Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
hij op of omstreeks 8 augustus 2018 te Haarlem meerdere bankbiljetten (met een waarde van totaal 200 euro), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangeefster 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [aangeefster 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en.of welke bedreiging met geweld hierin bestond (en) dat hij, verdachte, voornoemde bankbiljetten uit de hand (en) van die [aangeefster 1] heeft getrokken/gerukt net nadat die [aangeefster 1] voornoemde bankbiljetten had gepind.
hij op of omstreeks 12 oktober 2018 te Haarlem (in/uit een filiaal van supermarkt Albert Heijn gelegen aan de Drossestraat) (een zak) pepernoten en/of pita shoarma, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan (supermarkt) Albert Heijn, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
hij op of omstreeks 1 oktober 2018 te Haarlem en/of (elders in) Nederland, een goed te weten een fiets (met framenummer [framenummer] ) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
2.Voorvragen
3.Bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte d.d. 8 augustus 2018 (dossierpagina’s 11 – 13).
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte d.d. 12 oktober 2018 (dossierpagina’s 15 – 16);
- een schriftelijk bescheid, te weten een landelijk aangifteformulier winkeldiefstal d.d. 12 oktober 2018 (dossierpagina 17).
hij op 8 augustus 2018 te Haarlem meerdere bankbiljetten (met een waarde van totaal 200 euro), toebehorende aan [aangeefster 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd vergezeld van geweld tegen [aangeefster 1] , gepleegd met het oogmerk om het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld hierin bestond dat hij, verdachte, voornoemde bankbiljetten uit de hand van die [aangeefster 1] heeft gerukt net nadat die [aangeefster 1] voornoemde bankbiljetten had gepind.
hij op 12 oktober 2018 te Haarlem uit een filiaal van supermarkt Albert Heijn gelegen aan de Drossestraat een zak pepernoten en een pita shoarma, toebehorende aan supermarkt Albert Heijn, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
hij op 1 oktober 2018 te Haarlem, een goed te weten een fiets (met framenummer [framenummer] ) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
Fivoor. Uit dit rapport volgt dat de verslavingsproblematiek van verdachte in combinatie met zijn psychosociaal functioneren, de grootste risicofactor is bij de kans op recidive. De voorlopige hechtenis in de zaak met parketnummer 15/157931-18 is tweemaal geschorst met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een ambulante behandelverplichting en de mogelijkheid tot een kortdurende detoxopname. In beide periodes is verdachte meerdere malen niet verschenen bij de reclassering en is het toezicht noch een vorm van behandeling van de grond gekomen. Dit maakt dat binnen een foren, net als de kans op het onttrekken aan voorwaarden. Tevens is er sprake van een risico op letselschade. Hoewel Fivoor de kans van slagen van een reclasseringstoezicht inschat als zeer laag, wordt geadviseerd om aan verdachte toch op te leggen een (deels) voorwaardelijke straf met daaraan verbonden de bijzondere voorwaarden van een meldplicht, een ambulante behandelverplichting (met de mogelijkheid van een kortdurende klinische opname) en het meewerken aan het verkrijgen van een structurele en zinvolle dagbesteding.
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
[aangeefster 3]heeft een vordering tot schadevergoeding van
[aangeefster 1]heeft een vordering tot schadevergoeding van
- gestolen geld € 200,00
- reiskosten € 1,18
[aangeefster 3]voor een bedrag van € 100,00 bestaande uit immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag, en
[aangeefster 1]voor een bedrag van € 456,35, bestaande uit € 106,35 materiële schade - nu [aangeefster 1] blijkens het dossier na aanhouding van verdachte reeds
8.Vordering tot tenuitvoerlegging
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
ACHT [8] MAANDEN.
[aangeefster 3]niet-ontvankelijk in de vordering.
[aangeefster 3]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 100,00, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
2 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening.
[aangeefster 1]niet-ontvankelijk in de vordering.
[aangeefster 1]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 456,35, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
9 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 augustus tot aan de dag der algehele voldoening.