Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure in de zaak 15-479
- het tussenvonnis van 2 december 2015
- het proces-verbaal van comparitie van 7 april 2017.
2.De procedure in de zaak 16-134
- het tussenvonnis van 29 juni 2016
- het proces-verbaal van comparitie van 7 april 2017.
3.De feiten
in de beide procedures
4.Het geschil
5.De beoordeling
- huurderving te vermeerderen met renteverlies over de huurinkomsten die door A.J.D. City zouden zijn gerealiseerd als het winkelpand zou zijn ontwikkeld,
- schade als gevolg van de waardedaling van het terug te leveren appartement (welke waardedaling volgens Joseph circa € 220.000,-- bedraagt),
- de schadeclaim van de beoogde huurder op A.J.D. City ter zake van misgelopen omzet in het nieuwe, grotere, winkelpand (waaronder verlies van omzet in verband met de voorgenomen vuurwerkverkoop) en
- overige schadeposten zoals advieskosten voor het opstellen van de schadestaatprocedure.
Voorts hebben Préferent c.s., met een beroep op de schadebeperkingsplicht van A.J.D. City, aangevoerd dat A.J.D. City, indien zij destijds wel over voldoende financiële middelen beschikte, de begane grond van het pand zelfstandig en onafhankelijk van Préferent c.s. op de door haar beoogde wijze had kunnen -en dus moeten- ontwikkelen.
- A.J.D. City eind 2010 financieel in staat was de in de samenwerkingsovereenkomst beoogde ontwikkeling, voor zover het haar deel betrof, daadwerkelijk te realiseren; en
- zij niet tot realisatie daarvan is overgegaan omdat Préferent dit verhinderde, dan wel weigerde daaraan haar medewerking te verlenen, althans de indruk heeft gewekt die medewerking niet te willen verlenen.
6.De beslissing
- A.J.D. City eind 2010 financieel in staat was de in de samenwerkingsovereenkomst beoogde ontwikkeling, voor zover het haar deel betrof, daadwerkelijk te realiseren; en
- A.J.D. City niet tot realisatie daarvan is overgegaan omdat Préferent dit verhinderde, dan wel weigerde daaraan haar medewerking te verlenen, althans de indruk heeft gewekt die medewerking niet te willen verlenen;
21 juni 2017voor uitlating door Joseph of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden september 2017 tot en met december 2017 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,