Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34).
5.11. Voorts staat vast dat in deze zaak sprake is van de situatie waarin [verzoekster] na eerdere intrekking door IMKS, een eigen verzoek indient tot ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst. Naar het oordeel van de kantonrechter dient IMKS na het intrekken van haar verzoek tot ontbinding, een substantiële en geloofwaardige poging te doen om [verzoekster] opnieuw een zinvolle kans te bieden. Aan de aldus op IMKS rustende verplichting om de arbeidsrelatie te normaliseren, dienen hoge eisen te worden gesteld.
New Hairstyle). Hoewel deze beschikking van de Hoge Raad ziet op de billijke vergoeding op de voet van artikel 7:681 lid 1, aanhef en onder a, BW en het in het onderhavige geval gaat om een billijke vergoeding op de voet van artikel 7:671c lid 2, aanhef en onder b, BW zijn in de door de Hoge Raad uitgezette lijn voldoende gezichtspunten te vinden voor de vaststelling van de billijke vergoeding in deze zaak. Ook met de gevolgen van het ontslag kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. Het gaat er uiteindelijk erom dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. De billijke vergoeding heeft echter geen specifiek punitief karakter en bij het begroten daarvan kan dus geen rol spelen welk bedrag voor de werkgever een punitief, dat wil zeggen ‘bestraffend’ effect heeft.
6.De beslissing
8 december 2017.