ECLI:NL:RBNHO:2018:2294

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 maart 2018
Publicatiedatum
21 maart 2018
Zaaknummer
C/15/268432 / FA RK 17-7612
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptie van een minderjarige via laagtechnologisch draagmoederschap

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 21 maart 2018 een beschikking gegeven betreffende de adoptie van een minderjarige, geboren uit laagtechnologisch draagmoederschap. Verzoekers, een echtpaar wonende te [woonplaats], hebben op 18 december 2017 een verzoekschrift ingediend om de adoptie van de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedatum] in [plaats], uit te spreken. De draagouders van de minderjarige, [draagouder] en [draagouder], hebben hun instemming gegeven met het verzoek tot adoptie. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de wettelijke voorwaarden voor adoptie, zoals genoemd in het Burgerlijk Wetboek, is voldaan. De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige is dat de adoptie wordt uitgesproken, aangezien de draagouders geen ouderlijke rol meer vervullen. De rechtbank heeft ook bepaald dat de geslachtsnaam van de minderjarige [geslachtsnaam] zal zijn, zodat hij voortaan voluit [voornamen] [geslachtsnaam] zal heten. De beschikking is openbaar uitgesproken door kinderrechter M.E. Allegro, in aanwezigheid van griffier A.M. Bergen. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Sectie Familie & Jeugd
locatie Alkmaar
Zaak-/rekestnr.: C/15/268432 / FA RK 17-7612
beschikking van 21 maart 2018 betreffende adoptie
gegeven op het verzoek van:
[verzoeker]
en
[verzoeker] ,
echtelieden,
beiden wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verzoekers,
advocaat: mr. N. Weening, kantoorhoudende te Amsterdam,

1.Verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met bijlagen, van verzoekers, ingekomen op 18 december 2017.
1.2
Er heeft geen mondelinge behandeling van de zaak plaatsgevonden.

2.Verzoek

2.1
Verzoekers hebben verzocht:
- de adoptie uit te spreken van de minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] in [plaats] , door verzoekers;
- te verklaren dat de geslachtsnaam van [minderjarige] “ [geslachtsnaam ] ” zal zijn, zodat hij voortaan voluit “ [voornamen] [geslachtsnaam ] ” zal heten.

3.Feiten en omstandigheden

3.1
[minderjarige] is geboren als zoon van [draagouder] en [draagouder] (verder: draagouders).
3.2
De draagouders zijn gehuwd op [huwelijksdatum] te [plaats] (Caribisch Gebied).
3.3
De draagmoeder en verzoeker [verzoeker] zijn sinds hun kindertijd nauw bevriend. [minderjarige] is via zogenaamd laagtechnologisch draagmoederschap ter wereld gekomen, waarbij het zaad afkomstig was van verzoeker [verzoeker] . In overleg met de Raad voor de Kinderbescherming is [minderjarige] na de geboorte direct in het gezin van verzoekers opgenomen.
3.4
[minderjarige] verblijft volgens het uittreksel uit de Basisregistratie Personen van de gemeente [plaats] sinds [datum] in het gezin van verzoekers.
3.5
Bij beschikking van deze rechtbank, locatie Haarlem, van 25 november 2016 is het ouderlijk gezag van de draagouders over [minderjarige] beëindigd en zijn verzoekers benoemd tot voogd over [minderjarige] .
3.6
Verzoekers wonen sinds [datum] samen. Op [datum] zijn zij in de gemeente [plaats] met elkaar gehuwd.
3.7
[minderjarige] is het eerste kind tot wie verzoekers in familierechtelijke betrekking komen te staan.
3.8
Bij de stukken bevindt zich een verklaring van de draagouders van 12 december 2017, waaruit blijkt dat zij instemmen met het verzoek tot adoptie.

4.Beoordeling

4.1
Om te komen tot toewijzing van het verzoek tot adoptie, dient te zijn voldaan aan de in artikel 227 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) genoemde gronden voor adoptie, alsmede aan de in artikel 1:228 BW weergegeven voorwaarden voor adoptie.
4.2
Uit het vorenstaande volgt dat aan alle in artikel 1:228 BW gestelde voorwaarden voor adoptie is voldaan. Ook aan de in artikel 1:227 BW genoemde gronden voor adoptie is voldaan. De adoptie is in het kennelijk belang van [minderjarige] . Gelet op het gegeven dat de draagouders instemmen met het verzoek tot adoptie, is de rechtbank van oordeel dat thans vaststaat en voor de toekomst redelijkerwijs is te voorzien dat [minderjarige] niets meer van de draagouders in de hoedanigheid van ouders te verwachten heeft. Op grond van al het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat het verzoek tot adoptie kan worden toegewezen.
4.3
Verzoekers hebben er voor gekozen dat [minderjarige] de geslachtsnaam [geslachtsnaam ] zal dragen.
4.4
Bij beschikking van deze rechtbank, locatie Haarlem, van 25 november 2016 is het gezag van de draagouders over [minderjarige] beëindigd en zijn verzoekers belast met de voogdij. Zodra de onderhavige beschikking in kracht van gewijsde is gegaan zullen verzoekers de juridische ouders zijn van [minderjarige] . Daarmee zullen zij op grond van artikel 1:251 BW van rechtswege belast zijn met het gezag over [minderjarige] , zodat er vanaf dat moment geen sprake meer is van voogdij.
4.5
De rechtbank zal in verband met het bepaalde in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder k van het Besluit gezagsregisters bepalen dat de griffier, wanneer deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan, een afschrift van deze beschikking zal doen toekomen aan het gezagsregister om daarin aantekening te doen van deze beschikking.

5.Beslissing

De rechtbank:
5.1
spreekt uit de adoptie van de minderjarige van het mannelijk geslacht:
- [minderjarige], geboren op [geboortedatum] in [plaats] ,
door verzoekers voornoemd.
5.2
bepaalt dat de griffier, wanneer deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan, een
afschrift van deze beschikking zal doen toekomen aan het gezagsregister, om daarin aantekening te doen van deze beschikking;
5.3
draagt de griffier op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van
deze beschikking - en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld - een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] .
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E. Allegro, tevens kinderrechter, in tegenwoordigheid van A.M. Bergen, griffier en in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2018.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.