Overwegingen
1. Eiser is directeur en enig aandeelhouder van [A BEDRIJF] B.V.
2. Verweerder heeft op 8 mei 2012 bij eiser een boekenonderzoek ingesteld naar de aanvaardbaarheid van de aangiften IB/PVV voor de jaren 2006 tot en met 2010 en omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010. De bevindingen zijn neergelegd in een rapport van 31 juli 2014. Naar aanleiding van deze bevindingen is voor het jaar 2006 een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd.
3. Bij het boekenonderzoek is geconstateerd dat [A BEDRIJF] B.V. het woon/winkelpand aan de [A ADRES] op 29 november 2006 aan eiser heeft overgedragen tegen een koopsom van € 2.600.000. Dit pand was door [A BEDRIJF] B.V. aangekocht op 14 juni 2002 voor € 2.268.901.
4. De verkoopprijs van € 2.600.000 is gelijk aan de door de heer [D] van makelaarskantoor [E] per 28 juni 2006 vastgestelde onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik. Uit het door de heer [D] opgestelde taxatierapport volgt dat de vastgestelde waarde mede is gebaseerd op recente verkopen van vergelijkbare objecten in de omgeving. Ook volgt uit het taxatierapport dat volgens de opgave van [A BEDRIJF] B.V. het object onbewoond wordt opgeleverd.
5. Op taxatiedatum zijn de woningen en de winkel voor onbepaalde tijd verhuurd. Het winkelgedeelte van het pand is verhuurd aan [F] , een handelsonderneming van mevrouw [G] , voor een bedrag van € 86.000 per jaar. De twee bovenwoningen zijn verhuurd voor een totaal bedrag van € 28.000 per jaar.
6. [A BEDRIJF] B.V. heeft de kantonrechter te Amsterdam verzocht de huurovereenkomst met mevrouw [G] tussentijds te beëindigen omdat eiser voornemens was het pand zelf te gaan exploiteren. Bij vonnis van 28 juni 2006 is het tijdstip van de beëindiging van de huurovereenkomst tussen mevrouw [G] en [A BEDRIJF] B.V. vastgesteld op 1 oktober 2006. Tevens heeft de kantonrechter bepaald dat [A BEDRIJF] B.V. aan mevrouw [G] € 250.000 moet betalen als zou blijken dat de intentie om het winkelpand duurzaam in eigen gebruik te nemen, niet aanwezig is geweest.
7. In augustus 2006 komen [A BEDRIJF] B.V. en mevrouw [G] overeen af te wijken van het vonnis van de kantonrechter en de huurovereenkomst uiterlijk per 1 juni 2007 te beëindigen. Na beëindiging van de huurovereenkomst heeft [A BEDRIJF] B.V. de vrijheid het winkelpand te gebruiken voor ieder doel dat haar goeddunkt.
8. In september en oktober 2006 heeft makelaarskantoor [B BEDRIJF] in opdracht van eiser een nieuwe huurder voor het winkelpand gezocht. Voorafgaand aan 29 november 2006, de datum waarop het woon/winkelpand aan eiser werd geleverd, werd met [H] overeenstemming bereikt over een huurovereenkomst, ingaande op 1 oktober 2007, voor een huur van € 200.000 per jaar. [H] was bij aanvang van de huur tevens een bedrag van € 175.000 aan sleutelgeld verschuldigd. Dit sleutelgeld is betaald aan eiser. De schriftelijke huurovereenkomst is door eiser op 18 december 2006 en door [H] op 9 januari 2007 ondertekend. Het huurcontract vermeldt een ingangsdatum van 1 juni 2007.
9. Eiser heeft over het jaar 2006 aangifte IB/PVV gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 2.085 negatief.
10. Verweerder heeft de aanslag conform de aangifte opgelegd.
11. Bij vaststelling bij de navorderingsaanslag heeft verweerder het belastbaar inkomen uit werk en woning verhoogd naar een bedrag van € 682.132, het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang verhoogd naar een bedrag van € 2.925.000 en het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen verhoogd naar een bedrag van € 29.032.
12. Naar aanleiding van het bezwaar van eiser tegen de navorderingsaanslag heeft verweerder het belastbaar inkomen uit werk en woning verlaagd naar een bedrag van € 2.300, het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang verlaagd naar een bedrag van € 1.025.000 en het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen verlaagd naar een bedrag van € 9.032.
13.
Het bij de navorderingsaanslag vastgestelde belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 1.025.000 bestaat uit het verschil tussen € 3.450.000 (zijnde de door verweerder vastgestelde waarde in het economisch verkeer in verhuurde staat van het woon/winkelpand op 29 november 2006, waarvan € 600.000 voor de woningen en € 2.850.000 voor het winkelpand) en de gehanteerde verkoopprijs van € 2.600.000, vermeerderd met het door eiser ontvangen sleutelgeld van € 175.000.
14.
Bij de vaststelling van de waarde van het winkelpand van € 2.850.000 heeft verweerder de volgende uitgangspunten gehanteerd:
- verhuurbaar vloeroppervlak: begane grond 111 m2 en souterrain 64 m2;
- zonering van het vloeroppervlak op basis van gebruiksnut: 100% van 97m2 (begane grond/winkel), 50% van 14 m2 (begane grond/kantoor) en 70% van 64 m2 (souterrain).
- herzieningshuurwaarde: € 750 per m2.
- bruto aanvaringsrendement (hierna: BAR): 3,75% van de herzieningshuurwaarde.
- kapitaalcorrecties in verband met de contante waarde van de huur, een uitkoopsom van de huurder, de courtage van de makelaar en een huurvrije periode.
- kosten in verband met de overdracht van 6,20% van de waarde in het economisch verkeer.
15. De herzieningshuurwaarde van € 750 per m2 en het BAR van 3,75% is door verweerder vastgesteld aan de hand van gegevens van referentiepanden aan de [A ADRES] met eveneens een winkelbestemming.
16. Verweerder heeft, op basis van de hiervoor genoemde uitgangspunten, de waarde in het economisch verkeer van het winkelpand als volgt berekend.
Omschrijving
Verhuurbare m2
Weging
Dure meters (m2)
Herzieningshuurwaarde per m2
Herzieningshuurwaarde per jaar
Begane grond/winkel
97
100%
97
€ 750
€ 72.750
Begane grond (kantoor/pantry)
14
50%
7
€ 750
€ 5.250
Tussenverdieping
64
20%
13
€ 750
9.6
Totalen oppervlakte en huur
175
117
€ 87.600
17. Op basis van een herzieningshuurwaarde van € 87.600 en een BAR van 3,75%, is de waarde van het winkelpand voor kapitaalscorrecties door eiser vastgesteld op € 2.336.000. Daarop heeft verweerder de volgende correcties aangebracht.
Waarde voor kapitaalcorrecties (op basis van de huurzieningwaarde per jaar en een BAR van 3,75%)
€ 2.336.000
Kapitaalscorrecties:
Contante waarde huur
€ 920.000
Uitkoopsom huurder
€ 125.000
Courtage makelaar
€ 50.000
Huurvrije periode (3 maanden)
€ 50.000
€ 695.000
Subtotaal
€ 3.031.000
Kosten van overdracht (6,20%)
€ 176.951
Waarde in het economisch verkeer
€ 2.850.000
De correcties resulteren in een waarde in het economisch verkeer van het winkelpand van € 2.850.000.