Bewijsmotivering
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit in de vorm van medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Ook indien het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht), kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn.
Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het tenlastegelegde het volgende af.
Blijkens het [bedrijf] overeengekomen huurcontract heeft verdachte van 10 januari 2016 tot en met 24 januari 2016 de beschikking gehad over een huurauto, te weten een Toyota Aygo, met [kenteken] .
Volgens de track en trace-gegevens heeft deze Toyota Aygo ten tijde van de poging woninginbraak op 23 januari 2016 ruim 20 minuten stil gestaan op de locatie [adres] , zijnde een locatie die is gelegen voor het perceel [adres] .
Vlak na de woninginbraak op het adres [adres] is de Toyota gezien op de Van Heuven Goedhartlaan. De auto stond midden op rijbaan stil en er is gezien dat twee mannen kwamen aanrennen en achter in de auto plaatsnamen. Vervolgens reed de Toyota Aygo met hoge snelheid weg.
Kort na de melding is medeverdachte Jovanovic in de omgeving van de woning aan het [adres] aangehouden. In zijn fouillering is een visitekaartje van het [bedrijf] aangetroffen.
Bij vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam is verdachte (onder meer) veroordeeld voor een woninginbraak in Aalsmeer op 23 januari 2016. In het vonnis heeft de rechtbank ten aanzien van dat feit vastgesteld dat de auto die door verdachte werd gehuurd ten tijde van de inbraak 23 minuten in de directe omgeving van de plaats delict stond alsook dat de bij die inbraak weggenomen telefoon binnen een tijdbestek van 24 uur na de inbraak door verdachte in gebruik werd genomen.
Uit de analyse van de gegevens van de telefoon van verdachte is gebleken dat het telefoontoestel van verdachte met het [telefoonnummer 1] op 23 januari 2016 in de omgeving van het woonadres van [medeverdachte] is geweest.
Verdachte heeft voorts verklaard dat hij in de periode 10 januari 2016 tot en met 24 januari 2016 de enige bestuurder van deze auto is geweest. Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat de Toyota Aygo als vervoermiddel is gebruikt bij het plegen van de woninginbraken, van welke auto verdachte de huurder en de bestuurder is geweest. Voorts is hij veroordeeld als pleger van voornoemde woninginbraak in Aalsmeer, die heeft plaatsgehad op dezelfde dag, op een tijdstip niet lang vóór het tijdstip waarop de thans tenlastegelegde poging tot woninginbraak is gepleegd. Uit de track en trace-gegevens met betrekking tot de genoemde Toyota Aygo blijkt bovendien dat de auto vanuit Aalsmeer rechtstreeks naar Hoofddorp is gereden.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten is komen vast te staan, nu ook niet kan worden uitgesloten dat verdachte in de woning aan de [adres] is geweest. Hoewel een gezamenlijke uitvoering ter plaatse niet kan worden vastgesteld, is de bijdrage van verdachte aan het tenlastegelegde naar het oordeel van de rechtbank gelet op de hiervoor vermelde feiten en omstandigheden in samenhang bezien van zodanig gewicht, dat deze kan worden aangemerkt als een vorm van medeplegen. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen, met uitzondering van het geweldselement in de tenlastelegging. Uit de voorhanden onderzoeksgegevens volgt immers niet dat verdachte betrokkenheid kan worden aangewreven bij de klap met een ijzeren staaf die het slachtoffer ten tijde van de vlucht uit de woning tegen het voorhoofd heeft gekregen.