3.3.2Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt op grond van de feiten en omstandigheden, die zijn vervat in de hierna te noemen bewijsmiddelen, tot een bewezenverklaring van de primair ten laste gelegde feiten van de parketnummers 15/127879-15 en 15/810102-16.
De hierna vermelde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
Ten aanzien van parketnummer15/127879-15
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] (pagina’s 1-2) d.d. 28 juni 2015 inhoudende – zakelijk weergegeven – onder meer:
Op zondag 28 juni 2015 stond ik in het park dat is gesitueerd tussen het [adres] en de [adres] te Haarlem. Ik werd ineens door een blanke gozer geslagen. Ik weet dat hij uit Oost-Europa komt. Hij droeg een wit t-shirt met donkere letters. En toen hij mij sloeg droeg hij geen t-shirt. Ik werd door nog iemand geslagen. Hij heeft een getinte huidskleur en droeg een blauw shirt zonder mouwen met oranje letters erop.
Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] (pagina’s 6-7) d.d. 28 juni 2015 inhoudende – zakelijk weergegeven – onder meer:
Op 28 juni 2015 was ik in het park gelegen aan het [adres] in Haarlem. Ik heb gezien dat er een vechtpartij plaatsvond tussen meerdere personen. Ik zag dat het slachtoffer tijdens de vechtpartij was gevallen. Ik zag dat de getinte man boven op het slachtoffer zat en met zijn gebalde vuist in zijn gezicht sloeg. Ik zag dat de aanvallers daarna op hem in bleven hakken. Hiermee bedoel ik schoppen en slaan. Aanvaller 1 droeg onder ander een baseball shirt. Aanvaller 2 had onder andere een ontbloot bovenlijf.
Een proces-verbaal van bevindingen en/of verrichtingen (pagina’s 10-11) d.d. 28 juni 2015 inhoudende – zakelijk weergegeven – onder meer:
Op 28 juni 2015 kregen verbalisanten de opdracht om te gaan naar het park dat gesitueerd is tussen het [adres] en de [adres] in Haarlem. Aldaar werden wij aangesproken door een persoon genaamd [getuige] . [getuige] heeft verbalisant [naam] twee betrokken verdachten fysiek aangewezen. Deze twee verdachten waren genaamd: [verdachte] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] in Litouwen en [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] in Polen.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] (pagina’s 43-45) d.d. 28 juni 2015 inhoudende – zakelijk weergegeven – onder meer:
Waar was jij gisteren, 28 juni 2015 omstreeks 17.15 uur?
Dus ik ben in een park geweest. Ik ben daar geweest samen met mensen die ik net heb leren kennen. Dat was een blanke man en drie negers. Ik heb hem [daarna] een klap terug gegeven. Ik heb die meneer een nekklem gegeven. Ik lag samen met hem op de grond. Ik heb geprobeerd om hem te slaan. Nou ik moet zeggen, ik ben met hem gevallen en ik heb hem geslagen. Ik denk 2 of 3 keer. Ik had aan wat ik nu aan heb.
Een schriftelijk bescheid, te weten een foto van verdachte [medeverdachte 2] (pagina 30).
Een proces-verbaal van verhoor verdachte (pagina’s 23-27) d.d. 29 juni 2015 inhoudende – zakelijk weergegeven – onder meer:
Waar was jij gisteren, 28 juni 2015 omstreeks 17.15 uur?
In het park in Haarlem vlakbij het centraal station. Ik was met kennissen, met zijn drieën of vieren. Ik had aan wat ik nu aan heb. [Verbalisanten zien dat verdachte een wit t-shirt aan heeft met een zwart blok met daarin tekst van witte letters.]
Een proces-verbaal van verhoor getuige [medeverdachte 2] d.d. 6 juli 2016 afgelegd ten overstaan van de rechter-commissaris. Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in:
U zegt mij dat er op een zondag in juni 2015 iets zou zijn gebeurd in een park boven het station Haarlem. U vraagt mij of ik mij dat herinner. Ja.
U vraagt mij of ik in het park mensen ben tegengekomen. Ja. Toen ik daar kwam, was er een groepje van zo’n vijf personen. Ik ben bij die personen gaan staan. U vraagt mij of [verdachte] een van die vijf was. Ja.
Ten aanzien van parketnummer15/810102-16
Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde] d.d. 7 april 2016 inhoudende – zakelijk weergegeven – onder meer:
Op 7 april 2016 te 22.55 uur kwam verbalisant ter plaatse op de [adres] te Overveen. [benadeelde] deed aangifte. Ik doe aangifte van diefstal uit mijn bus. Ik heb mijn bus rond 21.45 uur neergezet. Rond 22.12 uur zei [getuige 3] dat hij iemand in mijn bus zag zitten. Ik ben naar de bestuurderszijde gelopen en vroeg wat hij in mijn bus deed. Toen zag ik nog iemand staan en gingen ze rennen. We zijn er met veel mensen achteraan gerend. Ik mis een Tom Tom en een luchtje van het merk Paco Rabanne.
Achter het proces-verbaal van aangifte bevinden zich schriftelijke bescheiden te weten foto’s van het portier van de auto.
Een proces-verbaal van verhoor aangever [benadeelde] d.d. 8 april 2016 inhoudende – zakelijk weergegeven – onder meer:
Naar aanleiding van een inbraak in mijn bedrijfsbus op 7 april 2016 leg ik een aanvullende verklaring af. De bedrijfsbus is van mijn eigen bedrijf, een Renault Traffic. Ik zat in restaurant Klein Centraal te Overveen, gelegen aan [adres] . Ik zag dat er aan het bestuurdersportier van mijn bus schade zat. Ik zag dat er lak af was. Ik zag dat er een stuk rubber van mijn deur los zat. Ik zag dat mijn navigatiesysteem weggenomen was.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 april 2016 inhoudende – zakelijk weergegeven – onder meer:
Op 7 april omstreeks 22.30 uur kwamen verbalisanten ter plaatse op de [adres] . Aldaar werden wij door verschillende getuigen gewenkt. Deze wezen ons op een man en verklaarde dat dit een van de daders was. De man die deze getuigen aanwezen was de ons ambtshalve bekende [verdachte] geboren [geboortedatum] . (…)
[getuige 2] verklaarde het volgende. Ik ben zojuist getuige geweest van een diefstal uit een auto. Ik stond samen met wat vrienden in café Klein Centraal aan [adres] straat in Overveen. We liepen eigenlijk net naar buiten. Aan de openbare weg aldaar stond de bedrijfsbus van een kennis van ons. Ik zag dat er een persoon in de bus van [benadeelde] zat. Deze persoon zat op de bestuurdersstoel. De bestuurdersportier stond open en in de opening stond een tweede persoon. Ik zag dat persoon 1 die op de bestuurdersstoel zat vanuit de bestuurdersstoel in het dashboardkastje aan het zoeken was. Ik ben toen naar de twee jongens toe gelopen. Ik heb persoon 1 uit de auto getrokken en gevraagd wat hij aan het doen was. Hierop liep persoon 2 gelijk weg. Ook hem wisten we tegen te houden. Uiteindelijk wist persoon 1 toch weer weg te rennen. Een van de andere jongens is achter hem aangerend en ik begreep dat hij verderop door de politie is aangehouden. Persoon 2 heb ik vervolgens tegen gehouden tot de politie aan kwam.(...)
Gezien bovenstaande feiten heb ik, verbalisant [naam], [verdachte] aangehouden op verdenking van diefstal. Hierna heb ik de sporttas die door [verdachte] werd meegevoerd ter waarheidsvinding onderzocht. In deze sporttas trof ik twee paar witte werkhandschoenen aan. Ook trof ik twee schroevendraaiers aan.
Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] d.d. 24 november 2016 afgelegd ten overstaan van de rechter-commissaris. Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in:
Op 7 april 2016 waren we in een café restaurant van mijn verjaardag. Ik ging naar buiten om een sigaret te roken. Toen ik voor de deur stond zag ik dat er twee mannen in de bus van [benadeelde] zaten. Ik heb hem verteld dat er twee mannen in zijn auto zaten. Toen kwam iedereen naar buiten. We liepen naar de auto en we zagen dat er inderdaad twee mannen in de bus zaten.
Op het moment dat ik alleen buiten was stond ik op 5 tot 8 meter afstand van de auto. Ik had goed zicht op of er iemand in zat. Ik zag letterlijk twee mannen. Eén zat op de stoel, de ander zat wat lager en het leek of hij naar het dashboard kastje greep. De deuren van de auto waren dicht.
U vraagt mij of de beide mannen op dat moment in de bus zaten. Ja.
Toen stapten de mannen uit en liepen eigenlijk een beetje weg. Het dashboard stond open en alles waar iets in kon stond ook open. [benadeelde] kwam tot de conclusie dat zijn luchtje weg was, en zijn Tom Tom. Wij zijn toen in de richting van de mannen gerend. Eén rende vrijwel direct weg en de ander bleef staan. Op een gegeven moment zagen we een glimp van hem en hij zag ons ook. Dat was bij een groot veld. Ter grootte van een voetbalveld. Wij zijn ieder één kant van het veld opgelopen. Toen rende de man voorbij. Wij zagen dat hij spullen uit zijn zak gooide. 100 meter verderop kregen we hem te pakken.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 april 2016 van verbalisant Verlaan, surveillancehondengeleider, inhoudende – zakelijk weergegeven – onder meer:
Op 7 april 2016 heb ik, verbalisant [naam], surveillancehondengeleider, met de aan mij toevertrouwde gecertificeerde politiehond menselijk geur Mick, een onderzoek uitgevoerd te Bloemendaal. Op 7 april 2016 om 23.00 kwam verbalisant ter plaatse op [adres] ter hoogte van perceel 147 Bloemendaal. Ik ben naar de plek gelopen waar de verdachte zich schuil had gehouden. Ik zag dat Mick opnieuw iets apporteerde vanaf het grasveld. Ik zag dat Mick mij een navigatiesysteem bracht. Ik zag dat het goed van het merk Tom Tom was.
3.3.3Bewijsmotivering
Ten aanzien van parketnummer 15/127879-15
De raadsman van verdachte heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van het hem ten laste gelegde, nu niet vast is komen te staan dat verdachte heeft geschopt of geslagen en de getuigenverklaringen tegenstrijdig en niet-objectief zijn, zodat deze (zo begrijpt de rechtbank) niet kunnen worden gebezigd voor het bewijs. De rechtbank overweegt als volgt.
De rechtbank ziet geen aanleiding om de getuigenverklaring van [getuige] als tegenstrijdig of niet-objectief aan te merken. Zijn verklaring is consistent en wordt op onderdelen ondersteund door de aangifte van [slachtoffer] . Het is getuige [getuige] geweest die als toevallige - en nuchtere - voorbijganger in het park de aanval heeft gezien. In dat licht bezien is [getuige] juist als objectieve en betrouwbare getuige waardevol voor het te bezigen bewijs. Aldus verwerpt de rechtbank het verweer van de raadsman.
Uit voornoemde bewijsmiddelen volgt dat verdachte één van de (in ieder geval twee) personen is geweest die geweld heeft gepleegd jegens aangever. Dat niet vast staat welke geweldshandelingen van verdachte zijn uitgegaan maakt voor de bewezenverklaring van openlijke geweldpleging niet uit. Het is voldoende dat verdachte een significante bijdrage heeft geleverd. Nu in voldoende mate is komen vast te staan dat verdachte bij de aanval betrokken is geweest, kan het primair ten laste gelegde openlijk geweld bewezen worden verklaard.
Ten aanzien van parketnummer 15/810102-16
Ten aanzien van de aard en de omvang van de betrokkenheid van verdachte bij het ten laste gelegde feit overweegt de rechtbank als volgt. Uit het dossier blijkt dat door getuige [getuige 3] is gezien dat verdachte zich tijdens de inbraak samen met de medeverdachte in de bestelbus bevond en dat hij bij het dashboardkastje bezig was. Nadat zij waren weggelopen stond het dashboardkastje open. Reeds hierom acht de rechtbank de bijdrage van verdachte, die (in ieder geval) bestond uit een gezamenlijke uitvoering, voldoende substantieel om deze te kwalificeren als medeplegen. Het primair ten laste gelegde feit kan dan ook bewezen worden verklaard.