3.3.3Bewijsoverwegingen
Feit 2
De verklaringen van [aangever 4] en [getuige 1] over door hen gehoorde uitingen van verdachte zijn gedetailleerd, helder en consistent en zijn nota bene bij de rechter-commissaris, terwijl zij onder ede stonden, herhaald. De rechtbank ziet ook geen enkele aanwijzing dat de verklaringen onbetrouwbaar zijn of op elkaar zijn afgestemd.
Feiten 3 en 4
De rechtbank is van oordeel dat zowel de aangifte van [aangever 3] als de aangifte van [aangever 4] voldoende ondersteund worden en zij acht deze verklaringen ook betrouwbaar.
De aangifte van [aangever 3] over aanranding tijdens de rijles vindt steun in de overige bewijsmiddelen, waaronder de verklaring van [getuige 1] dat verdachte erg handtastelijk was en bij aangeefster aan haar been zat. Dergelijk gedrag wordt ook omschreven door [getuige 2] . Door [getuige 3] wordt verklaard over seksueel getinte opmerkingen van verdachte tegen [aangever 3] . De verklaring van [aangever 3] over de incidenten op 20 en 21 oktober 2016 vindt steun in de verklaring van [getuige 4] , die heeft verklaard over haar waarneming van het gedrag van aangeefster, die erg emotioneel was na het incident op 21 oktober 2016. Ook [getuige 1] heeft verklaard dat [aangever 3] aan het huilen was en in paniek was. [aangever 4] heeft over zijn eigen waarneming verklaard dat hij heeft gezien dat verdachte aan de billen van aangeefster zat en haar op haar mond zoende.
De aangifte van [aangever 4] wordt gesteund door de verklaring van [aangever 3] over haar eigen waarneming dat verdachte bij jongens, waaronder [aangever 4] , aan hun geslachtsdeel voelde.
Het verweer van verdachte dat [aangever 3] en [aangever 4] hun verklaringen op elkaar hebben afgestemd, acht de rechtbank gelet op het overige bewijs niet aannemelijk. Daarbij heeft de rechtbank mede acht geslagen op het rapport van deskundige G. Wolters die concludeert dat de verklaringen van [aangever 3] en [aangever 4] in hoge mate betrouwbaar kunnen worden geacht en ‘collaborative storytelling’ niet aannemelijk is, omdat de verklaringen op diverse punten worden ondersteund door andere onafhankelijke getuigen en omdat de belangrijkste elementen van de aangiftes al vermeld werden tijdens de informatieve gesprekken, die plaatsvonden voordat [aangever 3] en [aangever 4] met [aangever 1] hebben gesproken. Door de raadsman is aangevoerd dat uit de verklaring van [getuige 4] zou volgen dat in ieder geval [aangever 3] al eerder contact had gehad met [aangever 1] . De rechtbank merkt hierover op dat een dergelijke gevolgtrekking niet kan worden afgeleid uit het enkele gegeven dat [aangever 3] heeft gezegd dat ze het erg vond dat ze [aangever 1] niet had geloofd. Daarbij komt nog dat Wolters ter terechtzitting heeft verklaard dat, zelfs als ervan wordt uitgegaan dat sprake is van een eerdere ontmoeting, dit – zonder nadere feiten of omstandigheden – geen invloed heeft op zijn in het rapport gegeven betrouwbaarheidsoordeel.
De rechtbank is er op basis van hetgeen hiervoor is overwogen, in onderling verband en samenhang bezien, van overtuigd dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten.
Feit 5
In zedenzaken doet zich vaak de situatie voor dat slechts twee personen aanwezig waren bij de gewraakte seksuele handelingen: de aangeefster en de vermeende dader. Ook bij dit feit is dat het geval. Verdachte heeft ontkend zijn dochter seksueel te hebben misbruikt. Op grond van het bepaalde in artikel 342, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering is de enkele verklaring van een getuige (in casu de aangeefster) onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. Op grond van inmiddels vaste rechtspraak kan echter in dergelijke zaken een geringe mate aan steunbewijs in combinatie met de verklaringen van de aangever/aangeefster voldoende wettig bewijs opleveren.
De rechtbank is van oordeel dat de aangifte van [aangever 5] voldoende wordt gesteund door de verklaringen van [getuige 1] en [aangever 1] . Zo heeft [getuige 1] opgemerkt dat er een rare sfeer was tussen verdachte en zijn dochter en heeft hij een situatie omschreven waarin verdachte de hele tijd aan zijn dochter zat terwijl zij dat niet wilde.
[aangever 1] heeft een specifiek detail in de aangifte bevestigd dat te maken heeft met de context waarin de ontuchtige handelingen zouden hebben plaatsgevonden. [aangever 1] heeft namelijk verklaard dat aangeefster bij verdachte in bed sliep. Voorts heeft [aangever 1] opgemerkt dat verdachte handtastelijk was naar aangeefster toe en opmerkingen maakte over haar billen en borsten die zij ook van verdachte aan [aangever 1] moest laten zien.
De rechtbank heeft ook acht geslagen op het rapport van deskundige G. Wolters omtrent de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster, waarin de deskundige concludeert dat deze in aanzienlijke mate betrouwbaar zijn. In het rapport wordt onder meer opgemerkt dat de door aangeefster beschreven plas- en poepseks, in welke beschrijving een aanzienlijk aantal specifieke details worden genoemd, geen voor de hand liggende aspecten van seksueel gedrag zijn om te vermelden in een verzonnen of geconstrueerd verhaal. Ter terechtzitting heeft Wolters hier nog aan toegevoegd dat door [aangever 5] is verklaard over handelingen die in een specifieke context plaats hebben gevonden en de indruk geven dat is gesproken over een daadwerkelijk beleefde ervaring. Het gegeven dat verdachte een voorkeur heeft voor poep- en plasseks is door verdachte bevestigd en blijkt voorts ook uit de verklaring van [getuige 5] dat verdachte aan haar heeft voorgesteld plasseks te hebben.
De rechtbank is er op basis van hetgeen hiervoor is overwogen, in onderling verband en samenhang bezien, van overtuigd dat verdachte het tenlastegelegde op de hierna omschreven wijze heeft begaan.
Feit 6
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen vast dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het bezit van kinderporno. De verklaring van verdachte, inhoudende dat hij nooit kinderporno heeft gezocht of gedownload en dat het zo moet zijn dat het materiaal reeds aanwezig was op door hem aangeschafte tweedehands schijven, acht de rechtbank ongeloofwaardig, reeds gelet op het feit dat op maar liefst zeven verschillende gegevensdragers, te weten drie computers, één laptop en drie harde schijven kinderpornografisch materiaal is aangetroffen. Daarnaast blijkt van één van de omschreven foto’s dat deze is aangetroffen in een map waarvan verdachte de gebruiker was.
3.3.4Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Feit 2
hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2016 tot 9 november 2016 te Alkmaar en/of elders in Nederland,
[aangever 1] via anderen, te weten [getuige 1] en [aangever 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [aangever 1] dreigend de woorden toegevoegd, middels de bewoordingen aan [getuige 1] en
[aangever 4]
'Ik ga [aangever 1] met het pistool vermoorden en ik sleep haar vriend mee in het graf' en
'dat hij, verdachte, het wapen nodig had om [aangever 1] dood te schieten of neer te schieten',
[aangever 2] via anderen heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [aangever 2] dreigend de woorden toegevoegd, middels de bewoordingen aan anderen
'dat hij, verdachte, extra gas zal bijgeven als hij die [aangever 2] /wijkagent tegenkomt' en
'als hij een wapen heeft schiet hij [aangever 2] kapot';
Feit 3
hij op tijdstippen in de periode van 20 oktober 2016 tot en met 21 oktober 2016 te Alkmaar, door een feitelijkheid, te weten
- een aanzienlijk leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en [aangever 3] terwijl
- die [aangever 3] zich in een afhankelijke positie bevond ten opzichte van hem, verdachte, doordat hij, verdachte, de rijinstructeur was van die [aangever 3] en door
- het onverhoeds verrichten door verdachte van die seksuele handelingen,
de minderjarige [aangever 3] (geboren op [geboortedatum] 1999) heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, (telkens) bestaande uit het
- op de mond zoenen van die [aangever 3] en
- slaan op, knijpen in en vastpakken van de billen van die [aangever 3] en
- vastpakken van die [aangever 3] en vervolgens zijn, verdachtes, hoofd plaatsen tussen de borsten van die [aangever 3] ;
hij op tijdstippen in de periode van 1 mei 2016 tot en met 21 oktober 2016 te Alkmaar en/of elders in Nederland, als rijinstructeur ontucht heeft gepleegd met een aan zijn opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten [aangever 3] (geboren op [geboortedatum] 1999), immers heeft hij, verdachte, tijdens een rijles het (boven)been van die [aangever 3] onverhoeds met zijn, verdachtes, hand betast in de directe omgeving van het kruis van die [aangever 3] ;
Feit 4
hij op tijdstippen in de periode van 1 mei 2016 tot en met 1 november 2016 te Alkmaar en/of elders in Nederland, (telkens) door een feitelijkheid, te weten
- een aanzienlijk leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en [aangever 4] terwijl
- die [aangever 4] zich in een afhankelijke positie bevond ten opzichte van hem, verdachte, doordat hij, verdachte, de rijinstructeur was van die [aangever 4] en door
- het onverhoeds verrichten door verdachte van die seksuele handelingen,
[aangever 4] (geboren op [geboortedatum] 1996) telkens heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, (telkens) bestaande uit het (al dan niet tijdens een autorijles)
- leggen van een hand op het been van die [aangever 4] en met die hand strelen van (de binnenzijde van) het bovenbeen van die [aangever 4] en
- betasten en vastpakken van en knijpen in de met kleding bedekte penis van die [aangever 4] en
- zoenen van die [aangever 4] ;
Feit 5
hij op tijdstippen in de periode van 12 december 2014 tot en met 11 december 2015 te Alkmaar, met zijn, verdachtes, minderjarige dochter [aangever 5] (geboren op [geboortedatum] 2002), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, telkens ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangever 5] , hebbende hij, verdachte, (telkens)
- die [aangever 5] over de borst(en) gestreeld en
- die [aangever 5] hem, verdachte, doen pijpen en aftrekken en
- die [aangever 5] gebeft en aan de anus van die [aangever 5] gelikt en
- die [aangever 5] over zijn verdachtes lichaam doen urineren en poepen en
- die [aangever 5] gevingerd en
- die [aangever 5] getongzoend en
- over het lichaam van die [aangever 5] geëjaculeerd;
hij op tijdstippen in de periode van 12 december 2013 tot en met 11 december 2014 te Alkmaar, met zijn, verdachtes minderjarige dochter [aangever 5] (geboren op [geboortedatum] 2002), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangever 5] , hebbende hij, verdachte, (telkens)
- die [aangever 5] over de borst(en) gestreeld en
- die [aangever 5] hem, verdachte, doen pijpen en aftrekken en
- die [aangever 5] gebeft en aan de anus van die [aangever 5] gelikt en
- die [aangever 5] over zijn verdachtes lichaam doen urineren en poepen en
- die [aangever 5] gevingerd en
- die [aangever 5] getongzoend en
- over het lichaam van die [aangever 5] geëjaculeerd;
Feit 6
hij op 12 december 2016 te Alkmaar telkens gegevensdragers, te weten:
- een harde schijf van het merk omega (beslagcode A.01.03.005) en
- een harde schijf van het merk maxtor (beslagcode A.01.03.007) en
- een harde schijf van het merk toshiba (beslagcode A.01.03.008) en
- een laptop van het merk sony (beslagcode A.04.03.004) en
- computer van het merk packard Bell (beslagcode A.02.03.002) en
- computer van het merk Safer (beslagcode A.04.01.002) en
- computer van het merk Asus (beslagcode A.04.01.003)
bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit heeft gehad,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt [bestandsnaam 1].jpg1(toonmap geplaatst onder nummer 2)
het aanraken met een voorwerp van de billen en borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal van 11 oktober 2017 strafdossier 2e aanvullend proces-verbaal pagina 49)
het gedeeltelijk naakt poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij die persoon gekleed is en opgemaakt is en poseert met een voorwerp en in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling [bestandsnaam 3].jpg (toonmap geplaatst onder nummer 6)
het naakt poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij door het camerastandpunt en de onnatuurlijke pose nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel van deze persoon in beeld wordt gebracht waarbij de afbeelding aldus
een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling [bestandsnaam 4].JPG (toonmap geplaatst onder nummer 1)
het houden van een stijve penis bij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling [bestandsnaam 6].JPG (toonmap geplaatst onder nummer 3).
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders ten laste gelegd is dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.