Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier 1]te [woonplaats]
[passagier 2]te [woonplaats]
[passagier 3]te [woonplaats]
[passagier 4]te [woonplaats]
Qatar Airways Q.C.S.C.,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 2.400,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 juli 2016,
- € 240,00 aan buitengerechtelijke incassokosten,
- de proceskosten en nakosten.
nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening). Er is sprake geweest van een vertraging van zes uur op de eindbestemming Bangkok. Qatar Airways is vanwege de langdurige vertraging waarmee de passagiers hun eindbestemming Bangkok hebben bereikt, gehouden elk van de passagiers te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,--. Daarnaast maken de passagiers aanspraak op betaling door Qatar Airways van vergoeding van wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
4.Het verweer
5.De beoordeling
6.De beslissing
dagvaarding € 102,37
griffierecht € 223,00
salaris gemachtigde € 437,50
nakosten € 87,50, voor zover de passagiers daadwerkelijk nakosten maken;