Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
op of aan de openbare weg de Orionstraat tezamen en in vereniging met
een of meer anderen, althans alleen,
een portemonnee inhoudende ongeveer 35 euro en een hoeveelheid pasjes,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer]
,
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om
die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping
op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
door
meermalen met kracht tegen het lichaam van die [slachtoffer] te slaan en/of te
stompen, en/of
een knietje in de buik en/of tegen het hoofd, althans tegen het lichaam van
die [slachtoffer] te geven, en/of
door te zeggen tegen die [slachtoffer] dat hij, verdachte en/of zijn medeverdachte
een mes had(den);
- geven van een knietje in de buik en/of het lichaam en/of het hoofd en/of
2.Voorvragen
3.Bewijs
De getuige heeft de gezichten van de daders maar heel kort kunnen zien en de waarnemingsomstandigheden (lichtsterkte) waren niet optimaal. Het door haar gegeven signalement en beschrijving van de gebeurtenissen verschilt ook van die van de aangever.
De donkergekleurde dader droeg bovendien een capuchon volgens aangever, waardoor het gezicht minder goed waarneembaar is. Verder is sprake van een ruim tijdsverloop tussen het incident en de fosloconfrontatie, wat een groot risico op vals-positieve herkenning met zich brengt. Tot slot is de getuige van Nederlandse komaf, waardoor rekening moet worden gehouden met de moeilijkheden die spelen bij een cross-raciale herkenning.
Tot slot beschikt verdachte over een alibi dat door een getuige wordt bevestigd en dat aansluit bij de tijdregistratie van verdachtes enkelband. Volgens die tijdregistratie was verdachte op 5 januari 2018 om 22:34.29 in zijn woning te [woonplaats] . Dit sluit aan bij de verklaring van getuige [getuige 3] bij de rechter-commissaris, inhoudende dat verdachte op
Het verzoek wordt dus afgewezen omdat de gevraagde onderzoekshandeling niet kan bijdragen aan enige in de zaak te nemen beslissing.
Ik ben mijn Heftruckcertificaat, VGA certificaat, zorgpas, twee saunapassen, cartalpas, ID
kaart. Total en Esso spaarpas, ING pas en RABO pas en 3 briefjes van 10 en 1 van 5
euro kwijt.
parkeerplaats van de Waterman. Ik hoorde 5 januari 2018 geschreeuw van buiten komen.
Ik zag tussen de auto's een jongen omhoog en omlaag duiken.
Ik zag dat er twee andere jongens bovenop hem lagen en ik zag dat er een worsteling
plaatsvond.
Ik heb de jongens geprobeerd uit elkaar te halen.
Ik zag dat de worsteling direct ophield en dat dat een van de jongens direct wegliep.
Ik zag dat de, vermoedelijk, Somalische jongen eerst nog bleef staan en zelfs nog
een klap toe wilde geven. Ik zag dat deze jongen tijdens de worsteling het meest
agressief was en de meeste klappen uitdeelde.
Smal/mager postuur
Vlassig snorretje en baardje
Eind 20 (leeftijd)
“Bevond de door u bedoelde persoon zich in de selectie?”
De getuige antwoordde: “ Ja foto nummer 1. Ik zag dat gelijk maar ik dacht ik kijk eerst netjes alles foto’s af. Ik herken de persoon op foto nummer 1 voor 100% als de verdachte.”
In het toestel staat een contact met de naam [verdachte] opgeslagen. Dit betreft een persoon die zich op Facebook Messenger ‘ [verdachte] ’ noemt. Daarbij staat een profielfoto afgebeeld van een persoon.
Ik vroeg waar zijn [medeverdachte] en [verdachte] omdat ik wilde weten wat er was gebeurd. Ik weet dat ze de portemonnee hebben meegenomen. [medeverdachte] wilde het nog een keer doen. Hij zei tegen mij “Zeg anders tegen, ik ben zijn naam vergeten, dat hij naar de bioscoop moet komen. Die jongen moest dan zijn geld of portemonnee meenemen. Dat was op donderdag, vrijdag of zaterdag. Dat was nog voor dat ze [naam] (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer] ) hadden.
Ik heb [getuige 1] gevraagd om [slachtoffer] naar de Grote Waal te lokken. Er is aan [getuige 1] verteld wat er zou gebeuren met [slachtoffer] . Wij hebben, volgens mij de dag ervoor, met z’n drieën gezeten bij een huis van een vriend van haar. U vraagt mij wie het geweld heeft toegepast. Beide personen, dus ik en die ander. Ik heb met mijn vuisten geslagen op zijn hoofd. Die jongen is vastgehouden. Toen hij op de grond lag zaten de medeverdachte en ik allebei bovenop hem. De portemonnee is met de medeverdachte meegegaan. Ik ben de medeverdachte later op de avond nog op straat tegen gekomen, ik denk 5 of 10 minuten later en toen liet hij mij die portemonnee zien.
hematoom oorlel rechts
excoriaties rechter flank
kneuzing hand en rug vermoedelijk
Ook als verdachte daadwerkelijk om half tien ‘s avonds op de fiets bij een vriend in Hoorn is weggegaan, zoals door de verdediging naar voren is gebracht, sluit dit niet uit dat verdachte ongeveer twintig minuten later op de plaats delict is geweest. Op welke wijze verdachte zich vervolgens naar zijn woonadres heeft begeven, kan op basis van de stukken niet worden vastgesteld maar dat staat aan bewezenverklaring van het feit niet in de weg, nu er immers meerdere vervoersmogelijkheden zijn om de afstand van ruim 17 kilometer naar Opperdoes in omstreeks 40 minuten te overbruggen.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan een straatroof. Verdachte heeft aangever vastgepakt en klappen gegeven. Nadat aangever door het op hem toegepaste geweld op de grond was gevallen, heeft verdachte hem zijn portemonnee afhandig gemaakt.
Door aldus te handelen heeft verdachte niet alleen inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van aangever, maar ook op diens persoonlijke integriteit. Uit de onderbouwing van de immateriële schadevordering blijkt dat de straatroof veel indruk heeft gemaakt op het slachtoffer. Niet alleen heeft hij fysieke gevolgen in de vorm van kneuzingen, hoofdpijn, rugpijn en misselijkheid ondervonden, ook heeft hij last gehad van nachtmerries en is zijn vertrouwen in de medemens en zijn veiligheidsgevoel beschadigd. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
7. behandeling osteopaat € 126,00.
€ 755,41, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 januari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening. Voor het overige zal de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
8.Vordering tot tenuitvoerlegging
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
12 (twaalf) maanden.
4 (vier) maanden nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
- zich meldt bij Reclassering Nederland, adres: Drechterwaard 102 te Alkmaar. Hier moet hij zich blijven melden zo frequent als de reclassering dit nodig acht. Daarbij dient hij zich te houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft;
€ 755,41, bestaande uit € 255,41 als vergoeding voor de materiële en € 500,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 januari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
15 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 januari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening.