Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Ontvankelijkheid verzet
3.Voorvragen
4.Standpunten van partijen
5.Vrijspraak
in gebruik zijndenesten.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 27 februari 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het beschadigen van nesten van oeverzwaluwen en het verontrusten van deze beschermde diersoort. De tenlastelegging betrof twee feiten: het beschadigen van nesten van oeverzwaluwen in de periode van 9 mei 2015 tot en met 12 juni 2015 te Rijsenhout, en het opzettelijk verontrusten van deze vogels. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte werkzaamheden uitvoerde nabij de Geniedijk, waar oeverzwaluwen zouden broeden. Echter, na onderzoek door een polderecoloog bleek dat de nesten niet meer in gebruik waren op het moment dat de werkzaamheden werden hervat. De rechtbank oordeelde dat de bescherming van de nesten niet geldt voor verlaten nesten, en dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte opzettelijk de oeverzwaluwen had verontrust. De officier van justitie had gevorderd tot vrijspraak van het tweede feit en tot bewezenverklaring van het eerste feit, maar de rechtbank volgde deze redenering niet. Uiteindelijk heeft de rechtbank de aan verdachte opgelegde strafbeschikking vernietigd en haar vrijgesproken van beide tenlastegelegde feiten.