ECLI:NL:RBNHO:2018:11866

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
31 oktober 2018
Publicatiedatum
7 augustus 2019
Zaaknummer
7006933 \ CV EXPL 18-5043
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van compensatie en kosten door Airhelp tegen Belavia na vertraging van vlucht

In deze zaak heeft Airhelp Limited, een rechtspersoon naar buitenlands recht gevestigd in Hong Kong, een vordering ingesteld tegen Belavia-Belarusian Airlines, eveneens een rechtspersoon naar buitenlands recht, gevestigd in Amsterdam. De vordering betreft compensatie voor een vertraagde vlucht op 7 juni 2016 van Aalborg naar Minsk, met een tussenstop in Amsterdam. De vlucht heeft meer dan drie uur vertraging opgelopen, wat aanleiding gaf tot de vordering van Airhelp. De kantonrechter heeft op 31 oktober 2018 uitspraak gedaan in deze zaak.

Airhelp heeft bij dagvaarding van 28 mei 2018 Belavia gedagvaard en vorderde een bedrag van € 400,00 aan compensatie, vermeerderd met wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten van € 60,00 en proceskosten, waaronder een bedrag van € 500,00 aan salaris van de gemachtigde. Belavia heeft de vordering erkend voor zover deze betrekking heeft op de gevorderde compensatie en dagvaardingskosten, maar betwistte de buitengerechtelijke incassokosten en het salaris van de gemachtigde.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen en heeft geoordeeld dat de wettelijke rente over de compensatie toewijsbaar is. De rechter heeft de vordering tot buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat Airhelp onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de gemaakte kosten. Het salaris van de gemachtigde is toegewezen op basis van het liquidatietarief, waarbij de kantonrechter heeft geoordeeld dat Belavia het risico heeft genomen om kosten te maken door niet tijdig te betalen.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat Belavia is veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente over het gevorderde bedrag van € 400,00 en tot betaling van de proceskosten aan de kant van Airhelp, begroot op € 120,00 aan salaris van de gemachtigde. Het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7006933 \ CV EXPL 18-5043
Uitspraakdatum: 31 oktober 2018
Vonnis in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Airhelp Limited
te Hong Kong
eiseres
hierna te noemen: Airhelp
gemachtigden: mr. H. Yildiz en mr. W. de Roy van Zuydewijn (Weiss Legal B.V.)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Belavia-Belarusian Airlines
te Amsterdam
gedaagde
hierna te noemen: Belavia
gemachtigde: A. Gusarov

1.Het procesverloop

1.1.
Airhelp heeft bij dagvaarding van 28 mei 2018 een vordering tegen Belavia ingesteld. Belavia heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Airhelp heeft op 8 augustus 2018 een akte vermindering eis ingediend en op 5 september 2018 schriftelijk gereageerd op het antwoord van Belavia. Hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft Belavia niet meer gereageerd.

2.De feiten

2.1.
[naam passagier] (hierna: de passagier) heeft een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan hij op 7 juni 2016 met vluchtnummers KL1332 en B2 868 van Aalborg (Denemarken) via Amsterdam naar Minsk (Wit-Rusland) zou worden vervoerd.
2.2.
De vlucht van Amsterdam naar Minsk heeft meer dan drie uur vertraging opgelopen.
2.3.
Op 28 mei 2018 is Belvia door Airhelp gedagvaard om in de onderhavige zaak te verschijnen ter terechtzitting van 27 juni 2018.
2.4.
Op 21 juni 2018 heeft Belavia een bedrag van € 622,81 aan de gemachtigde van Airhelp overgemaakt. De omschrijving van de overboeking luidt: “
Ref [nummer] – Compensation to pass. [naam passagier] for delayed flight B2868 on 07JUN2016 plus legal costs – Airhelp ref. [nummer]”.

3.De vordering

3.1.
Airhelp heeft bij dagvaarding gevorderd dat Belavia bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 400,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 juni 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 60,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, waaronder een bedrag van € 500,00 aan salaris gemachtigde.
3.2.
Airhelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat Belavia conform de Verordening gehouden is tot betaling van compensatie tot een bedrag van € 400,00.
3.3.
Airhelp heeft nadien bij akte haar vordering met € 622,81 verminderd.

4.Het verweer

4.1.
Belavia erkent de vordering voor zover deze betrekking heeft op de gevorderde compensatie, dagvaardingskosten en het griffierecht. Belavia betwist buitengerechtelijke incassokosten en gemachtigdensalaris verschuldigd te zijn. Zij voert hiertoe aan dat Airhelp zich nooit tot Belavia heeft gewend om buitengerechtelijk tot overeenstemming te komen.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt vast dat hij op grond van het bepaalde in artikel 26 van de Brussel I bis-Verordening (nr. 1215/2012) bevoegd is om van de onderhavige vordering kennis te nemen, nu Belavia in de onderhavige procedure is verschenen en de bevoegdheid niet heeft betwist.
5.2.
Belavia heeft haar conclusie van antwoord in de Engelse taal gesteld. De kantonrechter stelt voorop dat voor de Nederlandse rechter in de Nederlandse taal dient te worden geprocedeerd. Nu Airhelp echter geen bezwaar heeft gemaakt tegen het feit dat het verweer in de Engelse taal is gesteld, maar inhoudelijk op de conclusie van antwoord is ingegaan, acht de kantonrechter een vertaling van het door Belavia ingediende processtuk niet nodig.
5.3.
Vast staat dat Belavia met haar betaling van € 622,81 op 21 juni 2018 heeft beoogd de gevorderde compensatie ad € 400,00, de dagvaardingskosten ad € 103,81 en het griffierecht ad € 119,00 te voldoen. Volgens Airhelp dient de gedane betaling overeenkomstig artikel 6:44 BW echter eerst in mindering te worden gebracht op de betekeningskosten, de buitengerechtelijke kosten en de verschenen rente. Nu Belavia uitdrukkelijk heeft betwist buitengerechtelijke incassokosten en salaris gemachtigde - door Airhelp begroot op € 500,00 - verschuldigd te zijn, acht de kantonrechter het beroep van Airhelp op de imputatieregeling van artikel 6:44 BW naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Dat betekent dat de door Belavia gedane betaling in mindering strekt op de gevorderde compensatie, de dagvaardingskosten en het griffierecht. Thans is dus alleen de vraag aan de orde of Belavia wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en salaris gemachtigde aan Airhelp verschuldigd is.
5.4.
De kantonrechter is van oordeel dat de over de compensatie gevorderde wettelijke rente toewijsbaar is. Op grond van artikel 6:83 sub b Burgerlijk Wetboek (BW) is de vordering tot vergoeding van forfaitair berekende schade direct opeisbaar en treedt het verzuim zonder ingebrekestelling in op het moment waarop de schade geacht wordt te zijn geleden. De wettelijke rente wordt dan ook toegewezen vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag waarop Belavia de compensatie heeft voldaan, zijnde 21 juni 2018.
5.5.
Nu de onderhavige vordering geen betrekking heeft op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is, zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. Belavia heeft deze vordering betwist. Airhelp heeft hiertegenover onvoldoende aangetoond en onderbouwd dat de verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan de verzending van een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten moet daarom worden afgewezen.
5.6.
Ten aanzien van het gemachtigdensalaris stelt de kantonrechter voorop dat dit als onderdeel van de proceskosten op grond van artikel 238 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering toewijsbaar is. Indien Belavia deze kosten had willen voorkomen, is zij daartoe in de gelegenheid geweest nadat zij tot betaling van de compensatie was gesommeerd. Airhelp heeft immers bij conclusie van repliek gesteld dat zij op 8 november 2017 en 18 maart 2018 Belavia heeft gesommeerd tot betaling van de compensatie. Belavia heeft die nadere stelling van Belavia onweersproken gelaten. Op het moment dat betaling van de compensatie uitblijft, staat Airhelp in haar recht om een procedure aanhangig te maken en neemt Belavia het risico dat zij tot betaling van de daarbij behorende kosten wordt veroordeeld. Ten aanzien van het gevorderde bedrag van € 500,00 overweegt de kantonrechter dat de begroting van het gemachtigdensalaris pleegt te geschieden aan de hand van het liquidatietarief, waarbij het bedrag afhankelijk is van de verrichte (genormeerde) werkzaamheden en van het belang van de zaak. Op grond van dit tarief krijgt de gemachtigde in deze zaak twee punten toegekend voor het opstellen van de dagvaarding en de conclusie van repliek tegen een tarief van € 60,00. Van bijzondere, zwaarwegende omstandigheden om hiervan af te wijken is niet gebleken.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Belavia tot betaling aan Airhelp van de wettelijke rente over € 400,00 vanaf 7 juni 2016 tot aan 21 juni 2018;
6.2.
veroordeelt Belavia tot betaling van de proceskosten die aan de kant van Airhelp tot en met vandaag worden begroot op € 120,00 aan salaris gemachtigde;
6.3.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Candido, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter