ECLI:NL:RBNHO:2018:10845
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schuldsaneringsregeling wegens ontbreken van verklaring over buitengerechtelijke schuldregeling
Op 5 oktober 2018 heeft de schuldenaar een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Noord-Holland, met het verzoek om toepassing van de schuldsaneringsregeling. Tijdens de zitting op 29 november 2018 is de schuldenaar, bijgestaan door mr. [A.], gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat zij bevoegd is om deze procedure te openen, aangezien het centrum van de voornaamste belangen van de schuldenaar in Nederland ligt.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het verzoek niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Dit is gebaseerd op het feit dat de schuldenaar geen met redenen omklede verklaring heeft overgelegd waaruit blijkt dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het minnelijk traject niet is doorlopen, wat een vereiste is volgens artikel 285 lid 1 onder f van de Faillissementswet (Fw).
De rechtbank heeft het standpunt van mr. [A.] verworpen, dat de weigering van de gemeente om schuldhulp te verlenen gelijkgesteld kan worden met het mislukken van het minnelijk traject. De rechtbank heeft geconcludeerd dat, zonder de vereiste verklaring, het verzoek niet kan worden toegewezen. De rechtbank heeft daarom het verzoek van de schuldenaar afgewezen en verklaard dat het verzoek niet-ontvankelijk is.