Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde1],
[gedaagde2],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- dagvaarding 97,96
1.130,00(2,5 punten × tarief € 452,00)
5.De beslissing
14 maart 2018. [1]
Rechtbank Noord-Holland
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 14 maart 2018, vordert de Vereniging van Eigenaren (VvE) van het flatgebouw aan de Robert Kochlaan 286 tot en met 428 (even nummers) dat de gedaagden, bewoners van een appartement in het gebouw, hun laminaatvloer verwijderen. De VvE stelt dat de vloer in strijd is met het huishoudelijk reglement, dat het aanbrengen van parket of plavuizen verbiedt, en dat de gedaagden geluidsoverlast veroorzaken voor de onderburen. De rechtbank oordeelt dat de VvE terecht vordert dat de gedaagden de vloer verwijderen, omdat het huishoudelijk reglement absoluut is en de gedaagden als appartementseigenaren gebonden zijn aan deze regels. De rechtbank wijst de vordering van de VvE toe en legt een dwangsom op van € 100,- per dag tot een maximum van € 5.000,- indien de gedaagden niet binnen drie maanden aan de veroordeling voldoen. De rechtbank wijst ook de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten af, omdat de VvE niet voldoende bewijs heeft geleverd van deze kosten. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagden onmiddellijk aan de uitspraak moeten voldoen, ook als zij in beroep gaan. De gedaagden worden verder veroordeeld in de proceskosten van de VvE, die zijn begroot op € 1.853,96.