ECLI:NL:RBNHO:2017:9909

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 november 2017
Publicatiedatum
24 november 2017
Zaaknummer
C/15/253308 / HA ZA 17-5
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Begeleiding van een zieke leerling door een onderwijsinstelling en de zorgplicht van de school

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 22 november 2017 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een leerling, aangeduid als [eiseres], en de Onderwijsstichting Zelfstandige Gymnasia, hierna de Stichting. [Eiseres] heeft de Stichting aangeklaagd wegens vermeende tekortkomingen in de begeleiding en zorgplicht tijdens haar ziekteperiode. [Eiseres] was van 2010 tot 2015 leerling aan het Gymnasium Felisenum, dat onderdeel uitmaakt van de Stichting. Door gezondheidsklachten kon zij vanaf 2012 slechts beperkt lessen volgen. De ouders van [eiseres] hebben herhaaldelijk hun zorgen geuit over de begeleiding en zorg die de school bood, wat leidde tot een klacht bij de klachtencommissie van de Stichting in 2015. De klachtencommissie oordeelde dat de school zich had ingezet voor de begeleiding, maar dat er tekortkomingen waren in de communicatie en documentatie van de afspraken.

In de procedure vorderde [eiseres] een schadevergoeding van € 32.600,-, stellende dat de Stichting haar zorgplicht had geschonden door geen adequaat plan van aanpak op te stellen en onvoldoende te communiceren. De Stichting betwistte de claims en stelde dat zij voldoende inspanningen had geleverd om [eiseres] te ondersteunen. De rechtbank oordeelde dat de Stichting niet in gebreke was gebleven. De rechtbank concludeerde dat, hoewel er tekortkomingen waren in de documentatie en communicatie, de Stichting voldoende inspanningen had geleverd om [eiseres] te begeleiden. De vorderingen van [eiseres] werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling privaatrecht
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/253308 / HA ZA 17-5
Vonnis van 22 november 2017
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
advocaat mr. E.W. Bosch te Honselersdijk,
tegen
de stichting
ONDERWIJSSTICHTING ZELFSTANDIGE GYMNASIA,
gevestigd te Haarlem,
gedaagde,
advocaat mr. G.J. Heussen te Baarn.
Partijen zullen hierna [eiseres] en de Stichting genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 1 maart 2017
  • het proces-verbaal van comparitie van 6 oktober 2017.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] is vanaf het schooljaar 2010/2011 tot medio 2015 leerling geweest van het Gymnasium Felisenum. Het Felisenum maakt onderdeel uit van de Stichting.
2.2.
[eiseres] heeft in verband met gezondheidsklachten vanaf 2012 maar beperkt lessen kunnen volgen. Bij e-mailbericht van 27 september 2012 hebben de ouders van [eiseres] aan de zorg coördinator en mentor van [eiseres] (onder meer) het navolgende bericht:
“(…)
Het schooljaar is nu bijna vier weken oud, het is ruim twee weken geleden dat we het buitengewoon prettige kennismakingsgesprek met u hadden. In dat gesprek hebben we u bijgepraat over de situatie van [eiseres] in de achterliggende 10 maanden. Ons bericht kon zijn dat [eiseres] goed door de zomer was heen gekomen en dat haar meest belemmerende klacht, de voortdurende hoofdpijn vooral achter in haar hoofd, grotendeels weg was. De reden dat [eiseres] meteen in de eerste schoolweek toch al weer had verzuimd was een griep.
(…)
Helaas moeten we nu met [eiseres] constateren dat het toch nog niet goed met haar gaat, en dat haar verzuim weer aanzienlijk oploopt. Nog steeds zit de hoofdpijn, die haar met name in de ochtend belet om ook maar welke actie te ondernemen, niet aan de ‘foute’ achterkant. Maar het lijkt wel of haar lichaam (nog) niet in staat is om, net als gezonde kinderen, in een paar dagen te herstellen van een griep.
(…)
Wanneer wij vanuit onze waarneming, en op basis van bovenstaande opsomming een ‘plan’ zouden moeten maken, dan zou dat er op hoofdlijnen als volgt uitzien:
  • Erkennen dat [eiseres] extra tijd nodig heeft om haar lijf te laten herstellen.
  • Reeds nu accepteren dat [eiseres] voor het 3e schooljaar 2 jaar nodig zal hebben.
  • Een aanpak uitstippelen die erop is gericht om [eiseres] grofweg de helft van de vakken in dit schooljaar te laten doen, en de andere helft in het volgende schooljaar.
  • Tot aan de herfstvakantie de situatie aankijken (dus nog even proberen om helemaal bij te blijven, ondanks verzuim), daarna een beslissing nemen.
(…)
2.3.
Vervolgens is in overleg met de ouders besloten dat [eiseres] in het schooljaar 2012/2013 (het derde leerjaar) maar slechts 3 vakken zou volgen en de rest van de vakken in het schooljaar 2013/2014. [eiseres] is in het daarop volgend schooljaar (2014/2015) in de 4e klas begonnen. Vanaf november 2014 heeft [eiseres] geen lessen meer gevolgd.
2.4.
Op 28 februari 2015 hebben de ouders van [eiseres] bij de klachtencommissie van de Stichting een klacht ingediend betreffende het Felisenum. In de klachtbrief zijn de klachten als volgt omschreven:
  • Het Felisenum heeft onvoldoende invulling gegeven aan de begeleiding en zorgplicht ten aanzien van onze dochter.
  • Bij herhaling en door verschillende personen is niet zorgvuldig, niet integer of niet professioneel opgetreden.
  • Het Felisenum heeft bij herhaling – ondanks gesprekken, correspondentie en signalen ook van niet direct betrokkenen – nagelaten om op te treden dan wel op zijn minst ervan blijk gegeven onze signalen voldoende serieus te nemen.
2.5.
Naar aanleiding van bovengenoemde klacht heeft op 18 maart 2015 een hoorzitting plaatsgevonden en heeft de klachtencommissie uitspraak gedaan. In de uitspraak staat (onder meer) vermeld dat:

de school zich heeft ingezet om [eiseres] te begeleiden met name in de persoon van mevrouw [A.]. Toch heeft de school op het gebied van communicatie en de helderheid over het plan van aanpak wat laten liggen. De rol van mevrouw [A.] in het proces is niet altijd duidelijk geweest. De school heeft de afspraken niet altijd op papier gezet en ook ontbrak de evaluatie daarvan. Kortom de aanpak is matig gedocumenteerd.
Daartegenover staat dat de ouders met de school niet hebben gecommuniceerd over hun teleurstelling over de aanpak en groeiende irritaties. Hierdoor was de school verrast door de door de ouders bij de OSZG ingediende klacht.
Niet te ontkennen valt dat er ook sprake is van voortschrijdend inzicht. De aanpak die in het begin is gekozen was op dat moment acceptabel voor beide partijen. Met het huidige inzicht zouden misschien andere keuzes zijn gemaakt, maar dat is geen van beide partijen verwijtbaar.
2.6.
De klachtcommissie heeft in haar uitspraak het Felisenum geadviseerd een gesprek te organiseren, onder externe begeleiding, om de ontstane misverstanden en irritaties uit de weg te ruimen. Dit gesprek heeft niet plaatsgevonden.
2.7.
Op 27 mei 2015 is [eiseres] aangemeld bij het Ichtus Lyceum. Het aanmeldformulier is in overleg en met goedkeuring van de ouders van [eiseres] ingevuld. Hierin staat onder meer vermeld:

[eiseres] begon goed in klas 1 en 2. Daarna heeft ze veel medische klachten gekregen waardoor ze weinig op school kon zijn en achter ging lopen. Daardoor heeft ze klas 3 in twee jaar gedaan (waarbij ze niet alles hoefde te doen). De bedoeling was dat ze klas 4 ook in twee jaar zou gaan doen op het Felisenum, maar de laatste maanden is ze helemaal niet meer op school geweest omdat het niet ging. Volgend jaar gaat [eiseres] op het Ichtus plaatsnemen in 4 havo. Ze doet voor de zomervakantie alvast wat dingen zoals een maatschappelijke stage en het voorbereiden van wiskunde B.
(…)
Omdat [eiseres] zich vrijwel altijd ziek voelt, is gymnasium te veel om daarmee te combineren. Havo zal dus waarschijnlijk goed aansluiten bij het feit dat ze zich niet lekker voelt, maar wel slim is. Ze heeft een plek nodig waar ze af en toe even rustig kan zitten als ze teveel hoofdpijn heeft.”
(…)
[eiseres] presteerde altijd wel goed gezien de omstandigheden, maar ze deed natuurlijk vanaf de derde een uitgekleed programma. Dus bij iedere leerlingbespreking over haar werd de medische situatie kort geschetst. ([eiseres] heeft echt heel veel medische paden bewandeld en doet dat nog steeds om te onderzoeken wat er aan de hand is) en daarna konden we eigenlijk steevast constateren dat ze wat ze doet goed doet.
De schoolarts had veel contact met [eiseres] en haar ouders. Ouders hebben alles gedaan en doen nog steeds alles om te laten onderzoeken waarom [eiseres] zoveel medische klachten heeft. Ze meldden de stand van zaken heel punctueel aan de schoolarts en aan school. Afhankelijk van [eiseres]’ staat was ze wel/niet op school. Eigenlijk was dit keer op keer de strekking van wat er in het ZAT-overleg besproken werd. Omdat [eiseres] steeds in de medische molen zat, werd dat gemeld en verder was het weer aankijken wat qua schoolgang wel/niet haalbaar was.
(…)
2.8.
De ouders van [eiseres] hebben op 30 mei 2015 een klacht ingediend bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs. Op 2 december 2015 heeft de Landelijke Klachtencommissie geoordeeld dat:
  • De klacht over de begeleiding in zoverre gegrond is dat het heeft ontbroken aan een plan van aanpak;
  • De klacht over communicatie gegrond is wat betreft het niet informeren van klagers waarom was besloten om het advies van de interne klachtencommissie niet direct op te volgen en het niet consequent informeren van klagers over gevoerde ZAT- en MT- overleggen aangaande [eiseres];
  • De klacht over het leerling dossier gegrond is;
  • De klacht over het toegang hebben tot de vertrouwenspersoon ongegrond is.
2.9.
[eiseres] is in het schooljaar 2015/2016 op het Ichtus Lyceum in klas 4 havo begonnen. In juni 2017 is [eiseres] geslaagd voor haar havo-eindexamen. In september 2017 is zij gestart met de HBO-opleiding Toegepaste Wiskunde aan de HvA.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert samengevat – voor recht te verklaren dat Felisenum;
[eiseres] onvoldoende heeft begeleid toen zij ziek werd en daarmee haar zorgplicht jegens [eiseres] heeft verzaakt;
Op onzorgvuldige wijze heeft gecommuniceerd met [eiseres] en haar ouders;
Tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichting om [eiseres] haar leerlingdossier bij te houden;
Toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de door haar met [eiseres] gesloten onderwijsovereenkomst;
en voorts veroordeling van de Stichting tot betaling van een schadevergoeding van € 32.600,-, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
De Stichting voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[eiseres] legt aan haar vorderingen het verwijt ten grondslag dat het Felisenum haar zorgplicht heeft geschonden door geen plan van aanpak op te stellen en slechts reactief, in plaats van proactief, te handelen. Voorts heeft het Felisenum onvoldoende gecommuniceerd en geen leerlingdossier bijgehouden. Aldus is het Felisenum tekort geschoten in de nakoming van de op haar rustende verplichtingen, althans heeft zij jegens [eiseres] onrechtmatig gehandeld. Wanneer het Felisenum haar zorgplicht zou zijn nagekomen, zou [eiseres] nu voor het gymnasium geslaagd zijn en naar de universiteit zijn gegaan. Door toedoen van het Felisenum heeft zij twee extra jaren (naast een jaar vertraging als gevolg van haar ziekte) studievertraging opgelopen. Voor de hieruit voortvloeiende schade is de Stichting aansprakelijk, aldus nog steeds [eiseres].
4.2.
De Stichting voert verweer en betwist dat tussen het Felisenum en [eiseres] een overeenkomst heeft bestaan. Voorts betwist de Stichting dat het Felisenum haar zorgplicht heeft geschonden, laat staan dat sprake is van enige aan de school toerekenbare schade.
4.3.
De rechtbank stelt voorop dat het handelen van het Felisenum, ongeacht de vraag of sprake is geweest van een overeenkomst, zal moeten worden beoordeeld naar de norm van hetgeen van een redelijk handelend en redelijk bekwaam onderwijsinstituut mag worden verwacht. Daarbij gaat het in dit geval om de vraag of het Felisenum voldoende heeft gedaan om [eiseres] gedurende haar ziekte te begeleiden en in dat kader voldoende adequaat onderwijs heeft aangeboden. De verplichting van een school om zorg te dragen voor de kwaliteit van het onderwijs betreft een inspanningsverplichting en niet een resultaatsverplichting.
4.4.
Tussen partijen is niet in geschil dat [eiseres] vanaf 2012 in verband met hoofdpijnklachten vele schooluren heeft verzuimd. Door de Landelijke Klachten Commissie is vastgesteld dat [eiseres] in verband met haar verslechterde gezondheidstoestand vanaf november 2014 in het geheel niet meer naar school is gegaan. Wat [eiseres] precies mankeerde (en nog steeds mankeert) is nimmer duidelijk geworden. Niet betwist is dat een medische verklaring steeds heeft ontbroken.
4.5.
De rechtbank is met de Stichting van oordeel dat het Felisenum zich binnen het hiervoor geschetste kader voldoende inspanningen heeft getroost om [eiseres] adequaat onderwijs te bieden. [eiseres] mocht zelf bepalen welke lesuren zij wel en niet aanwezig was en in overleg met de ouders is besloten dat [eiseres] de derde klas in twee jaren zou doorlopen, waarbij zij per jaar slechts een beperkt aantal vakken hoefde te volgen. De Stichting heeft er voorts op gewezen dat in de overleggen van het Zorg Advies Team de (onduidelijke) medische toestand van [eiseres] en haar mogelijkheden daarbinnen steeds is besproken en [eiseres] in het overleg van de leerjaarcoördinatoren met de schoolleiding wekelijks ter sprake kwam. Voorts hebben de docenten als [eiseres] op school kwam steeds voor haar klaar gestaan en hebben zij haar bij gelegenheid (in ieder geval tot het schooljaar 2014/2015) ook buiten de lesuren bijgepraat. Alhoewel het Felisenum kan worden verweten dat een schriftelijke vastlegging, een leerling dossier en een plan van aanpak heeft ontbroken, is de rechtbank met de Stichting van oordeel dat vanuit school wel de nodige zorg en aandacht aan [eiseres] is besteed. Ook de Landelijke Commissie heeft in dit verband overwogen
dat er vanuit school het nodige is gedaan om ervoor te zorgen dat [eiseres] wel onderwijs kon blijven volgen. De Commissie heeft weliswaar tevens geoordeeld dat de klacht over de begeleiding gegrond is, “
omdat het heeft ontbroken aan een plan van aanpak waardoor de begeleiding en extra ondersteuning van [eiseres] niet op een gestructureerde wijze is aangepakt”,maar dat betekent anders dan [eiseres] stelt, niet dat er helemaal geen begeleiding is geweest, noch dat [eiseres] er feitelijk alleen voorstond.
4.6.
Zoals ook door de interne klachtcommissie is overwogen heeft de school zich steeds ingezet om [eiseres] te begeleiden. De gekozen aanpak is destijds op initiatief en in overleg met de ouders van [eiseres] tot stand gekomen. Dat [eiseres] met de gekozen aanpak er uiteindelijk niet in is geslaagd het gymnasium succesvol af te ronden, kan naar het oordeel van de rechtbank niet het Felisenum worden aangerekend, maar is veeleer het gevolg van het veelvuldige en langdurige verzuim van [eiseres]. Mede in aanmerking genomen dat een medische verklaring steeds heeft ontbroken, kan de school in de gegeven omstandigheden niet worden verweten dat zij zich enigszins afwachtend heeft opgesteld. Gelet op het vorenstaande moet de conclusie luiden dat niet is gebleken dat de school haar zorgplicht jegens [eiseres] heeft geschonden. Weliswaar heeft de school de overleggen en gemaakte afspraken onvoldoende vastgelegd en verzuimd om een plan van aanpak op te stellen, maar het niet nakomen van haar documentatieverplichtingen is onvoldoende om te concluderen dat de school haar zorgplicht heeft geschonden.
4.7.
Het vorenstaande brengt met zich dat de vorderingen van [eiseres] zullen worden afgewezen. Ook de gevorderde verklaringen voor recht dat het Felisenum (b) op onzorgvuldige wijze heeft gecommuniceerd met [eiseres] en haar ouders en (c) tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichting om [eiseres] haar leerlingdossier bij te houden, zullen - alhoewel feitelijk juist - bij gebrek aan belang worden afgewezen, nu dit door de Landelijke Klacht Commissie al is vastgesteld en aan deze vaststelling geen civielrechtelijke consequenties zijn verbonden.
4.8.
[eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Stichting worden begroot op:
- griffierecht € 1.924,00
- salaris advocaat
1.158,00(2,0 punten × tarief € 579,00)
Totaal € 3.082,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van de Stichting tot op heden begroot op € 3.082,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Pott Hofstede en in het openbaar uitgesproken op 22 november 2017. [1]

Voetnoten

1.type: 710