gaan uitkijken. Hierdoor werd mijn eerste waarneming bevestigd. Over zijn identiteit was mij door anderen geen informatie verstrekt.
Als bijlagen zijn bij dit proces-verbaal gevoegd:
- 2 afbeeldingen uit de aandachtsvestiging
- (…)
Een schriftelijk bescheid, te weten het niet ondertekende proces-verbaal van aangifte d.d. 8 oktober 2017, dossierpagina 123, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende als de verklaring van [slachtoffer] :
Proces-verbaalnummer: PL1100-2017208318-1
Mijn motorfiets stond geparkeerd in de parkeergarage onder mijn woning aan het Verzetsplein 26 te Zandvoort op mijn privé parkeerplaats. Ik heb de motorfiets afgesloten middels het stuurslot, een ART goedgekeurd kettingslot en een ART goedgekeurd schijfremslot. Toen ik op zondag 08 oktober 2017 omstreeks 20:00 uur thuiskwam met de auto zag ik dat mijn motorfiets door onbekende(n) was weggenomen. Normaal gesproken parkeer ik de auto voor mijn motorfiets en controleer ik altijd of de auto niet te dicht op de motorfiets staat. De laatste keer dat ik dit gedaan heb was op vrijdag 06 oktober 2017 omstreeks 17:00. Hierbij is mij niet opgevallen dat de motorfiets weg was en ik vermoed dus ook dat deze er toen nog stond.
Het door [verbalisant] , brigadier van Politie Eenheid Noord-Holland, op ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 oktober 2017, dossierpagina’s 127 – 128, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
p. 127
Ik, verbalisant [verbalisant] , heb beelden gevorderd (…) en heb deze uitgekeken van de parkeergarage op het Verzetsplein te Zandvoort. Deze beelden zijn gevorderd omdat er op deze beelden de diefstal van een motorfiets op vrijdag 7 oktober 2017 tussen 16.58 uur en 17.46 uur te zien is.
Op de beelden van de bewakingscamera “Inrit RK” is het volgende te zien:
16:58:35 Een personenauto rijdt de garage in, de garageroldeur staat nog open. Vervolgens komt er een persoon de garage in lopen, deze persoon blijkt later de verdachte. Er is te zien dat de verdachte in het donker gekleed is en een capuchon op zijn hoofd draagt. Hij draagt een grijze rugtas op zijn rug en loopt met zijn handen in zijn zakken naar beneden de garage in. Ik zie het vooraanzicht van de verdachte. Ik kan de verdachte op de beelden als volgt omschrijven:
- fors van postuur
- Zwarte jas
- Donkerblauwe trui met capuchon
- Zwarte broek
- Zwarte schoenen met witte zool
- Grijze rugtas
17:45:00: De verdachte rent met een rood met wit kleurige motorfiets de helling op richting de uitgang van de parkeergarage. Boven voor het roldeur blijft hij staan. Ik zie het achteraanzicht van de verdachte.
17:46:00: De verdachte draait de motor om en rolt hem de helling af. Ik zie het vooraanzicht van de verdachte.
p. 128
17:46:45: De verdachte komt voor de tweede keer met dezelfde motorfiets naar boven rennen en verlaat, om 17:46:03, via de roldeur aan de zijkant van de roldeur de parkeergarage. Ik zie het achteraanzicht van de verdachte.
Op bewakingscamera “Bocht” is het volgende te zien:
17:20:59: De verdachte loopt in de richting van de camera. Zijn donkerblauwe capuchon heeft hij niet meer op en daardoor is zijn gezicht zichtbaar. Ik zie de verdachte op deze beelden beter in beeld. Ik zie het vooraanzicht van de verdachte. Ik kan hem als volgt omschrijven:
- Licht getint
- 35-40 jaar oud
- Zwart kort haar
- fors postuur
- Op de donkerblauwe trui die hij aanheeft is nu een witte letter E te zien met daaronder een wit logo, onbekend wat er op het witte logo staat.
17:44:24: Verdachte komt met een rood met wit kleurige motorfiets aanlopen. Ik zie het vooraanzicht van de verdachte.
Op bewakingscamera “Inrit RK” is het volgende te zien:
17:44:33 Verdachte komt met de rood met wit kleurige motorfiets aanlopen, in eerste instantie is de koplamp van de motorfiets brandend maar deze word uitgezet. Ik zie het vooraanzicht van de verdachte.
17:44:57 Verdachte gaat rennen met de motorfiets in de richting van de helling/uitgang. Ik zie het vooraanzicht van de verdachte.
17:46:06 Verdachte komt terug met de motorfiets, nu is het kenteken van de motorfiets goed in beeld en daarop is te zien dat het om de gestolen motorfiets gaat voorzien van het kenteken 47-MG-BN. De verlichting van de motorfiets staat aan. Deze zet de verdachte uit wanneer hij voor de tweede keer gaat rennen met de motorfiets naar de helling/uitgang.
Het door [verbalisant] , hoofdagent van Politie Eenheid Noord-Holland, op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 oktober 2017, dossierpagina’s 134, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Omstreeks 11.30 uur ontving ik van collega [verbalisant] een e-mail met een bijlage bestaande uit acht foto’s met een verzoek tot herkenning van de persoon die op de foto’s stond afgebeeld. Deze persoon zou betrokken zijn bij de diefstal van een motorfiets, gepleegd op 07 oktober 2017 te Verzetsplein in Zandvoort.
Op 13 oktober 2017 om 04.15 uur had ik, verbalisant [verbalisant] , samen met collega [verbalisant] tijdens een verkeerscontrole een persoon staande (
gehouden) die voldeed aan de uiterlijke kenmerken van de persoon die is afgebeeld op de foto’s. Deze persoon is genaamd: [verdachte] geboren op [geboortedatum] . Ik herken de man op de foto’s voor 100% als genoemde [verdachte] .
Het door [verbalisant] , hoofdagent van Politie Eenheid Noord-Holland, op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 oktober 2017, dossierpagina’s 144, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Proces-verbaalnummer: PL1100-2017208318-6
Op dinsdag 17 oktober 2017 kreeg ik, verbalisant, middels een e-mail het verzoek tot herkenning van een persoon die werd verdacht van het wegnemen van een motor. Ik zag dat er bij deze e-mail een fotobijlage zat.
Ik zag dat de fotobijlage uit 8 foto’s bestond en op foto 8 zag ik een persoon die ik, herkende als: [verdachte] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] . Ik heb in het verleden [verdachte] diverse keren als verdachte gehoord en ben hem tijdens mijn werkzaamheden op straat regelmatig tegengekomen.