In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 14 februari 2018 uitspraak gedaan in een familierechtelijke procedure betreffende de vernietiging van een erkenning van een minderjarige door de vrouwelijke partner van de moeder. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.C.M. van Lieshout, heeft verzocht om de erkenning van de minderjarige door de vrouw te vernietigen. De moeder heeft aangevoerd dat zij onder dwaling, bedrog of misbruik van omstandigheden toestemming heeft gegeven voor de erkenning, en dat de vrouw niet de biologische moeder is van de minderjarige. De bijzondere curator heeft het verzoek van de moeder ondersteund en aangegeven dat de vrouw geen rol speelt in het leven van de minderjarige.
Tijdens de zitting op 12 december 2017 is de moeder niet verschenen, maar de vrouw en de bijzondere curator waren aanwezig. De rechtbank heeft vastgesteld dat er veel wijzigingen zijn opgetreden in de situatie van de moeder, de vrouw en de minderjarige. De rechtbank heeft besloten om de Raad voor de Kinderbescherming in te schakelen voor een onderzoek naar de huidige rol van de vrouw in het leven van de minderjarige en de verhouding tussen de moeder en de vrouw. De rechtbank heeft de zaak aangehouden in afwachting van het advies van de Raad.
De rechtbank heeft in haar beslissing benadrukt dat er geen verzoek tot omgangsregeling aan de orde is, maar dat het belangrijk is om de huidige situatie en de rol van de vrouw in het leven van de minderjarige te onderzoeken. De zaak is aangehouden tot 18 juli 2018, in afwachting van het rapport en advies van de Raad.