ECLI:NL:RBNHO:2018:11311
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Adoptie van een minderjarige door de stiefouder met betrekking tot gezag en geslachtsnaam
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 21 december 2018 uitspraak gedaan over een verzoek tot stiefouderadoptie van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], door de verzoeker, die de partner is van de moeder van [minderjarige]. De moeder en de vader van [minderjarige] hebben een affectieve relatie gehad, die in 2013 is beëindigd. De vader heeft [minderjarige] erkend, maar heeft sindsdien geen contact meer gehad en heeft geen bijdrage geleverd aan de verzorging en opvoeding van [minderjarige]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader, ondanks herhaalde oproepen, niet is verschenen en het verzoek niet heeft tegengesproken. De moeder heeft ingestemd met het verzoek tot adoptie, en de Raad voor de Kinderbescherming heeft aangegeven dat adoptie ingrijpend is, maar dat de huidige situatie van de vader geen reële optie meer biedt voor toekomstig contact.
De rechtbank heeft beoordeeld of de adoptie in het kennelijk belang van [minderjarige] is. Het is vastgesteld dat [minderjarige] thans en in de toekomst redelijkerwijs niets meer van de vader te verwachten heeft. De verzoeker en de moeder hebben voldoende gedaan om [minderjarige] voor te lichten over haar afkomst. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de adoptie in het belang van [minderjarige] is, omdat de verzoeker zich verantwoordelijk voelt voor haar, net als voor zijn eigen kinderen. De rechtbank heeft het verzoek tot adoptie toegewezen en de geslachtsnaam van [minderjarige] vastgesteld op [geslachtsnaam].