ECLI:NL:RBNHO:2018:10296

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 december 2018
Publicatiedatum
27 november 2018
Zaaknummer
AWB - 17 _ 1040
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Douanerechtelijke geschil over tariefschorsing voor siliconen gebruikt in chirurgische implantaten

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is in geschil of de producten van eiseres, die siliconen bevattende xyleen gebruiken voor de vervaardiging van duurzame chirurgische implantaten, onder de tariefschorsing van Verordening (EU) Nr. 1387/2013 vallen. Eiseres, [X] B.V., had een uitnodiging tot betaling ontvangen van de Belastingdienst/Douane voor een bedrag van € 390.864,66 aan douanerechten. De inspecteur had het bezwaar van eiseres afgewezen, waarna eiseres beroep instelde. Tijdens de zitting op 22 oktober 2018 in Haarlem, werd eiseres vertegenwoordigd door haar gemachtigde en een andere advocaat, terwijl de inspecteur werd bijgestaan door zijn gemachtigde en twee assistenten.

De rechtbank oordeelde dat de producten van eiseres niet onder de tariefschorsing vallen, omdat de aanwezigheid van silica in de producten in strijd is met de voorwaarden van de schorsing. Eiseres stelde dat de producten voldoen aan de omschrijving van de schorsing, maar de rechtbank concludeerde dat de schorsing niet van toepassing is op producten die silica bevatten. De rechtbank verwees naar eerdere jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie, waarin werd gesteld dat de omschrijving van producten waarvoor schorsing is verleend strikt moet worden geïnterpreteerd.

De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van de inspecteur. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 3 december 2018, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Amsterdam.

Uitspraak

Rechtbank noord-holland

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 17/1040

uitspraak van de meervoudige douanekamer van 3 december 2018 in de zaak tussen

[X] B.V., gevestigd te [Z] , eiseres

(gemachtigde: mr. J.A.G. Winkels),
en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, kantoor Amsterdam, verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft met dagtekening 1 april 2016 aan eiseres een uitnodiging tot betaling (hierna: utb) opgelegd voor € 390.864,66 aan douanerechten op industriële producten.
Verweerder heeft het bezwaar van eiseres afgewezen en de utb gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Partijen hebben nadere stukken ingediend. Deze zijn telkens in afschrift aan de wederpartij gestuurd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 oktober 2018 te Haarlem.
Namens eiseres is verschenen [A] , bijgestaan door gemachtigde voornoemd en
mr. [B] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde mr R.F. van ’t Loo, bijgestaan door J. Blaauw en S.M. Bijvoets MSc.

Overwegingen

Feiten
1. Eiseres assembleert, vult af en verpakt in Nederland borstimplantaten. Zij gebruikt daarvoor, voor zover hier van belang, grondstoffen van het Amerikaanse bedrijf [A BEDRIJF] LLC. Voor de vervaardiging van het omhulsel van een implantaat doopt eiseres een voorgevormde metalen mal (een zogenoemde mandrel) meerdere malen in siliconenmengsels. Dit zijn achtereenvolgens een dimethylmengsel, een diphenylmengsel en weer een dimethylmengsel. Eiseres vermengt de basisproducten waaruit de mengsels bestaan. Na droging en uitharding worden de elastische omhulsels verder verwerkt tot borstimplantaten.
2. Het diphenylmengsel “Diphenyl in Xyleen (MED1-6609)” bestaat uit twee basisproducten: een Diphenyl base (partnumber 10511) en een Diphenyl Crosslinker (partnumber 10512) en partijen zijn het er over eens dat zowel het mengsel als de basisproducten, voor zover van belang, meer dan 50 gewichtspercenten xyleen bevatten en ongeveer 10 gewichtspercenten silica.
3. Het dimethylmengsel “Dimethyl in Xyleen (MED1-6649)” bestaat uit twee basisproducten: een Dimethyl base (partnumber 10612) en een Dimethyl Crosslinker (partnumber 10613) en partijen zijn het er over eens dat zowel het mengsel als de basisproducten, voor zover van belang, meer dan 50 gewichtspercenten xyleen bevatten en ten minste 10 gewichtspercenten silica.
4. In 2015 is verweerder gestart met een onderzoek naar de aanvaardbaarheid van de in de periode 1 december 2010 tot en met 30 september 2015 gedane aangiften en de naleving van de voorschriften van de vergunning Bijzondere Bestemming door eiseres. Tijdens die controle is gebleken dat eiseres de hiervoor genoemde basisproducten onder haar vergunning Bijzondere Bestemming heeft gebracht door deze aan te geven voor het brengen in het vrije verkeer onder Taric-code 3910 0000 40 waarvoor een tarief van 0% aan douanerechten geldt.
5. Op 1 april 2016 heeft verweerder de onderhavige utb uitgereikt aan eiseres, omdat hij zich op het standpunt stelt dat de basisproducten moeten worden ingedeeld onder Taric-code 3208 9019 90 , waarop een tarief van 6,5% aan douanerechten van toepassing is. De navordering ziet op producten die in de periode 1 januari 2014 tot en met 30 september 2015 in het vrije verkeer zijn gebracht. De utb van in totaal € 390.864,66 heeft voor een bedrag van € 110.117,48 betrekking op de Diphenyl Base (partnumber 10511) en de Dimethyl Base (partnumber 10612).
6. In 2013 is een schorsing aangevraagd van de producten MED-6600 en MED-6640. Het “Requests for Suspensions” van 5 april 2013 houdt - voor zover van belang - in:
“DISCLAIMER: The duty suspension and quota requests on the following lists are currently under discussion. The data available on these lists may not represent the final state of the discussions within the relevant Commission Working group. Please note that it cannot be guaranteed that the information available exactly reproduces an officially adopted text. Only European Union legislation published in the paper editions of the Official Journal of the European Union is deemed authentic.

Requests for Suspensions

CN code
(…)
Description
(…)
Public Comments
(…)
3208 90 19
Biocompatible silicones containing more than 50% of xylene for the manufacture of long term surgical implants
ROUND 2014-01-01:>> Unrestricted silicone dispersions (=for long term implantation) Med-6600 et MED-6640(-55) >> Materials supplied in two parts: >>> Silicone molecules dispersed in a solvent (xylene) with catalyst (platinum) – part A >>> Silicone molecules dispersed in a solvent (xylene) with crosslinker (linking silicone molecules) – part B”

Geschil7. In geschil is of de utb voor zover deze betrekking heeft op de producten met partnumbers 10511 en 10612 terecht is uitgereikt. Meer in het bijzonder is in geschil of de producten vallen onder de tariefschorsing van Verordening (EU) Nr. 1387/2013 (hierna ook: de schorsingsverordening) voor ‘siliconen bevattende 50 of meer gewichtspercenten xyleen van een soort gebruikt voor de vervaardiging van duurzame chirurgische implantaten’.

8. Eiseres meent dat de producten vallen onder de tariefschorsing, omdat zij voldoen aan de omschrijving. Dat de onderhavige producten rond de 10 of meer gewichtspercenten silica bevatten doet daaraan niet af, omdat de producten identiek zijn aan de producten MED-6600 en MED-6640 waarvoor de tariefschorsing is aangevraagd. Laatstgenoemde producten bevatten meer dan 10 gewichtspercenten silica. Doordat de tariefschorsing niet vermeldt dat de producten silica bevatten, moet de aanwezigheid van silica voor de toepassing van de tariefschorsing van ondergeschikt belang worden geacht.
Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vermindering van de utb met een bedrag van € 110.117,48.
9. Verweerder meent dat de producten niet onder de tariefschorsing vallen, omdat de tekst van die schorsing geen ruimte biedt voor producten die silica bevatten. Gelet op het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ) van 18 maart 1986, zaak 58/85 (Ethicon GmbH), is een tariefschorsing niet van toepassing op andere mengsels dan de mengsels omschreven in de bijlage bij de schorsingsverordening. Dat mengsels als de onderhavige die silica bevatten in de periode 1 januari 2014 tot en met 30 september 2015 niet onder de tariefschorsing vielen, wordt bevestigd door het feit dat met ingang van
1 januari 2018 de tariefschorsing van toepassing is op ‘siliconen bevattende 50 of meer gewichtspercenten xyleen en niet meer dan 25 gewichtspercenten silica, van een soort gebruikt voor de vervaardiging van duurzame chirurgische implantaten’. Daarnaast zijn de onderhavige producten niet identiek aan de producten MED-6600 en MED-6640. De aanvrager van de schorsing van deze producten heeft in de aanvraag niet vermeld dat MED-6600 en MED-6640 silica bevatten. Het schorsingscomité baseert zich op de chemische samenstelling zoals die door de aanvrager is ingediend.
Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
10. Voor het overige verwijst de rechtbank naar de gedingstukken.
Toepasselijke wetgeving
11. GN-post 3208 luidt, voor zover van belang, als volgt:
“3208 Verf en vernis op basis van synthetische polymeren of gewijzigde natuurlijke
polymeren, gedispergeerd of opgelost in een niet-waterig medium; oplossingen
bedoeld bij aantekening 4 op dit hoofdstuk
(…)
3208 90 - andere
- - oplossingen als bedoeld bij aantekening 4 op dit hoofdstuk
(…)
3208 9019 - - - andere”
12. Aantekening 4 op hoofdstuk 32 luidt als volgt:
“Oplossingen van producten bedoeld bij de posten 3901 tot en met 3913 (andere dan collodion), in vluchtige organische oplosmiddelen vallen onder post 3208, indien zij meer dan 50 gewichtspercenten oplosmiddelen bevatten.”
13. Verordening (EU) Nr. 1387/2013 is van toepassing met ingang van 1 januari 2014 en luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Artikel 1
De autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor de in bijlage I genoemde landbouw- en industrieproducten worden geschorst.
(…)
Bijlage I
(…)
GN-code
TARIC
Omschrijving
Autonoom recht
(…)
(…)
ex 3208 9019
35
Siliconen bevattende 50 of meer gewichtspercenten xyleen van een soort gebruikt voor de vervaardiging van duurzame chirurgische implantaten
0%
(…)”
14. Verordening (EU) 2017/2467 is van toepassing met ingang van 1 januari 2018 en luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Artikel 1
De bijlage bij Verordening (EU) nr. 1387/2013 wordt als volgt gewijzigd:
1) In de tabel worden de rijen voor de producten waarvan de GN- en Taric-codes in bijlage I bij deze verordening zijn vermeld, geschrapt.
2) Alle asterisken in de tabel en de voetnoot (*) met daarin de tekst „Een nieuw geïntroduceerde maatregel of een maatregel met gewijzigde voorwaarden.” worden geschrapt.
3) De rijen voor de in bijlage II bij deze verordening opgenomen producten worden in de tabel ingevoegd in de volgorde van de GN-codes in de eerste kolom van die tabel.
(…)
Bijlage I
(…)
GN-code
TARIC
(…)
ex 3208 9019
35
(…)”
Bijlage II
(…)
GN-code
TARIC
Omschrijving
Autonoom recht
(…)
(…)
*ex 3208 9019
65
Siliconen bevattende 50 of meer gewichtspercenten xyleen en niet meer dan 25 gewichtspercenten silica, van een soort gebruikt voor de vervaardiging van duurzame chirurgische implantaten
0%
(…)”
Beoordeling van het geschil
15. In zijn hiervoor genoemde arrest van 18 maart 1986 heeft het HvJ onder meer het volgende overwogen:
“(…)
12. De schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief krachtens artikel 28 EEG-Verdrag heeft blijkens hetgeen wordt overwogen in de considerans van de desbetreffende verordeningen van de Raad, tot doel tijdelijk te voldoen aan de behoeften van de verwerkende industrie van de Gemeenschap. Bij de vaststellingen van dergelijke bepalingen moet de Raad niet enkel rekening houden met deze behoeften, maar ook met de eisen van de rechtszekerheid en met de moeilijkheden waarvoor de nationale douanediensten staan bij de vervulling van hun omvangrijke en ingewikkelde taken.
13. Bijgevolg moet de omschrijving van een produkt waarvoor schorsing van douanerechten is verleend, worden uitgelegd aan de hand van objectieve, uit de tekst van die omschrijving volgende criteria, en mag zij niet, in strijd met de letter ervan, van toepassing worden verklaard op andere producten, ook niet wanneer deze zich ten aanzien van hun eigenschappen en gebruik niet onderscheiden van de produkten die wel onder de schorsing vallen. In het bijzonder kan een latere wijziging van de omschrijving van het onder de schorsing vallende produkt niet met terugwerkende kracht invloed hebben op de uitlegging van de voordien gebruikte omschrijving.
(…)
19. Overeenkomstig het doel van de schorsing van douanerechten en de hiervoor genoemde vereisten, waarmee de Raad krachtens artikel 28 EEG-Verdrag op tariefgebied rekening moet houden, dient hij bij de afbakening van een schorsing objectieve en controleerbare maatstaven aan te leggen die het toepassingsgebied van de vrijstelling strikt beperken tot de produkten ten aanzien waarvan een behoefte van de verwerkende industrie van de Gemeenschap concreet is gebleken en door de Raad feitelijk kon worden vastgesteld. In voorkomend geval staat het aan de importeur die een dergelijke vrijstelling voor een bepaald goed wenst te verkrijgen, zijn aanvraag bij de bevoegde autoriteiten in te dienen, zodat de Raad erover kan beslissen.
20. Door zich te baseren op de chemische samenstelling van het enige product aan de invoer waarvan ten tijde van het besluit tot schorsing van de douanerechten een behoefte bestond die te zijner kennis was gebracht, heeft de Raad een objectieve en controleerbare maatstaf aangelegd, die als zodanig niet discriminerend is, ook al bestond er een gelijksoortig produkt met dezelfde eigenschappen en dezelfde bestemming, aan de invoer waarvan echter nog geen behoefte was gebleken. Blijkens het dossier heeft de Raad met de vereiste spoed besloten tot schorsing van de douanerechten op het door Ethicon gebruikte gelijksoortige produkt, zodra te zijner kennis was gebracht dat er een behoefte aan invoer van dit product bestond. De door de Raad gekozen omschrijving had derhalve ten doel noch tot gevolg, handelaren die van vergelijkbare behoeften hadden doen blijken, te benadelen.”
16. De onderhavige producten betreffen siliconen bevattende onder andere meer dan 50 gewichtspercenten xyleen en rond de 10 gewichtspercenten of meer silica en zijn van de soort gebruikt voor de vervaardiging van duurzame chirurgische implantaten. De rechtbank is van oordeel dat door de aanwezigheid van silica de tariefschorsing niet van toepassing is op de onderhavige producten. Eiseres heeft ter zitting toegelicht dat zonder de toevoeging van silica aan de mengsels het omhulsel geen elastische eigenschappen heeft en dat elasticiteit de belangrijkste kwaliteitseis is voor een borstimplantaat. Nu in de omschrijving van het product waarvoor de schorsing is verleend geen melding wordt gemaakt van de aanwezigheid van silica en de eigenschappen en het gebruik van siliconen met silica zich duidelijk onderscheidt van siliconen zonder silica, is het in strijd met de omschrijving van het product waarvoor de tariefschorsing geldt om die schorsing ook van toepassing te achten op siliconen mede bevattende rond de 10 gewichtspercenten of meer silica. Bovendien is met ingang van 1 januari 2018 de omschrijving van de onder de schorsing vallende producten gewijzigd, met dien verstande dat vanaf die datum ‘siliconen bevattende 50 of meer gewichtspercenten xyleen en niet meer dan 25 gewichtspercenten silica, van een soort gebruikt voor de vervaardiging van duurzame chirurgische implantaten’ daaronder vallen. Ook daarom is er geen reden om de vanaf 1 januari 2014 tot 1 januari 2018 gebruikte omschrijving van de onder de schorsing vallende producten zo uit te leggen dat deze ook van toepassing is op siliconen bevattende niet meer dan 25 gewichtspercenten silica.
17. Dat de tariefschorsing in 2013 is aangevraagd voor de producten MED 6600 en MED 6640 die naast meer dan 50 gewichtspercenten xyleen ook meer dan 10 gewichtspercenten silica bevatten, leidt niet tot een ander oordeel. In de hiervoor onder 6 weergegeven schorsingsaanvraag is immers geen melding gemaakt van de aanwezigheid van silica in die producten. Het schorsingscomité verricht geen zelfstandig onderzoek naar de samenstelling van de producten waar de aanvraag op ziet, maar gaat af op hetgeen daarover in de aanvraag is vermeld. Nu in de aanvraag en vervolgens in de omschrijving van de producten waarvoor de schorsing met ingang van 1 januari 2014 is verleend geen melding wordt gemaakt van de aanwezigheid van silica, is er geen reden om op grond van de werkelijke samenstelling van MED 6600 en MED 6640 de omschrijving van de producten waarvoor de schorsing is verleend zo uit te leggen dat deze ook geldt voor producten bevattende meer dan 10 gewichtspercenten silica.
18. Gelet op het vorenoverwogene heeft verweerder terecht geoordeeld dat de onderhavige producten ten tijde van het brengen in het vrije verkeer in de periode 1 januari 2014 tot en met 30 september 2015 niet onder de door eiseres voorgestane tariefschorsing vielen en dient het beroep ongegrond te worden verklaard.
Proceskosten
19. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.H.L.C. Bijvoet, voorzitter, mr. F. Kleefmann en
mr. W.M.C. Schipper, leden, in aanwezigheid van mr. S.A. Carter, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 december 2018.
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na verzending hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam (douanekamer), Postbus 1312,
1000 BH Amsterdam.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2. het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.