In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 oktober 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser], een werknemer, en Z.B. Verspak B.V., zijn werkgever. De werknemer vorderde onder andere om toegelaten te worden tot hervatting van zijn re-integratieactiviteiten en om betaling van zijn salaris, dat door de werkgever per 26 juni 2017 was stopgezet. De werknemer was sinds 2015 ziek en had verschillende re-integratiepogingen ondernomen, maar had ook meerdere keren niet aan zijn re-integratieverplichtingen voldaan, wat leidde tot de loonstop door de werkgever. De kantonrechter oordeelde dat de loonstop per 26 juni 2017 terecht was opgelegd, maar dat de werkgever ten onrechte geen gevolg had gegeven aan het aanbod van de werknemer om de re-integratie op te pakken na zijn e-mail van 4 juli 2017. De kantonrechter heeft de werkgever veroordeeld om de werknemer binnen vijf werkdagen na betekening van het vonnis toe te laten tot de re-integratieactiviteiten en om het salaris van de werknemer te betalen vanaf 5 juli 2017 tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig eindigt, met een beperkte wettelijke verhoging van 20%. De proceskosten werden aan de werkgever opgelegd, omdat deze ongelijk kreeg in de vordering.