Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde1/eiser1],
[gedaagde2/eiseres2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 15 februari 2017
- het proces-verbaal van comparitie van 8 februari 2018 en de daarin vermelde stukken.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
- de precaire financiële situatie van Wooncompagnie en het feit dat zij onder verscherpt toezicht van CFV was geplaatst;
- de fusie tussen AWM en Wooncompagnie
- het feit dat door Wooncompagnie geen projectontwikkelaar aan de gemeente bekend werd gemaakt;
- problemen rond de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan, veroorzaakt door een verkeerde projectprognose van Wooncompagnie;
- de wetswijziging waardoor Wooncompagnie geen commerciële activiteiten meer mocht ontplooien.
6.422,00(2 punten × tarief € 3.211,00)
3.211,00(2 punten × ½ × tarief € 3.211,00)
5.De beslissing
€ 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van het vonnis,