ECLI:NL:RBNHO:2018:1107
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Navordering van inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen door de Belastingdienst na signalen van onjuiste aangiften door belastingadviseur
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 16 februari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, [X], en de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam. Eiser heeft navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) ontvangen voor de jaren 2011 tot en met 2014. De Belastingdienst handhaafde deze aanslagen na uitspraken op bezwaar, waarop eiser beroep instelde. De rechtbank heeft de feiten en het procesverloop uitvoerig besproken, waarbij naar voren kwam dat de aangiften van eiser door zijn belastingadviseur, [A], waren ingediend. De Belastingdienst had signalen ontvangen dat [A] mogelijk onjuiste aangiften indiende, wat leidde tot een onderzoek naar zijn aangiftegedrag. Eiser stelde dat er geen nieuw feit was dat navordering rechtvaardigde en dat de Belastingdienst een ambtelijk verzuim had begaan. De rechtbank oordeelde echter dat de Belastingdienst voldoende reden had om de aangiften van eiser te onderzoeken, gezien de signalen over [A]. De rechtbank concludeerde dat de aangiften van eiser door [A] waren ingediend en dat er sprake was van een nieuw feit, waardoor de navorderingsaanslagen gerechtvaardigd waren. De rechtbank verwierp de stellingen van eiser en verklaarde de beroepen ongegrond.