Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
2 november 2018 in de zaak tegen:
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte met nummer PL1100-2018145310-1 d.d. 27 juli 2018, inhoudende de verklaring van aangever
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1100-2018145310-18 met bijlagen (dossierpagina 85-92).
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sancties
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
73 (drie en zeventig) dagen.
60 (zestig) dagen nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een
proeftijdvast van
3 (drie) jaren.
180 (honderdtachtig) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van
onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 90 (negentig) dagen hechtenis.