Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
1. Met ingang van loonperiode 10 2013 heeft de werknemer tijdens zijn vakantie of bij het opnemen van een losse vakantiedag recht op doorbetaling van zijn basissalaris;2. Vanaf loonperiode 10 2013 wordt de waarde van de vakantiedagen die de werknemer aan het einde van enig jaar nog niet heeft opgenomen vastgesteld. De waarde van deze vakantiedagen groeit niet mee met de loonontwikkeling van de werknemer. (…).
In een speciale cao-krant is aan voornoemde onderwerpen in de cao en het onderwerp ‘Kostenneutraal’ aandacht besteed.
In de cao 2014/2015 is artikel 70 als voornoemd, omgenummerd naar artikel 66 lid 1 cao.
De cao-partijen hebben in hun onderhandelingen herstel van het door Syntro geconstateerde werknemersnadeel meegenomen.
In artikel 2c van de cao is bepaald:
c) De loonsverhoging onder 2b is bedoeld en gelabeld ter compensatie voor werknemers, in relatie tot de afwikkeling van het Syntro-rapport d.d. 3 december 2014 (Evaluatie Cao Beveiliging 2013-2014).alsook:
e) De afspraken die in 2012/2013 zijn gemaakt hadden de bedoeling om inkomens- en kostenneutraal te zijn. Met bovengenoemde resultaten zijn alle aanspraken en/of vorderingen naar zowel het verleden als de toekomst tussen cao afsluitende partijen vereffend.FNV heeft de procedure ingetrokken.
3.De vordering
I. voor recht verklaart dat [werknemer] aanspraak maakt op de onregelmatigheidstoeslag over de genoten vakantiedagen over de periode 1 november 2013 t/m 31 december 2016;
II. Securitas veroordeelt tot betaling van het netto-equivalent van € 1.861,80 bruto, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, ter zake van onregelmatigheidstoeslag, niet ingelegde pensioenpremie, wettelijke verhoging en wettelijke rente over de genoten vakantiedagen in de periode van 1 november 2013 t/m 31 december 2016;
III. Securitas veroordeelt tot betaling van € 279,30 aan buitengerechtelijke incassokosten en de kosten van deze procedure, daaronder begrepen salaris gemachtigde.
4.Het verweer en de vordering in voorwaardelijke reconventie
Securitas heeft erop gewezen dat deze compensatie voor [werknemer] positief heeft uitgepakt. Zij stelt zich op het standpunt dat, indien artikel 70 lid 1 / 66 lid 1 cao (oud) een nietige bepaling is, een toewijzing van de vordering naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar moet worden geacht (artikel 6:248 BW). Verder voert Securitas aan dat aan enige nietigheid of vernietigbaarheid terugwerkende kracht dient te worden ontzegd, nu de geschetste feiten en omstandigheden voldoende aanleiding bieden om te spreken van een onvoorziene omstandigheid (artikel 6:258 BW). Ook voert Securitas aan dat in geval alsnog de ORT over die periode moet worden uitbetaald, [werknemer] sinds 2017 is gecompenseerd voor een verval van een regeling die nooit heeft plaatsgevonden en aldus ongerechtvaardigd wordt verrijkt.
5.De beoordeling
een eenmalige additionele loonsverhoging [is] toegekend van 0,5% ter compensatie is voor niet betaalde ORT tijdens vakantie-uren gedurende de loonperiode 10 2013- 13 2016’. Voorts heeft [werknemer] bij nadere akte na comparitie erkend dat die compensatie voor hem positief heeft uitgepakt. Dit staat derhalve vast tussen partijen.
aldus moet worden uitgelegd dat een lijnpiloot tijdens zijn jaarlijkse vakantie niet alleen recht heeft op behoud van zijn basissalaris maar ook op alle componenten die intrinsiek samenhangen met de taken die hem in zijn arbeidsovereenkomst zijn opgedragen en waarvoor hij in het kader van zijn globale beloning een financiële vergoeding ontvangt en voorts ook alle componenten die samenhangen met het personeels- en beroepsstatuut van de lijnpiloot. Het staat aan de nationale rechter om te beoordelen of de diverse componenten waaruit de globale beloning van die werknemer bestaat, aan deze criteria voldoen”.
Cao-partijen zijn, zoals onder de feiten ook is weergegeven, na de geplande evaluatie tot het inzicht gekomen dat de ORT over de vakantie-uren moet worden uitbetaald en een dergelijke bepaling is in de cao vanaf 1 januari 2017 weer opgenomen.
Securitas heeft daar tegenin gebracht dat nu [werknemer] per 1 januari 2017 is gecompenseerd door middel van de additionele loonsverhoging van 0,5% en is gebleken dat deze compensatie voor [werknemer] positief heeft uitgepakt, geen sprake kan zijn van een betaling met terugwerkende kracht. In dat kader heeft Securitas zich - samengevat - beroepen op artikel 6:248 lid 2 BW, althans artikel 6:258 BW, althans artikel 6:212 BW. [werknemer] heeft in reactie daarop gewezen op het arrest van het Hof Den Haag.
De kantonrechter overweegt als volgt.
Het beroep gedaan op ongerechtvaardigde verrijking kan evenmin slagen. De betaling van de ORT is gegrond op de wet (artikel 7:639 BW) en daarmee niet ongerechtvaardigd. Het enkele feit dat een werknemer meer krijgt dan hetgeen hij zou hebben gekregen indien de cao van meet af aan aan de wettelijke eisen had voldaan, betekent nog niet dat de verrijking die optreedt als gevolg van de betaling van de achterstallige toeslag ongerechtvaardigd is in de zin van artikel 6:212 BW.
in het onderhavige geval de compensatieregeling door middel van een additionele loonsverhoging wel is opgenomen in de cao 2017. Deze cao is van toepassing op de arbeidsovereenkomst van [werknemer] . Daar komt bij dat is komen vast te staan dat deze compensatie voor [werknemer] positief heeft uitgepakt, en hij, anders dan in het arrest, niet voor 50% is gecompenseerd. De kantonrechter is van oordeel dat, onder die omstandigheden, een toewijzing van het bedrag van € 1.861,80 bruto (en de daarmee aanverwante vorderingen) - naast de reeds betaalde compensatie -, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid als onaanvaardbaar dient te worden aangemerkt (artikel 6:248 lid 2 BW).
De kantonrechter ziet daarin aanleiding om de terugwerkende kracht aan de nietigheid van artikel 70 lid 1 / 66 lid 1 cao (oud) te onthouden in het geval van [werknemer] .
6.De beslissing
in reconventie: