Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
3.Standpunt van de officier van justitie
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Vordering benadeelde partij
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
2 (twee) maanden, met bevel dat deze straf
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op
1 (één) jaarbepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
[benadeelde]geleden schade tot een bedrag van
€ 250,00 (tweehonderdvijftig euro), als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 24 juli 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 250,00 (tweehonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
5 (vijf) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 juli 2017 tot aan de dag der algehele voldoening.