ECLI:NL:RBNHO:2018:11904
Rechtbank Noord-Holland
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Beslissing over klaagschrift inzake in beslag genomen hond na bijtincident
Op 24 oktober 2018 is een klaagschrift ingediend door mr. J. Baar, gemachtigde van de klager, met het verzoek om opheffing van het beslag op twee Rottweilers, genaamd [hond 1] en [hond 2]. Dit klaagschrift werd behandeld op 5 november 2018, waarbij klager en zijn raadsman aanwezig waren, evenals de officier van justitie mr. P. van Lennep. De rechtbank verklaarde het klaagschrift gegrond voor [hond 1] en gelastte de teruggave, terwijl het onderzoek naar [hond 2] werd heropend voor een tegenonderzoek naar het gedrag van de hond.
Na een gedragstest door het Risk-assessmentteam van de Universiteit van Utrecht, die adviseerde tot euthanasie, werd er een tegenonderzoek uitgevoerd door Martin Gaus Academy. De rapportage van deze academie concludeerde dat [hond 2] geen agressief gedrag vertoonde en dat de eigenaren verantwoordelijk waren. De raadsman van klager stelde dat het klaagschrift gegrond verklaard moest worden, terwijl de officier van justitie het klaagschrift ongegrond achtte en voorstelde de hond in opslag te houden tot de inhoudelijke behandeling van de strafzaak.
De rechtbank oordeelde dat het belang van strafvordering niet het voortduren van het beslag vorderde. De rechtbank concludeerde dat er geen reden was om aan de deskundigheid van de gedragstherapeut te twijfelen en dat het euthanaseren van de hond niet meer aan de orde was. De rechtbank verklaarde het klaagschrift gegrond, hefte het beslag op en gelastte de teruggave van [hond 2] aan de klager.