5.3De beoordeling
Met de officier van justitie en de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat verdachte wederrechtelijk verkregen voordeel heeft gehad van de door haar gepleegde strafbare feiten, te weten schuldwitwassen, meermalen gepleegd. De rechtbank heeft zich gebaseerd op de hiervoor weergegeven bewezenverklaring van de feiten en de door het gerechtshof voor die bewezenverklaring gebruikte bewijsmiddelen, zoals opgenomen in het arrest van 22 juni 2017. Voorts heeft de rechtbank zich gebaseerd op de ontnemingsrapportage en de daarbij gevoegde bijlagen.
Het daadwerkelijk door veroordeelde genoten voordeel bestaat naar het oordeel van de rechtbank niet enkel en alleen uit (in)direct geldelijk gewin, de verkrijging van voorwerpen en/of de besparing van kosten, maar het voordeel kan ook bestaan uit het gebruik en/of genot van (on)roerende goederen zoals, bijvoorbeeld, het feitelijk kunnen bewonen van een woning en het vrijelijk kunnen beschikken over geld van derden om een woning naar eigen smaak te kunnen inrichten.
De rechtbank zal hierna de in de ontnemingsrapportage vermelde posten, voor zover nog opgenomen in de aangepaste vordering van de officier van justitie, en de opgeworpen geschilpunten bespreken.
Woning
Wat betreft het wederrechtelijk verkregen voordeel dat veroordeelde zou hebben genoten uit de woning, stelt de rechtbank vast dat de officier van justitie en de raadsvrouw het grotendeels eens zijn met elkaar. Zij verschillen alleen nog van mening over de vraag wie de bemiddelingskosten van € 917,05 heeft betaald voor het huis in [woonplaats] . Ter zitting heeft de raadsvrouw een verklaring van de vader van veroordeelde overgelegd waarin staat dat hij deze kosten heeft betaald. De rechtbank acht deze betaling door de vader aannemelijk en zal dit bedrag daarom aftrekken van het bedrag van € 11.806,05, waarmee het wederrechtelijk verkregen voordeel wat betreft de woning uitkomt op een bedrag van € 10.889,00.
Auto’s
Veroordeelde heeft gedurende de onderzoeksperiode de beschikking gehad over meerdere personenauto’s. Er is bewezenverklaard dat zij voertuigen voorhanden heeft gehad en heeft gebruikt terwijl zij redelijkerwijs moest vermoeden dat deze middellijk of onmiddellijk uit misdrijf afkomstig waren. Het gaat hierbij om een BMW 320i en een Seat Ibiza. Het voordeel dat veroordeelde heeft genoten, behelst de waarde die de auto had ten tijde van het verkrijgen daarvan. Dit was blijkens de ontnemingsrapportage voor de BMW een bedrag van € 10.500,00 en voor de Seat een bedrag van € 5.000,00. Het voordeel dat veroordeelde heeft gehad met het bezit van de Seat staat niet ter discussie. Wat betreft de BMW overweegt de rechtbank dat veroordeelde deze auto tot 26 november 2017 op haar naam had staan; dat anderen gebruik maakten van deze auto doet niet aan af aan het voordeel dat veroordeelde heeft gehad. Aannemelijk is dat veroordeelde tot het voorjaar van 2017 de BMW in bezit heeft gehad, zoals ook door de verdediging naar voren is gebracht. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om [medeveroordeelde, persoon 1] als getuige te doen horen over dit onderwerp. De rechtbank zal de in de ontnemingsrapportage berekende waarde van de BMW hanteren bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Veroordeelde is voor wat betreft de andere auto’s vrijgesproken. Dat geldt ook ten aanzien van de Fiat Punto, nu de vrijspraak voor ‘overige voertuigen’ bezwaarlijk anders kan worden begrepen. De rechtbank is het dan ook eens met de raadsvrouw dat niet aannemelijk is geworden dat veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel heeft gehad van deze Fiat. Aannemelijk is dat het wederrechtelijk verkregen voordeel dat veroordeelde door het bezit van de BWM en Seat heeft gehad een bedrag behelst van € 15.500,00.
Salaris
Het dossier bevat naar het oordeel van de rechtbank voldoende aanwijzingen op grond waarvan aannemelijk is geworden dat de (beweerdelijke) (loon)betalingen door [bedrijf 1] . door veroordeelde na korte termijn zijn terugbetaald aan de verstrekker daarvan, zodat veroordeelde van die betalingen geen financieel voordeel heeft gehad. De rechtbank zal deze bedragen daarom niet betrekken bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Horloges en sieraden
In de onderzochte periode heeft veroordeelde een horloge van Cartier (type Pasha) en een ring voorhanden gehad en daarvan gebruik gemaakt, terwijl zij redelijkerwijs moest vermoeden dat deze voorwerpen middellijk of onmiddellijk uit misdrijf afkomstig waren. Veroordeelde is door het gerechtshof veroordeeld voor het witwassen van dit horloge en dit sieraad. Het horloge is gekocht bij juwelier [juwelier] en had blijkens de bij de ontnemingsrapportage gevoegde bijlagen (pagina 1619) een verkoopprijs van € 1800,00. De ring is op 10 februari 2011 verkocht door [bedrijf 2] voor een bedrag van € 4.500,00 (pagina 772). Gelet op voornoemde aanschafprijzen is aannemelijk dat veroordeelde op dit onderdeel een wederrechtelijk verkregen voordeel heeft gehad van in totaal € 6.300,00.
Dat veroordeelde ook uit andere sieraden en/of horloges wederrechtelijk verkregen voordeel zou hebben genoten, is niet aannemelijk. Veroordeelde is door het gerechtshof daarvoor immers vrijgesproken.
Contante stortingen
Uit het onderzoek is gebleken dat over de periode van 27 januari 2010 tot en met
21 maart 2012 diverse malen contante stortingen op de bankrekening van veroordeelde bij ING Bank N.V. zijn gedaan. Bij zes bijschrijvingen op deze rekening bleek sprake van het storten van één of meerdere biljetten van 500 euro. Het is een feit van algemene bekendheid dat coupures van 500 euro veelal in het criminele circuit worden gebruikt. Het gerechtshof heeft bovendien bewezenverklaard dat veroordeelde zich in genoemde periode schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van contante geldbedragen. De enkele stelling dat de vader van veroordeelde geld heeft gestort op de bankrekening van veroordeelde is verder niet onderbouwd, zodat de rechtbank daaraan voorbij gaat. Datzelfde geldt voor de stelling dat veroordeelde slechts als tussenpersoon fungeerde en geen voordeel heeft genoten van de contante stortingen. Dat van de contante geldbedragen horloges (van het merk Audemars Piguet) zijn betaald, zoals het gerechtshof bewezen heeft verklaard, sluit – anders dan de verdediging veronderstelt – ook niet uit dat veroordeelde voordeel heeft genoten. In totaal is in genoemde periode een bedrag van € 11.718,97 op haar bankrekening gestort. Dit is dan ook het bedrag dat als wederrechtelijk verkregen voordeel aan veroordeelde zal worden toegerekend.
Wederrechtelijk verkregen voordeel
Het wederrechtelijk verkregen voordeel inclusief de besparing van kosten bedraagt op basis van het vorenstaande:
Woning: € 10.889,00
Auto’s: € 15.500,00
Salaris: € 0,00
Horloge en ring: € 6.300,00
Contante stortingen bankrekening:
€ 11.718,97 +
Totaal: € 44.407,97