In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 10 januari 2018 uitspraak gedaan over het gezamenlijk gezag en de omgangsregeling van een minderjarige, geboren uit een relatie tussen de moeder en de vader. De vader heeft misbruik gemaakt van de DigiD van de moeder om gezamenlijk gezag tot stand te brengen, wat hij ook erkent. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gezamenlijk gezag niet op beider verzoek is aangetekend in het gezagsregister, waardoor de moeder nu het eenhoofdig gezag over de minderjarige krijgt. De vader kan geen verzoek indienen voor de hoofdverblijfplaats van de minderjarige, omdat hij niet-gezaghebbend is. De rechtbank heeft ook een omgangsregeling vastgesteld, waarbij de minderjarige om de week van zondagavond tot dinsdag bij de vader verblijft, en in de andere week van vrijdag tot dinsdag. Daarnaast is er een regeling voor feestdagen en vakanties vastgesteld, waarbij de ouders in onderling overleg moeten zorgen voor een goede communicatie en samenwerking in het belang van de minderjarige. De rechtbank benadrukt de verantwoordelijkheid van beide ouders om ervoor te zorgen dat de minderjarige veilig en liefdevol kan opgroeien, ook na de beëindiging van hun relatie.