Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser] , wonende te [woonplaats]
de besloten vennootschap M.A. Kok Beheer B.V., gevestigd te Bergen aan Zee
1.Het procesverloop
2.De feiten
“De vennootschap heeft ten doel:- de exploitatie van een energie-, service- en onderhoudsdienst, ten behoeve van degebruikers van water- en/of energieverbruikende en energieaccumulerende toestellen;- het bevorderen van de veiligheid en doelmatigheid van niet-industriëleenergieverbruikende toestellen en technische installaties in woningen en gebouwen;- het verlenen van service aan eigenaren van niet industriële installaties onder andere doorhet voeren van beheer, het doen van onderhoud, het uitvoeren van reparaties, het verhelpen van storingen en het stellen van diagnosen;- het controleren, inspecteren en coördineren van installatie werkzaamheden met betrekkingtot energieverbruikende toestellen en apparatuur ten behoeve van energie overdracht enalle daartoe behorende installaties;- de marketing en realisatie van nieuwe producten en diensten welke de veiligheid endoelmatigheid van standaard-installaties en technische inrichtingen bij klanten ten goedekomen;een en ander in de ruimste zin van het woord, alsmede het verrichten van alle handelingen die daarmede verband houden.”
“Plugwise heeft gister € 250.000 overgemaakt als overbruggingsfinanciering voor participatie van ESNW in een op te richten consortium tbv het smart life programma van KPN. De Invema Group gaat dit verder financieren. Vanuit deze overbrugging is afgesproken dat ESNW € 200.000 overmaakt aan: (…) Graag betaalbewijs naar mij.”
“Vanmorgen spraken wij elkaar over je verantwoordelijkheden en bevoegdheden als directeur van ESNW. Gezien de ontwikkelingen op korte termijn bij ESNW en de kansen die zich mogelijk voordoen heb ik je telefonisch gewezen op het feit dat het aangaan van verplichtingen door de directeur conform de statuten altijd, onder voorbehoud van goedkeuring door het bestuur, worden aangegaan. (…)”
€ 35.000,00. Verder staat in de verklaring dat [gedaagde] ermee bekend is dat hij een mandaat heeft om rechtshandelingen te verrichten tot € 250.000,00 en dat hij voor voornoemde transacties geen toestemming heeft gevraagd of hiervan melding heeft gemaakt aan het bestuur van ESB. Ook staat in de verklaring dat [gedaagde] financiële risico’s heeft genomen en dat het uiterst onzeker is (mede omdat hij geen financiële zekerheid heeft bedongen) of nog enige terugbetaling zal volgen. [gedaagde] zal zich volgens de verklaring maximaal inspannen om de nog uitstaande bedragen terugbetaald te krijgen en hij verbindt zich persoonlijk aan terugbetaling van voornoemde transacties. Ten slotte is [gedaagde] volgens de verklaring € 110.000,00 verschuldigd aan ESNW, zijnde een kapitaalsinbreng door ESNW in Eco2Service B.V.
1 oktober 2010 tot 7 november 2016 ingeschreven als directeur van ESNW met een volledige volmacht.
3.De vordering
1. voor recht verklaart dat [gedaagde] respectievelijk Kok Beheer toerekenbaar tekort zijn geschoten
in de nakoming van hun verplichtingen uit respectievelijke overeenkomsten die zij met
ESNW hebben gesloten, althans onrechtmatig jegens ESNW hebben gehandeld en daartoe
aansprakelijk zijn voor de schade die ESNW heeft geleden, in het bijzonder maar niet
uitsluitend ten gevolge van betalingen die in opdracht van [gedaagde] door ESNW zijn gedaan
aan Eder Richter (2015), [naam 2] (2015), Banga Beheer B.V. (2015 en 2016), alsmede aan
Invema Ltd (2016), en de schade ten gevolge van het sluiten van het contract van 20
september 2016 met Go Flow Holding, een en ander met hoofdelijke veroordeling van
[gedaagde] respectievelijk Kok Beheer tot betaling van een (aanvullende) schadevergoeding aan
ESNW, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de Wet;
2. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 650.000,00 en € 21.780,00, te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 1 januari 2016, alsmede [gedaagde] veroordeelt tot betaling van €
249.100,00, te vermeerderen met de contractuele rente van 6 % per jaar en te vermeerderen
met de wettelijke rente vanaf 2 maart 2017;
3. Kok Beheer veroordeelt tot betaling van € 110.000,00, te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 1 januari 2017;
4. Kok c.s. hoofdelijk veroordeelt tot betaling van € 200.000,00, te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 1 januari 2017, alsmede veroordeelt tot betaling van € 154.469,50, te
vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 november 2017;
5. Kok c.s. hoofdelijk veroordeelt in de proceskosten en nakosten, te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van het vonnis.
4.Het verweer
heeft geen schuld op zich willen nemen met ondertekening van de verklaring op 5 juli 2016. Dit was hem ook niet duidelijk. [gedaagde] is onder druk gezet om de verklaring te tekenen. [gedaagde] trekt de door hem getekende verklaring in, dan wel beroept zich op vernietiging wegens misbruik van omstandigheden/dwaling.
Kok c.s. voeren verder als verweer dat het onduidelijk is wat ESNW heeft ondernomen om de gelden terug te krijgen en of terugbetaling door de oorspronkelijke schuldenaren onmogelijk is. ESNW moet hierover duidelijkheid verstrekken.
Kok c.s. betwisten dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan verduistering. Kok c.s. hebben altijd met de juiste intenties en in het belang van ESNW gehandeld, onder andere door te investeren en werkkapitaal proberen aan te trekken. Zij hebben niet bewust/opzettelijk ESNW benadeeld en er is geen sprake van persoonlijke verrijking, toe-eigening van bedragen of het dienen van een persoonlijk belang. Kok c.s. hebben zich laten bijstaan door een onafhankelijk adviseur, de heer [naam 3] . Dat de handelingen van Kok c.s. niet hebben uitgepakt zoals zij voor ogen hadden, betreuren Kok c.s. Kok c.s. waren afhankelijk van derden en van invloeden van buitenaf en zijn door deze samenloop van omstandigheden sterk benadeeld. De gelden zijn door derden verduisterd en niet terugbetaald aan ESNW. Hiervan hadden Kok c.s. geen wetenschap. Kok c.s. hebben zich ingespannen om de verdwenen gelden terug te krijgen. Indien al sprake is van aansprakelijkheid van Kok c.s., geldt dat ESNW zelf aandeel heeft gehad in het laten oplopen van de schuld.
5.De beoordeling
Verklaring voor recht
Vorderingen op [gedaagde]
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] met deze betalingen toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de op hem rustende verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst. [gedaagde] heeft zijn mandaatgrenzen overschreden door geen toestemming te vragen aan het bestuur van ESB. Dit heeft hij welbewust gedaan. Zoals [gedaagde] zelf stelt, moest hij snel handelen en had hij de transactie als veilig beschouwd. De transactie heeft naar het oordeel van de kantonrechter een speculatief karakter, nu deze erop was gericht een hoog rendement te behalen. De transactie is bovendien in strijd met de statutaire doelstelling van ESNW, namelijk onderhoud van CV-ketels. Het verweer van [gedaagde] dat hij in het belang handelde van ESNW slaagt daarom niet.
€ 250.000,00. Deze vergoeding is niet betaald, maar [gedaagde] heeft daarna in 2015 in twee betalingen € 110.000 overgemaakt naar [naam 2] en Bangma Beheer. Ook deze transacties hadden tot doel middels de handel in (een) bankgarantie(s) dan wel Long Term Notes een hoog rendement te behalen en hadden daarmee een hoog speculatief karakter. Weliswaar vielen de drie betalingen binnen het mandaat van [gedaagde] , maar dat [gedaagde] daarmee in het belang van ESNW handelde blijkt nergens uit. Het totale bedrag van € 235.000,00 is inmiddels terugbetaald aan ESNW, na later bleek door middel van een geldlening van Early Investments B.V. aan [gedaagde] .
€ 21.780,00 aan Bangma Beheer B.V. betaald. Op de facturen staat als omschrijving ‘Beheer- en Managementvergoeding Acquisitie’. Deze betalingen zijn volgens ESNW zonder recht of titel gedaan. De kantonrechter is van oordeel dat deze betalingen nauw samenhangen met de overige betalingen aan [naam 2] en Bangma Beheer B.V. en daarom moeten worden aangemerkt als risicovol. Dit klemt temeer nu de eerder gedane transacties niet succesvol zijn gebleken. Door niet nader gespecificeerde facturen te betalen, is evident dat niet het belang van ESNW is gediend. Ook ten aanzien van de betaling van deze facturen komt de kantonrechter tot de conclusie dat [gedaagde] bewust roekeloos heeft gehandeld en daardoor ESNW schade heeft berokkend. De hoogte van de schade is € 21.780,00. [gedaagde] zal worden veroordeeld tot betaling van dat bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente zoals gevorderd.
1 januari 2017 in verzuim, nu hij niet de jaarlijkse rentevergoeding voor het eind van het jaar heeft voldaan. Dit betekent dat de vordering opeisbaar is. [gedaagde] heeft de verschuldigdheid van de vordering ter zitting erkend. De vordering tot terugbetaling van de geldlening van
€ 235.000,00 ligt dan ook voor toewijzing gereed.
Ook vordert ESNW samengestelde rente, nu zij de hoofdsom heeft vermeerderd met de vervallen contractuele rente en daarover contractuele rente vordert. Artikel 6:119 lid 2 BW, waarin is bepaald dat wettelijke rente over verschenen wettelijke rente na afloop van een jaar is verschuldigd (samengestelde rente), is in dit geval echter niet van toepassing. Volgens de toelichting op dat artikel staat het partijen in beginsel vrij overeen te komen dat de tussen hen overeengekomen rente eveneens samengesteld wordt berekend. ESNW heeft echter niet onderbouwd op grond waarvan zij is gerechtigd de overeengekomen rente samengesteld te berekenen. ESNW is derhalve slechts gerechtigd de overeengekomen en verbeurde rente enkelvoudig te berekenen. Gelet op het voorgaande zal de kantonrechter de gevorderde contractuele rente over € 235.000,00 toewijzen vanaf 9 september 2016, zijnde de ingangsdatum van de geldlening.
Vorderingen op Kok c.s.
€ 5.500,00. Anders dan de in 2015 betaalde facturen aan Bangma Beheer B.V., heeft ESNW deze vordering niet nader onderbouwd met een stuk. De kantonrechter wijst daarom dit deel van het gevorderde af. De vordering is gelet op het voorgaande toewijsbaar tot € 146.340,50. De wettelijke rente daarover is toewijsbaar zoals gevorderd.
Overig
6.De beslissing
€ 200.000 vanaf 1 januari 2017 tot aan de dag van de gehele betaling en over € 146.340,50 vanaf 1 november 2017 tot aan de dag van de gehele betaling;