ECLI:NL:RBNHO:2018:2209
Rechtbank Noord-Holland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de h-grond met transitievergoeding
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 maart 2018 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen een commanditaire vennootschap (werkgever) en een werknemer. De werkgever heeft op 26 oktober 2017 verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst, welke behandeling plaatsvond op 12 januari 2018. De werknemer was niet aanwezig vanwege gezondheidsredenen, waarna een voortgezette mondelinge behandeling op 23 februari 2018 volgde. De werknemer, geboren in 1980, was sinds 9 juni 2014 in dienst als chef kok en ontving geen loon meer sinds begin 2017, mede door een grote brand in het pand van de werkgever op 18 april 2016, waardoor de onderneming niet meer operationeel was. De werkgever heeft het verzoek tot ontbinding gebaseerd op artikel 7:671b en artikel 7:669 lid 1 en 3 onderdeel h van het Burgerlijk Wetboek, stellende dat er bijzondere omstandigheden zijn die ontbinding rechtvaardigen. De werknemer heeft erkend dat de situatie onhoudbaar is, wat leidde tot de conclusie dat er geen mogelijkheden meer zijn voor herplaatsing. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 1 mei 2018 en de werkgever veroordeeld tot betaling van een transitievergoeding van € 2.190,00 bruto aan de werknemer. Tevens is bepaald dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.