In deze zaak heeft Q-Park Operations Netherlands II B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die betwistte een overeenkomst met Q-Park te zijn aangegaan. De gedaagde stelde haar auto te hebben verkocht, maar was nog wel kentekenhouder. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde onvoldoende onderbouwing had gegeven voor haar verweer. Q-Park had een boete geëist van € 386,40, bestaande uit een tarief voor een verloren kaart, een schadevergoeding en buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde als kentekenhouder vermoed wordt de bestuurder te zijn geweest en dat de Algemene Voorwaarden Parkeren van toepassing zijn. De kantonrechter oordeelde dat de bedingen in de Algemene Voorwaarden niet oneerlijk zijn en dat de boete van € 336,00 toewijsbaar is. De wettelijke rente over dit bedrag werd ook toegewezen. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten en nakosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.