ECLI:NL:RBNHO:2018:10489

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 november 2018
Publicatiedatum
4 december 2018
Zaaknummer
7301588 AO VERZ 18-98
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsverhouding

In deze zaak heeft Besseling & All Techniek B.V. een verzoek ingediend om de arbeidsovereenkomst met de verwerende partij te ontbinden. De verwerende partij heeft verweer gevoerd, maar erkende tijdens de zitting op 27 november 2018 dat er sprake was van een verstoorde arbeidsverhouding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verstoring onherstelbaar is en dat herplaatsing niet meer mogelijk is. Dit leidt tot de conclusie dat er een redelijke grond voor ontbinding is, zoals bedoeld in artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 1 december 2018 en Besseling veroordeeld tot betaling van een transitievergoeding van € 1.166,40 bruto aan de verwerende partij. Tevens is bepaald dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt. De beschikking is uitgesproken door kantonrechter P.J. Jansen in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 7301588 \ AO VERZ 18-98
Uitspraakdatum: 27 november 2018
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Besseling & All Techniek B.V.,
gevestigd te Heerhugowaard
verzoekende partij
verder te noemen: Besseling
gemachtigde: mr. M.J.M. Groen
tegen
[verweerster],
wonende te [woonplaats]
verwerende partij
verder te noemen: [verweerster]
gemachtigde: mr. J. Keekstra

1.Het procesverloop

1.1.
Besseling heeft een verzoek gedaan om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. [verweerster] heeft verweer gevoerd.
1.2.
Op 27 november 2018 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.

2.De beoordeling

2.1.
Besseling verzoekt de arbeidsovereenkomst met [verweerster] te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, van het Burgerlijk Wetboek (BW). Aan dit verzoek legt Besseling ten grondslag dat sprake is van – kort gezegd – een verstoorde arbeidsverhouding en dat herplaatsing van [verweerster] niet meer mogelijk is.
2.2.
[verweerster] heeft erkend dat inmiddels sprake is van een zodanig verstoorde arbeidsverhouding dat van Besseling in redelijkheid niet meer kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Ook [verweerster] ziet geen mogelijkheden meer voor herplaatsing.
2.3.
Nu [verweerster] heeft erkend dat de arbeidsverhouding verstoord is, en partijen het erover eens zijn dat die verstoring onherstelbaar is en herplaatsing van [verweerster] niet meer mogelijk moet worden geacht, zal de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbinden. Gelet op de standpunten van partijen is immers sprake van een redelijke grond voor ontbinding als bedoeld in artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, BW, in verbinding met artikel 7:669 lid 3, onderdeel g, BW, en is er geen mogelijkheid tot herplaatsing van [verweerster] .
2.4.
Partijen zijn het erover eens dat de arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden met ingang van 1 december 2018.
2.5.
Partijen zijn het er ook over eens dat [verweerster] aanspraak heeft op een transitievergoeding van € 1.166,40 bruto. Besseling zal daarom worden veroordeeld tot betaling van die vergoeding.
2.6.
Gezien de uitkomst van de zaak is de kantonrechter van oordeel dat het redelijk is dat partijen ieder hun eigen proceskosten dragen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 december 2018;
3.2.
veroordeelt Besseling om aan [verweerster] een transitievergoeding te betalen van € 1.166,40 bruto;
3.3.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
3.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gewezen door mr. P.J. Jansen, kantonrechter en op 27 november 2018 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter