In deze zaak vorderde Aviclaim, een besloten vennootschap, compensatie van Delta Air Lines wegens een langdurige vertraging van vlucht DL 49 van Amsterdam naar New York op 31 juli 2016. De vertraging van 3 uur en 42 minuten was het gevolg van de verwijdering van een passagier na het boarden. Aviclaim had volmacht gekregen van twee passagiers om hun rechten te vertegenwoordigen op basis van de Europese Verordening 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering, annulering of langdurige vertraging van vluchten.
Aviclaim had Delta Air Lines in eerste instantie € 1.200,00 aan compensatie gevorderd, maar na de reactie van Delta Air Lines, waarin werd gesteld dat de vertraging het gevolg was van een buitengewone omstandigheid, verminderde Aviclaim haar vordering. De kantonrechter oordeelde dat Delta Air Lines voldoende informatie had verstrekt aan Aviclaim over de vertraging en dat Aviclaim niet had aangetoond dat zij niet in staat was om haar rechten te bepalen. De rechter concludeerde dat de vordering van Aviclaim moest worden afgewezen en dat de proceskosten voor rekening van Aviclaim kwamen.
De uitspraak benadrukt de verplichting van luchtvaartmaatschappijen om passagiers adequaat te informeren over hun rechten in het geval van vertragingen en de noodzaak voor passagiers om tijdig en adequaat te reageren op informatie van luchtvaartmaatschappijen. De kantonrechter wees de vordering af en veroordeelde Aviclaim tot betaling van de proceskosten.